Aan kapitaal en technologie lijkt nooit gebrek te zijn in de nieuwe economie. Waar wringt de schoen dan? Arbeid. De VS heeft een alarmerend tekort aan IT’ers die de dotcoms en de gewone bedrijven in cyberspace moeten houden. De oplossing voor het nijpende tekort: doe IT de deur uit.En betekent de nieuwe economie eindelijk geen gezeik iedereen rijk? Integendeel, de kloof in de VS tussen arm en rijk wordt steeds groter.
Netwerkeconomie US@ Ze noemen het in de Verenigde Staten soms internet-economie, soms netwerk-economie en ook wel ‘New Economy’. Met wat voor naam ook aangeduid, de veranderingen in de Amerikaanse economie zijn spectaculair en veelomvattend. En interessant genoeg om er in Computable in een serie artikelen ruime aandacht aan te besteden. Al was het maar omdat informatietechnologie een onmisbare voorwaarde wordt genoemd om met succes aan de netwerk-economie mee te kunnen doen. En omdat ons in Nederland en Europa binnenkort wellicht een vergelijkbare explosie staat te wachten. |
Eerst de cijfers. Volgens het Amerikaanse bureau voor Labor Statistics bestond in 1998 in de VS behoefte aan 1,4 miljoen computertechnici en systeembeheerders. In 2008 zal er plaats zijn voor 2,7 miljoen van deze mensen. Er zouden anno 2000 zo’n 300.000 tot 400.000 onvervulde vacatures zijn in IT functies. Volgens een onderzoek van de Meta Group zullen er in 2003 al een miljoen onvervulde vacatures zijn. Tegelijkertijd neemt het aantal mensen dat een ‘bachelors degree’ haalt in computerwetenschappen – een aardige indicator voor hoeveel mensen willen werken in IT – al tien jaar lang af. In 1986 haalden nog 42.200 een dergelijk graad. In 1995 waren dat er nog maar 24.000. De nieuwe economie is razend populair bij jongeren maar slechts weinigen willen door de technologiedeur naar binnen. De helden van Amerikaanse jongeren zijn mensen als Bill Gates (niet de programmeur maar de ondernemer), Steve Jobs en Jeff Bezos. Ondernemers dus, en niet techneuten.
Niemand kent precies de omvang van de schaarste. De gegevens van het bureau voor Labor Statistisc zijn altijd minimaal twee jaar oud zijn en in Internettijd is dat natuurlijk een eeuwigheid. Verder vallen bijvoorbeeld veel IT’ers die een vaste baan opzeggen om een carrière te beginnen als zelfstandig consultant buiten de cijfers van het bureau. Universiteiten melden in de laatste twee jaar weer een groeiende belangstelling voor computerwetenschappen. In sommige kringen hoort men wel beweren dat de schaarste een mythe is die bewust wordt aangewakkerd door de softwaresector om meer ‘goedkope’ krachten uit India te kunnen halen. Maar eerlijk gezegd is vooral die goedkope buitenlander een mythe. Er zijn nogal wat kosten verbonden aan het ronselen van buitenlanders en een Indiase programmeur mag volgens de wet niet minder verdienen dan een Amerikaan.
De meeste analisten gaan ervan uit dat er inderdaad schaarste is en dat die voorlopig ook wel zal blijven. "Er is een tekort van zo’n 290.000 tot 350.000 IT’ers, niemand weet exact hoeveel," zegt Howard Rubin, een consultant van het Cutter Consortium, een marktonderzoeker in New York. "Het lijkt erop dat dit tekort zowel wordt veroorzaakt door te weinig mensen als door het niet op elkaar afgestemd zijn van vraag en aanbod." Door de snel wisselende trends en hypes in de IT is er vandaag een nijpend tekort aan SAP R3 consultants maar zit men morgen te springen om Oracle-databasebeheerders.
Tekort blijvend?
Is de schaarste aan IT’ers een permanente verschijnsel in de nieuwe economie? Jennifer Fonstad, een partner in de durfkapitaal firma Draper Fisher Jurvetson, meent van wel. Ze schrijft in een column in het tijdschrift Red Herring: "Arbeid, vooral geschoolde arbeid, zal in toenemende mate schaars worden, terwijl kapitaal relatief overvloedig is. Om te overleven moeten ondernemingen nieuwe manieren vinden om talent, kennis en (internet)relaties optimaal te benutten." Overvloed aan kapitaal, en schaarste aan arbeid is volgens Fonstad het paradigma voor de komende 25 jaar. Het probleem wordt aangewakkerd door demografische factoren. De babyboomers gaan met pensioen en steeds minder mensen in de economie verdienen hun geld uit arbeid maar met investeringen.
Hoe moeten organisaties het schaarsteprobleem aanpakken? Fonstad meent dat de oplossing ligt in meer automatisering (kent u dat woord nog?), meer outsourcing en een grotere focus op de kernactiviteit van de organisatie. Deze strategieën kunnen nu meer dan ooit succesvol zijn omdat er nu een infrastructuur bestaat die ze beter uitvoerbaar maakt: Internet. Internet maakt enorme besparingen in geld en arbeid mogelijk omdat het eenvoudiger en goedkoper wordt om alle interne en externe relaties van een organisatie te observeren, te beheren en te coördineren De crux is concentratie op een kernactiviteit. Fonstad zegt: "�. moderne bedrijven krijgen een dominante positie door hun schaarse capaciteit aan hersenen te concentreren op één bepaald terrein." Niet-kernactiviteiten moeten de deur uit.
Computerworld-columnist Paul Strassmann heeft een andere diagnose dan Fonstad maar schrijft hetzelfde medicijn voor. Hij geeft grif toe dat er een tekort aan IT’ers is. En: "Zoals altijd wanneer er een tekort is aan personeel, gaan de salarissen omhoog, stijgt de turnover en gaat de kwaliteit van het werk naar beneden omdat bedrijven minder gekwalificeerde mensen in dienst nemen." Maar, zo voegt hij hier aan toe, schaarste is nooit van lange duur. Hij schrijft: "Voorspellingen waarbij op basis van bestaande tekorten nog grotere tekorten worden geprojecteerd in de toekomst, blijken altijd onjuist." Het afstemmen van het aanbod op de vraag zal het probleem op den duur volgens Strassman uitvlakken.
Maar hoe dan? Strassman verwacht dat organisaties en bedrijven minder arbeidsintensieve oplossingen zullen eisen van IT leveranciers. Een belangrijk deel van die oplossingen zal moeten komen van ASP’s (Application Service Providers). "Organisaties zullen ontdekken dat het huren van complete bedrijfsoplossingen in toenemende mate een aantrekkelijk alternatief zal zijn voor het toepassen van zelfgekookte spaghetticode," schrijft Strassmann. Het idee dat iedere organisatie een allround en geheel zelfvoorzienende IT-afdeling moet hebben, is volgens hem net zo middeleeuws als de idee dat iedere stad zijn eigen gilde van schoenmakers, meubelmakers of smeden moet hebben. Hoewel de diagnose van Strassman lijnrecht staat tegenover die van Fonstad is zijn medicijn voor het schaarsteprobleem eigenlijk hetzelfde: doe zoveel mogelijk IT de deur uit. Beiden menen dat grote ‘IT-centrales’ van ASP’s met veel minder kosten en met veel minder mensen kunnen opereren.
Migratie als oplossing
Veel bedrijven zien echter de oplossing van het schaarsteprobleem vooral in het buitenland. Dat leidt steeds weer tot een enorm geharrewar in de Amerikaanse politiek over de vraag hoeveel tijdelijke H-1B visas de Amerikaanse INS (Immigration and Naturalization Service) ieder jaar beschikbaar kan stellen voor programmeurs uit landen als India, China, Canada, de Filippijnen en Rusland. Onder druk van de Amerikaanse software-industrie verhoogde het congres het maximale aantal H-1B visas – goed voor een verblijf van zes jaar – in 1999 reeds van 65.000 tot 115.000. De software-industrie wil echter nu dat het aantal uitgebreid wordt tot 190.000. In 1999 was op 9 april het maximale aantal visas al uitgegeven.
Niet iedereen is blij met de Indiase en andere buitenlandse programmeurs. "Het zou een tragedie zijn wanneer we de best betalende, uitdagende nieuwe banen in de economie reserveren voor niet-Amerikanen," meent Kelly Carbes, een hoge ambtenaar van het Amerikaanse ministerie van handel. Verschillende politici menen dat de overheid en het bedrijfsleven veel meer moeten doen om Amerikanen aan te zetten zich te bekwamen in IT. De overheid zou belastingvoordelen kunnen geven aan mensen die IT-cursussen volgen en organisaties en bedrijven die dergelijke cursussen geven. Bedrijven zouden veel meer moeten doen aan het zelf opleiden van mensen. Met name vrouwen en mensen uit minderheidsgroeperingen zijn ondervertegenwoordigd in de sector. De realiteit is echter dat wat er gedaan wordt op dit terrein niet meer is dan een druppel op een gloeiende plaat. Nogmaals, volgens de Meta Group zullen er in 2003 al een miljoen onvervulde vacatures zijn.
Het is voor veel, met name de kleinere Amerikaanse bedrijven, niet eenvoudig en ook niet goedkoop een buitenlandse IT-expert in te lijven. Grote bedrijven die veel buitenlandse krachten inhuren hebben advocaten in dienst die zijn gespecialiseerd in het verkrijgen van de visa’s. Een gevolg daarvan is dat zo’n 60 procent van alle H-1B visas naar slechts twintig bedrijven gaat. De top drie wordt gevormd door vooral op India georiënteerde adviesbureaus – ook wel bodyshoppers genoemd – Mastech, Tata Consultancy en Computer People. De volgende drie op de lijst zijn Oracle, Pricewaterhouse Coopers en Lucent Technology. Dit jaar zijn er extra problemen omdat de INS in 1999 20.000 visas teveel heeft uitgegeven. De oorzaak zou liggen in -waar hebben we dit meer gehoord? – een computerfout. Wanneer deze 20.000 worden gekort op het totaal van dit jaar dan is nu het plafond voor 2000 reeds bereikt.
Hoe groot de voorraad technisch talent in Azië is, blijkt uit de volgende cijfers. Ieder jaar maken in de VS 65.000 ingenieurs hun studie af. In India ligt dit totaal op 122.000. Een groeiend deel van die Indiase techneuten zijn programmeurs of systeem analisten. Over China zijn geen precieze cijfers bekend, maar zo’n veertig procent van de Chinezen die een universitaire opleiding afronden, doen dit in een technisch vak. De verwachting is dat er de komende jaren een scherpe concurrentiestrijd zal ontstaan tussen de VS en Europa om de beste buitenlandse software-experts te ronselen. De VS heeft daarbij het voordeel dat er al enorm veel buitenlanders studeren aan Amerikaanse universiteiten vooral in de technische vakken. Veel van hen blijven na hun afstuderen in de VS.
Tweedeling
Het is een misverstand om te geloven dat de nieuwe economie vooral hightech banen oplevert voor hoog geschoolde mensen. Integendeel, de expansie van de nieuwe economie – of is het toch gewoon een tijdelijke boom? – levert in de VS verreweg de meeste banen op voor ongeschoold en niet-hoog opgeleid personeel. Dat is de belangrijkste reden voor de laagste werkeloosheidcijfers in dertig jaar. Voor iedere software-expert die bij Amazon.com in dienst treedt, worden er wel tien krachten aangenomen om te werken in het magazijn, in de kantine en in de klantenservice. En dan spreken we nog niet eens over de banen – meer magazijnpersoneel en bezorgers – die Amazon creëert bij aanleunende bedrijven als Fed Ex.
Bij Amazon en andere dotcoms kunnen ook de niet hoogopgeleide werknemers profiteren van aandelenopties. Maar de meeste banen die gecreëerd worden door de geweldige expansie van de Amerikaanse economie zijn slecht of middelmatig betaalde banen: vooral veel bedienend personeel in restaurants en winkels. De nieuwe economie heeft weinig of geen effect op de niet hightech industrie, de sector van de oude economie waarin goede salarissen worden betaald en waar een deel van de werkers nog georganiseerd is in vakbonden. Net zoals de aandelen van de bedrijven uit de oude economie de sufferdjes zijn op Wallstreet, zo blijven ook de lonen die betaald worden in de oude economie achter bij die in de nieuwe economie.
Michael Mandel spreekt in Business Week (Amerikaanse editie, 27 september 1999) van een groeiende kloof in Amerika tussen arm en rijk. Hij schrijft: "Voor hen die werken in de nieuwe economie, zoals in de software, de financiële dienstverlening, de media of de advisering, stijgen de inkomsten explosief. Maar voor hen die werken in een bedrijfstak uit de oude economie gaan de lonen, na de inflatiecorrectie, niet of nauwelijks omhoog." Mandels conclusie: wie in een baan blijft in de oude economie zal armer en armer worden, in een maatschappij die rijker en rijker wordt.
Het gemiddelde salaris in de bedrijfstakken van de nieuwe economie is – nog zonder de verdiensten uit mogelijke aandelenopties – sinds 1994 gestegen met 11 procent. In de oude economie volgens data van Business Week slechts met 4 procent. Vergeleken met 1988 is het reële loon van werknemers in de oude economie zelfs met 4,5 procent gedaald. Geen wonder dus dat veel Amerikanen de toenemende welvaart wel om zich heen zien, maar niet persoonlijk beleven.
Teake Zuidema, freelance medewerker