Over mobiele telefoons en Internet doen de wildste voorspellingen de ronde. Zo zouden er in 2004 meer dan 200 miljoen telefoons op Internet aangesloten zijn. Er staan nog veel vragen open: wat zijn dat voor apparaten, wie maakt ze? Er is een redelijke kans dat Europese leveranciers een steeds dominantere positie ten opzichte van hun Amerikaanse concurrenten zullen innemen. Dat is een welkome ontwikkeling.
De sleutel is de convergentie tussen mobiele telefonie en Internet, die met name is gebaseerd op de ontwikkeling van draadloze technologie. GSM-telefoons worden al gebruikt voor kleine tekstberichten (SMS). Deze technologie heeft echter een lage bandbreedte (ongeveer 9600 bps) die ontoereikend is voor interactieve applicaties.
Communicatietechnologie ontwikkelt zich echter zeer snel, zowel vast als mobiel. Het grootste obstakel is op dit moment de investering die nodig is om wereldwijde netwerken te bouwen. Een investering in de beste technologie van vandaag zou al snel verouderd zijn. Dit weerhoudt veel investeerders en vertraagt de ontwikkeling van snellere netwerkdiensten. Een blokkerende factor is het echter niet. Het ziet er naar uit dat veel huishoudens nog dit jaar kunnen beschikken over een lijncapaciteit van 1 Mbps met xDSL over koper. Dezelfde ontwikkelingen spelen zich af op het vlak van de draadloze communicatie, zij het op lagere snelheden. Uiteindelijk zal de huidige maximale snelheid van meer dan 350 Kbps worden gevolgd door een capaciteit van meer dan 1 Mbps.
In het licht van de voorspelde verbeteringen is de tijd nu rijp voor het ontwikkelen van protocollen voor de nieuwe applicaties. Hier speelt het Wireless Application Protocol (WAP) een sleutelrol. WAP is een open specificatie. Europese partijen blazen in het WAP-forum een behoorlijke partij mee. WAP is de huidige ‘de facto’-standaard waarmee mobiele apparaten gebruik kunnen maken van informatiediensten. Het protocol schrijft voor dat een mobiel apparaat onderhandelt met de server om tot een redelijke gegevensuitwisseling te komen. De huidige protocollen (Http en Html) gaan ervan uit dat de client beschikt over volledige browser-functionaliteit, inclusief een Java Virtual Machine (JVM). Als gevolg hiervan kunnen de veel primitievere ‘geavanceerde telefoons’ niet worden gebruikt voor het benaderen van web-servers. Met WAP onderhandelt de telefoon met de server om af te spreken welke berichten wel en niet geaccepteerd kunnen worden. Een laptop accepteert bijvoorbeeld alle berichten, terwijl een mobiele telefoon alleen eenvoudige tekstberichten kan ontvangen. Hierbij is het wel noodzakelijk de web-pagina’s opnieuw te ontwerpen, zodat ze voldoen aan de eisen die het WAP-protocol eraan stelt.
Web-servers moeten dus opnieuw ontworpen worden. Tegelijkertijd ligt er een minstens zo interessante kans voor e-handelapplicaties. Veel organisaties zijn al bezig om bestaande legacy-applicaties en andere transactiesystemen via een zogenaamde applicatieserver toegankelijk te maken voor gebruikers met een browser. Dit is goed te combineren met WAP. Bij WAP gaat alle aandacht immers uit naar het uitbreiden van de front-end code; de back-end kan hetzelde blijven.
Het is een goede investering nieuwe applicaties in Java te ontwikkelen. Toch is er een oudere techniek die met succes voor WAP toegepast kan worden: ‘screen-scrapping’. Dit was een van de eerste technieken om een gui aan een bestaande applicatie te koppelen. Het gui (eerst van de PC, nu van de browsers) wordt daarbij gebruikt om gegevens weer te geven als een eenvoudige karakterterminal – een 3270 voor IBM mainframes, een 5250 voor de AS/400 en een Ascii-terminal voor Unix. De interfaces kunnen worden uitgebreid met meerdere schermen, die tot één gui geïntegreerd worden.
De eerste systemen die zo werkten waren complexe dikke client-systemen. In het nieuwe model draait de protocolconversie echter op de server; op de client draait een traditionele browser. Ontwikkeling en onderhoud zijn hierdoor een stuk eenvoudiger. Dit is een klassiek voorbeeld van een ‘browser-enabled’ systeem.
De conclusie? Als een volledige browser kan worden ondersteund door een protocolconverter op de server, dan kan de server op dezelfde manier worden uitgebreid met WAP-functionaliteit. Zo’n interface is natuurlijk beperkt in vergelijking met dat van een complete applicatieserver. Maar dit is voor de nieuwe generatie telefoons niet belangrijk, omdat ze veel simpeler zijn dan een PC en geen behoefte hebben aan allerlei flitsende applicaties.
Ik denk dat terminal-emulators met een WAP-uitbreiding, zoals de Wireless-to-host van Seagull (die ook andere functies ondersteunt, zoals Java), sterke kandidaten zijn om deze nieuwe ontwikkeling te ondersteunen.