De overheid is voor haar automatisering zo langzamerhand weer afhankelijk van een zeer beperkt aantal leveranciers. De tijden van het oude Rijks Computer Centrum (RCC) hebben we weliswaar achter ons gelaten, maar hiervoor in de plaats is slechts een geringe keuzevrijheid gekomen. Een subtielere variant van de ooit verguisde gedwongen winkelnering.
Exemplarisch voor deze ontwikkeling is de gemeentelijke automatisering waar Centric Public Sector Solutions en Roccade Civility (het RCC in haar geprivatiseerde gedaante) de markt in handen hebben. Ook in een ander deel van de non-profitsector, namelijk bij de uitkeringsinstanties, maken een beperkt aantal partijen de dienst uit. Als de overname van GAK-automatiseerder ASZ door Pink-Roccade (ook een RCC-vrucht) doorgaat, verwerft dit bedrijf in een klap 54 procent van deze markt. Pink-Roccade topman H. Bosman heeft al aangegeven dat deze sector in dat geval "moeilijk om ons heen" kan.
Staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken acht het niet wenselijk dat een uitkeringsinstantie zo afhankelijk wordt van één automatiseerder. Deze angst wordt versterkt omdat er een interessant juridisch gevecht gaande is over de vraag wie de eigenaar is van de software die het GAK gebruikt: het GAK of ASZ?
Dat de bedrijven die hier de dienst uitmaken, hun producten volledig hebben afgestemd op deze markt, komt de kwaliteit van de automatisering vermoedelijk ten goede. Grote vraag is echter of de prijs die hiervoor betaald wordt de pan uit rijst. Het loont de moeite als bijvoorbeeld de Rekenkamer zijn licht eens laat schijnen over de beperkte keuzevrijheid bij het automatiseren in de non-profitsector en het effect daarvan op de prijs die openbare diensten hiervoor betalen.