Bij het Centraal Station in Almere verrijst ‘iets moois’. Een zwart/wit gebouw, dat onderdak moet bieden aan onderwijsinstellingen en ICT-ondernemers. Alnovum heet het pand dat begin september wordt opgeleverd. "Dit is nog niet eerder elders in Nederland gedaan."
Het gebouw staat in de steigers. Er staan bouwkranen, er flappert plastic, her en der liggen bergen zand. Over een paar maanden, 1 september om precies te zijn, wordt het geopend: Het Alnovum, een ICT- & Sciencepark, waarmee de gemeente Almere zich op de ICT-kaart van Nederland wil zetten. De plannen zijn groots, en vooralsnog lijkt het er op dat het project slaagt: nu al is meer dan zeventig procent verhuurd.
Alnovum, zoveel moet toch wel uit de woorden van projectleider Else Kant worden opgemaakt, is meer dan een dertien-in-een-dozijn-kantoorgebouw. Nee, hier bij het Centraal Station in Almere, verrijst warempel ‘iets moois’. "Als dit klaar is, dan heeft de gemeente iets om trots op te zijn. Dan is Almere nog meer ICT-stad dan voorheen." Vooralsnog wordt er evenwel gewoon gebouwd. Het gebouw staat pal naast het station, achter een groot aantal vierkante woonflats. Een gure wind blaast wat papieren zakken over de busbaan. Een moeder duwt haar kind in een wandelwagen naar het winkelcentrum.
Zo’n vier jaar geleden kwam het bestuur van Almere tot de conclusie dat er meer kon worden gedaan met het gegeven dat de gemeente één van de snelstgroeiende steden van Nederland is. Waarom zouden al die mensen met de auto naar Amsterdam of Utrecht moeten rijden voor hun werk? Maar welke bedrijven willen we dan eigenlijk binnenhalen, zo vroeg het college van burgemeester en wethouders zich af. En dat was natuurlijk een vraag die snel kon worden beantwoord: ICT-bedrijven. Daar zit de groei. Er werd een aantal ICT-vriendelijke maatregelen genomen. Zo werd er gemeentebreed een ICT-platform opgericht, waar ICT’ers uit Almere met elkaar kunnen praten. Er werden business-diners gegeven, er werd een begin gemaakt met de aanleg van een snelle kabelverbinding met Internet voor het ICT-bedrijfsleven in de gemeente. En er werd, tenslotte, het idee geopperd een speciaal ICT-gebouw neer te zetten, waar zowel starters als gevestigde ICT-bedrijven een onderdak moesten krijgen. Witte Zwaan, Zwarte Zwaan, zo zou het gebouw in eerste instantie heten – omdat het zou bestaan uit een zwart en uit een wit onderdeel. Maar daar werd al gauw weer van afgestapt toen bleek dat daarmee het buitenland in ieder geval niet veroverd kon worden. Met behulp van een reclamebureau werd het Alnovum. Zowel de gemeente als de provincie en de Europese Unie lieten zich financieel gezien niet ongemoeid. Het totale bouwproject bedraagt 77 miljoen gulden, waarvan veertig miljoen gulden als subsidie: twintig miljoen gulden van de gemeente, twintig miljoen gulden van de provincie en ‘Brussel’. Met de bouw van Alnovum werd in december vorig jaar een begin gemaakt.
Die 77 miljoen gulden is inclusief de acht miljoen gulden die de drie betrokken partijen (gemeente, provincie en Europese Unie) uittrokken voor de verhuizing van het Instituut voor Information Engineering (IIE) van Amsterdam naar Almere. Want dat was een gelukje voor Alnovum. Er was al eerder besloten dat IIE naar de polderstad zou komen – en toen duidelijk werd dat Alnovum zou worden gebouwd, was de optelsom snel gemaakt: het IIE kon het beste worden ondergebracht in het nieuwe gebouw. In het nieuwe schooljaar volgen ook nog de propedeuse van de Universiteit van Amsterdam en het postdoctoraal Informatica naar Alnovum. Alle opleidingen worden ondergebracht in het zwarte gedeelte van het kantoorcomplex.
Grote kabelgoten
Want hoe ziet het gebouw er straks eigenlijk uit? Het ontwerp van het gerenommeerde architectenkantoor Van Benthem Crouwel bestaat uit twee torens: een dikke zwarte en een hoge witte. De dikke zwarte is zes verdiepingen hoog, de witte acht verdiepingen. Op de begane grond komen de facilitaire voorzieningen – receptie, vergaderzalen, een auditorium en het restaurant. Dat is verder niet veel bijzonders. Net zomin als de torens zelf erg apart zijn. Of het zou de inrichting moeten zijn, want projectleider Kant heeft kosten noch moeite gespaard om het gebouw een bijzondere uitstraling te geven. Er is in de openbare ruimten veel gewerkt met staal, glas en neon. "Ook daarin moet je anders willen zijn. Het kostte nogal wat, maar dat vond ik in dit geval niet zo’n bezwaar."
Op de eerste verdieping, die ook nog gezamenlijk is, wordt in samenwerking met de bibliotheek Almere en met het ROC Flevoland een digitale bibliotheek aangelegd. Er worden vijf computers neergezet waarmee kan worden gezocht in verschillende, vaak dure en gespecialiseerde databanken. "De bibliotheek moet zichzelf bedruipen. Dus er komt een chipkaart-systeem, waarbij de gebruiker per telefoontik betaalt. De toegevoegde waarde zit in de abonnementen die wij de gebruiker aanbieden. Abonnementen op databanken die hij zelf niet zo snel zal nemen."
Het bijzondere van het gebouw, aldus Kant, zit ‘m vooral in de voorzieningen. "Dit is een echt ICT-gebouw, met alles wat je nodig hebt. Van snelle kabelverbindingen tot en met super-de-luxe telefooncentrales. Met meer dan voldoende computeraansluitingen." Dat was namelijk het eerste wat Kant deed, toen ze begin vorig jaar werd binnengehaald als projectleider: zoveel mogelijk voorzieningen inbrengen. "Er was op zich al een ontwikkelplan voor het pand, maar het was niet echt als een ICT-gebouw gepositioneerd. Ik heb toen gezegd dat dat toch wel het minste is. Wil je je gebruikers wat bieden, dat moet er voldoende koeling zijn voor de computers, dan moeten er voldoende trafo’s zijn voor de stroomvoorziening, dan heb je een schone aarding nodig en grote kabelgoten." Dat was de eerste stap van Kant. Vervolgens zocht en kreeg ze contact met KPN, die Alnovum aansloot op de City Ring, de snelle kabelverbinding met Internet. "Daarop zijn echte breedband-toepassingen mogelijk."
"Dit is nog niet eerder elders in Nederland gedaan", zegt projectleider Else Kant niet zonder trots.
State-of-the-art
Het ging, aldus Kant, om een ICT-concept voor een verzamelgebouw. En waar je dan wel niet tegen aanloopt! Hoe om te gaan met bekabeling, met het beheer van de voorzieningen, met de telefooncentrale. "Tot nu toe wordt dat nergens in Nederland centraal gestuurd. Niemand piekert er over zijn eigen energie te regelen in een kantoorpand, maar zodra het op computers aankomt, wil iedereen zijn eigen systeem aanleggen en beheren." En dat nu, wilde Kant absoluut niet. Kort en goed: niemand anders komt aan de kabelverbinding. Elke gebruiker mag zijn eigen systeem er op inprikken – en dat is dan dat. "Dat is de waarborg die ik de huurder geef: er ontstaat geen spaghetti. De bekabeling is en blijft van ons. Dat maakt het allemaal heel transparant." Boeiend ook, merkte Kant, want een aantal huurders keek wel even vreemd op toen ze haar ‘concept’ duidelijk maakte. "We bieden een heel duur systeem aan, dat een gemiddeld bedrijf niet zou kunnen betalen. Nu kan hij daar gebruik van maken. En nog flexibel ook: het bedrijf betaalt per poort per maand. Eenvoudiger kan toch niet, zou je zo zeggen." Als ze er maar van afblijven.
Iedereen krijgt – vanzelfsprekend – de gelegenheid zijn eigen interne netwerk aan te leggen, met zijn eigen computers en eigen toebehoren. Kant heeft een constructie gemaakt, waarbij ook dat interne netwerk uitbesteed kan worden. "Wij leveren state-of-the-art apparatuur voor de telefooncentrale en voor connectie naar buiten." In de uitbesteding heeft Kant een contract gesloten met KPN en Getronics, waarbij alle partijen een deel van het risico lopen. "Nu heb ik een goed verhaal, maar ik heb er heel wat over moeten praten met alle partijen. Er lag helemaal niets in de la, we hebben alles zelf moeten bedenken. Ik ben van mening dat we wat dat betreft voorop lopen: over vijf jaar gaat het in alle verzamelgebouwen zo."
Kantoor per uur
Tot haar grote vreugde heeft Kant gemerkt dat er veel belangstelling is. Bedrijven die het van horen zeggen hebben, en nu al contact zoeken. Wanneer het pand in september van dit jaar officieel open gaat, zit het zo goed als vol. Nu al is – zoals gezegd – zeventig procent verhuurd. Om te beginnen heeft het Amerikaanse bedrijf Autobytel twee verdiepingen gehuurd. De Amerikanen willen met De Telegraaf en Pon auto’s verkopen via Internet, en betrekken Alnovum in eerste instantie met zestig man. Andere huurders zijn KSI, Summit Software en Ocean IT – allemaal ICT-bedrijven. Er is totaal 7.300 vierkante meter kantoorruimte beschikbaar.
De bovenste verdieping van het witte gebouw is gereserveerd voor ICT-starters. Dat is zo flexibel mogelijk gemaakt: als ze willen kunnen ze per uur een kantoortje huren. "Je moet er als starter snel weer van af kunnen. De investeringen moeten laag zijn." Hoe groot de kantoren zijn, is afhankelijk van de wensen van de starter. Kant predikt nog maar even de voordelen: "De starter heeft een adres, een telefooncentrale, een razendsnelle kabelverbinding. Hij kan, als hij dat wil, zelfs bij ons computers huren. We proberen het leuk voor hem te maken." Een deel van de subsidie is gebruikt om de starters-verdieping in te richten. "Het is duidelijk dat de starter het volle pond niet betaalt. Zo krijgt hij indirect subsidie."
Het pand is eigendom van de gemeente Almere – en dat blijft zo. Ook al heeft Kant inmiddels al een projectontwikkelaar op de stoep gehad met de vraag of hij Alnovum niet kon overnemen. Dat kon niet. "Je hebt toch een zekere verplichting naar je subsidiegevers en naar je huurders." Kant heeft vorig jaar een businessplan opgesteld, waarin is opgenomen dat ze dit jaar al break-even zal spelen. "Ik ben van mening dat je als verzamelgebouw je eigen broek moet kunnen ophouden. We hebben alle subsidie dus in één keer afgeboekt. We moeten nu leven van de huurinkomsten. En dat gaat lukken. De interesse is groot genoeg."
Information Engineer
In het zwarte gedeelte van het Alnovum zetelt vanaf 1 juli het Instituut voor Information Engineer (IIE), een specialisatie van de opleiding Hogere Informatica van de Hogeschool van Amsterdam. Tussen de negenhonderd en duizend studenten zullen uiteindelijk de HBO-opleiding volgen, in de verwachting dat ze vervolgens een baan in de ICT-industrie kunnen bemachtigen. De gemeente Almere hoopt dat de studenten terecht kunnen bij één van de ICT-bedrijven in de stad – dan is de gehoopte kruisbestuiving compleet.
Het IIE is een initiatief van de Hogeschool van Amsterdam, de Hogeschool Holland, het Regionaal Opleidingscentrum Flevoland en een aantal ICT-bedrijven. Doel van het IIE: de scheiding tussen technische en communicatieve vaardigheden in de ICT-industrie doorbreken. De studenten moeten na hun studie, zoals het instituut het zelf zegt, ‘een brug kunnen slaan tussen de bedenkers en de gebruikers van informatiesystemen’. Het studiejaar is verdeeld in vier blokken, die thematisch opgebouwd zijn; bedrijfskunde, marketing, interactieve media, kennismanagement.
Almere ICT-stad
De gemeente Almere wil zich nadrukkelijk profileren als ICT-stad. Dat doet de gemeente door de bouw en de subsidiëring van Alnovum; maar er is meer. Alnovum is onderdeel van een groot zakencentrum dat ter plekke verrijst. Een centrum met in totaal 130.000 vierkante meter kantooroppervlakte, een World Trade Centre en ruimte voor tal van bedrijven in de zakelijke en financiële dienstverlening. Maar, zo zegt woordvoerder Peter Spek van de gemeente Almere, in het WTC moeten zeker ook ICT-bedrijven onderdak vinden. Almere heeft verder – al enkele jaren – een Digitaal Centrum op bedrijventerrein Gooise Kant langs de A6, waar starters gevestigd kunnen worden. En dan is er nog de ontwikkeling van het vierde stadsdeel, waar 400.000 vierkante meter kantoorruimte en zestien hectare bedrijventerrein bij wordt aangelegd. Almere is nu nog op zoek naar een aansprekende ICT-naam die zich in de stad wil vestigen. Lange tijd zag het er naar uit dat Hewlett-Packard naar de polderstad zou komen, maar het bedrijf koos uiteindelijk voor Heerenveen – waar meer subsidie viel te halen. "Die grote vis komt nog wel", denkt Spek. Hij verwacht wat dat betreft veel van het Instituut voor Information Engineer. "Er zullen bedrijven naar Almere komen vanwege de wisselwerking met het Instituut. Tenslotte studeren daar veel slimme jongens en meisjes af."