Microsoft is een monopolist en heeft oneerlijk zaken gedaan. Op grond van de Sherman Antitrust Act is de Amerikaanse rechtbank nu officieel tot deze conclusie gekomen. Tja, en wat nu? Voorlopig wordt het bedrijf alleen op de beurs afgestraft. De koersen liepen begin deze week tijdelijk sterk terug, maar niet zo sterk als de 30 procent koersval in oktober 1997, toen rechter Jackson bundeling van Windows 95 en Internet Explorer verbood.
Gates heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan. Het feit dat bemiddeling op niets is uitgelopen, geeft aan dat Microsoft inschat dat er uit een hoger beroep meer te halen valt dan wanneer het de zaak buiten de rechtszaal schikt.
Wie wacht op het moment dat Microsoft zijn broncode voor het besturingssysteem, Explorer en applicaties zal openstellen voor derden, moet echter geduld hebben. Het bedrijf zal om het publiek te sussen, de komende tijd wel zijn meest vriendelijke gezicht opzetten en benadrukken dat er in het belang van de consument standaarden zullen worden uitgewisseld. Maar de afhankelijkheid van Microsoft is op technologisch gebied zo groot dat het jaren kost om enigszins los te komen uit haar greep. Het is de vraag of de consument daar op zit te wachten. De kans dat in dit proces van ontvlechting de software die moet samenwerken met Windows, beter wordt, is niet zo groot. Opsplitsing op bedrijfseconomische gronden klinkt wel aardig, maar zal in de praktijk vanwege de technologische afhankelijkheid nog tot veel hoofdbrekens leiden.
Los van deze overweging is elke rekening die Microsoft zijn klanten vanaf nu stuurt, voorzien van het Sherman Antitrust-brandmerk: Monopolist. En rekeningen aan een monopolist betalen, geeft iedereen een onrustig gevoel. Namelijk het gevoel dat je teveel betaalt omdat je geen kant uit kunt.