Lang niet ieder schot in de netwerkeconomie is een schot in de roos. Vóór de opmars van elektronische handel en webportalen was er immers Pointcast. Het bedrijf van ceo Chris Hassett leek met zijn gepatenteerde ‘push-technologie’ cyberspace te zullen herverkavelen. Maar alle hype rondom Pointcast blijkt uiteindelijk precies dat: hype. In februari 2000 verdwijnt de Pointcast icon definitief van het web. Wat ging er mis? Het management maakte weliswaar fouten en er waren technische problemen. Belangrijker is dat niet-webtechnologie uiteindelijk slecht gedijt in een almaar veranderende (internet)omgeving die gebaseerd is op open standaarden.
Wie herinnert zich niet het mooie voorjaar van 1997? Snelle IT-jongens nemen het woord paradigmaverschuiving net zo gemakkelijk in de mond als dat ze een rondje witbier bestellen in het café’. De English Patient trekt volle bioscoopzalen. Maar wie elektronische handel of webportaal zegt, loopt de kans vol onbegrip te worden aangekeken. Het wereldwijde web is in de eerste plaats een medium voor het verspreiden van informatie. Boodschappen doen we in een winkel, niet op een site. Onheilsprofeten voorzeggen dat het jaar 2000 de ondergang van de westerse beschaving zal betekenen.
B2B is in 1997 een betekenisloos acroniem. Jim Manzi, voormalige ceo van Lotus, stuit dan ook op een wereld van onbegrip in zijn wat onzekere pogingen Nets, een virtuele webmarkt voor bedrijven, van de grond te krijgen. Eric Schmidt wordt gevraagd om ceo te worden bij Novell. Ook is het zo goed als zeker dat er een einde komt aan de browseroorlogen tussen Netscape en Microsoft. Die browsers worden immers overbodig nu de nieuwe ‘push-technologie’ het web voor ons gaat ontsluiten. ‘Push, Kiss your browser goodbye’, schreeuwt de omslag van Wired Magazine van maart 1997 in vette letters.
Push is het nieuwe evangelie en Chris Hassett, de jonge ceo van Pointcast, is de profeet. Webgebruikers hoeven niet langer informatie naar zich toe te trekken. Ze krijgen het naar hun harde schijf geduwd wanneer ze de PC niet gebruiken. Iedereen gelooft dat de nakende IPO van Pointcast de grootste happening in de kosmos zal worden sinds de Big Bang en de beursgang van Netscape. Chris Hassett is de ‘Jeff Bezos’ van het Web voordat Jeff Bezos dat zelf wordt. En niemand slaat acht op een hard sissend geluid. Achteraf blijkt ‘push’ – vooral de ‘webcasting’-variant – een grote zak lucht die heel langzaam leeg loopt. De Pointcast IPO is nooit gekomen. Jim Manzi begrijpt dat hij een ‘loser’ is wanneer hij per maand zo’n half miljoen dollar uit zijn eigen zak in zijn B2B-onderneming ‘avant la lettre’ moet stoppen. Cris Hassett is ook een loser, alleen weet hij dat in het voorjaar van 1997 nog niet.
Revolutionair ondernemingsplan
Het is geen wonder dat iedereen in maart 1997 denkt dat Pointcast een geweldig succes gaat worden. Het succes is er al. Een paar maanden na de lancering van het netwerk op 13 februari 1996 hebben meer dan een miljoen mensen – thuis en op het werk – in de VS de gratis client van Pointcast gedownload en krijgen een gepersonifieerde stroom van nieuws-updates, sportuitslagen, weersvoorspellingen en beurskoersen naar hun desktop toe geduwd. De New York Times, Fox, de Boston Globe, CNN en honderden andere mediabedrijven verdringen zich om een plaatsje te krijgen in de webcast van het bedrijf van Chris Hassett. Microsoft gaat een Pointcast bundelen met de nieuwe Internet Explorer. Ook het ondernemingsplan van Pointcast is revolutionair voor het Web: gratis abonnementen, mogelijk gemaakt door betalende adverteerders en (soms) betalende ‘content-providers’ (informatieaanbieders).
Het almaar uitdijende web wordt door velen ervaren als een onoverzichtelijke labyrinth. Pointcast zal daar overzicht in brengen door op maat gesneden pakketten webinhoud bij zijn abonnees af te leveren. "Wij combineren de kracht van Internet met het gemak van uitzenden", zegt Chris Hassett in 1996 tijdens een van zijn vele spreekbeurten. De kersverse Internetgoeroe voegt er zelfverzekerd aan toe: "Dit wordt het nieuwsformaat van de eenentwintigste eeuw". En vrijwel iedereen denkt dat hij gelijk heeft.
De Australische mediamogul Rupert Murdoch legt middels zijn bedrijf News eind 1996 naar verluid 450 miljoen dollar op tafel om Pointcast – dat nog geen cent winst heeft gemaakt – over te nemen. Wanneer Hassett niet snel genoeg toehapt, verdwijnt het bod weer van de tafel. Voelde Murdoch nattigheid? Een hele rits nieuwe bedrijven laat zich meesleuren in de hype rondom ‘push’ en ‘webcasting’. Marimba, Backweb, Ifusion en Wayfarer – om er een paar te noemen – komen met alternatieven om (multimedia) inhoud of software over Internet en intranetten naar gebruikers te duwen. Ook Microsoft en Netscape storten zich overhaast op eigen ‘push-technologie’.
Geen tijd voor Murdoch
En dan gaat het mis. Volgens velen was Chris Hassett niet de geschikte man om van Pointcast een succes te maken. "Chris is een echte ondernemer," zegt Lev Belov, Pointcasts voormalige ‘director of engineering’, "met veel energie en ideeën, maar te weinig focus en systematiek." Volgens Microsofts voormalige huisgenie Nathan Myhrvold werden foute beslissingen veroorzaakt door ‘hybris’ bij het management van Pointcast. In goed Nederlands: Hassett raakt door alle hype en alle succes over het paard getild. Zo heeft hij het te druk met een fotosessie voor een tijdschrift wanneer Rupert Murdoch hem aan de telefoon wil hebben.
De investeerders en de raad van bestuur van Pointcast menen ook dat Hassett niet de juiste man op de juiste plaats is. In juni 1997 wordt hij afgezet als ceo. Kranten en websites berichten gniffelend ‘Hassett pushed out as Pointcast ceo’. Hassett wordt weliswaar voorztter van de raad van bestuur van Pointcast maar tekent een – aanvankelijk geheime – overeenkomst dat hij zich niet langer zal bemoeien met de dagelijkse gang van zaken bij Pointcast. David Dorman, tot dan de baas bij Pacific Bell, wordt in oktober 1997 de nieuwe ceo van Pointcast. Dorman belooft de teugels strak aan te halen omdat bij Pointcast met geld wordt gesmeten.
Toch lijkt het onjuist om het falen van Pointcast in de schoenen te schuiven van Hassett. Als het probleem daar lag, waarom ging het onder Dormans leiding dan niet beter? En als de organisatie van Pointcast niet deugde, dan had een ander bedrijf toch succes kunnen hebben met ‘push’ of ‘webcasting’? De echte problemen van Pointcast liggen in juni 1998 open en bloot op straat. In de prospectus die de beursgang begeleidt moet Pointcast voor honderd procent opening van zaken geven, dus ook over mogelijke problemen. En die zijn er net even te veel.
De beursgang die nooit kwam
De prospectus van de beursgang van Pointcast staat vol rode vlaggen. Zo blijkt dat Pointcast in het eerste kwartaal van 1998 net zoveel gebruikers heeft als een jaar eerder, namelijk 1,2 miljoen. Oude gebruikers lopen dus net zo snel weg, als nieuwe zich aanmelden. Pointcast is voor nieuwe gebruikers een soort tussenstation op weg naar een zelfstandig bestaan in cyberspace. Wie eenmaal de weg weet, kan net zo goed gebruik maken van Netscapes bookmarks of AOL’s favoriete plaatsen om zelf informatie uit het Web te trekken. De browser blijkt allesbehalve dood.
Maar er is meer. Veel systeembeheerders bannen Pointcast van hun bedrijfsnetwerk omdat de updates bandbreedte vreten. Adverteerders willen juist dolgraag mensen op hun werkplek bereiken. Consumenten laten thuis ’s nachts hun PC niet aanstaan en Pointcast moet dus overdag ‘uitzenden’, waardoor gebruikers hun PC tijdelijk niet kunnen gebruiken. De verbindingen tussen de servers van de informatieaanbieders (‘content-providers’) en die van het Pointcast-netwerk raken regelmatig overbelast en verstopt. Het netwerk van Pointcast kan het volume niet aan en levert dus slechte kwaliteit. Gebruikers klagen erover dat Pointcast te traag is. Informatieaanbieders vinden het niet prettig dat hun informatie geherfomatteerd moet worden voordat het geschikt is voor ‘webcasting’.
De nieuwe ceo, David Dorman, werkt hard aan het oplossen van de technische problemen maar dat blijkt niet voldoende. Websurfers stappen van Pointcasts ‘webcasting’ over naar echte webingangen – websites – als America Online, Excite en Yahoo!, die ook webpakketten op maat aanbieden zonder dat die gedeponeerd worden op de harde schijf van de gebruiker. Het Pointcast-netwerk is helemaal gebaseerd op Pointcasts eigen gepatenteerde ‘push-technologie’, niet op open webstandaarden. Webportalen als Yahoo!, Excite en AOL bieden een veel naadlozer aansluiting op het web.
Een anonieme ex-medewerker van Pointcast zegt in Business Week: "We gokten en we gokten mis, het Web stelde andere bedrijven in staat om sneller te innoveren dan wij konden." De gepatenteerde ‘push-technologie’ van Pointcast verandert van een zegen in een doodlopende straat. Pointcast heeft te veel geïnvesteerd in de infrastructuur van het eigen netwerk om het hele idee van ‘push’ op te geven en het bedrijf om te turnen in een ‘gewone’ website annex webportaal. Kortom, de potentiële investeerders zien in juli 1998 al meer problemen dan oplossingen. Op het laatste moment wordt de beursgang van Pointcast afgeblazen.
Opgekocht
Na de afgeblazen beursgang is het eens zo roemrijke Pointcast plotseling een van de vele rondzwervende Internetwezen op zoek naar adoptie. Time Warner, Yahoo!, NBC, Bell South en Softbank komen en gaan als mogelijke partners. Het management van Pointcast ontdekt de pijn van de Internetmuurbloempjes. Reken maar dat er in stilte veel wordt geleden in de gelederen van mislukte startende bedrijfjes. Volgens gegevens van de Wall Street Journal werden er in de periode van mei, juni en juli 1998 vijfduizend prospectussen gedrukt voor de beursgang, het grootste deel voor Internetbedrijven. Een derde deel van die bedrijven is niet meer op de beurs actief. En 45 procent van de rest zit nu met aandelen die verhandeld worden beneden de oorspronkelijke prijs waarvoor ze werden aangeboden.
De waarde van Pointcast valt als een dood vogeltje. Had Rupert Murdoch eind 1996 nog 450 miljoen dollar over voor de pushpionier, in de prospectus voor de afgeblazen beursgang van juni 1998 wordt de waarde van het bedrijf geschat op 250 miljoen dollar. Eind 1998 is er sprake van dat Bell South en andere telecombedrijven plannen hebben om, in samenwerking met Microsoft, Pointcast te gaan gebruiken als een webportaal voor abonnees van hoge-snelheid DSL. De telefoonmaatschappijen zouden er 100 miljoen dollar voor over hebben om Pointcast te lanceren als de tegenpool van Excite/At Home. Wanneer ook dit feest niet doorgaat, besluit ceo Dorman dat het voor hem tijd is om op te stappen.
In april 1999 – een maand waarin 80 van de 220 werknemers ontslag krijgen – krijgt Pointcast een fax uit New York waarin zo’n 20 miljoen dollar wordt geboden voor het hele bedrijf. De verzender van de fax? Ene Chris Hassett. Deze hereniging van oprichter met geesteskind – à la Jobs en Apple – gaat niet door. In juni 1999 wordt Pointcast – of wat er dan nog van over is – voor 7 miljoen dollar opgekocht door Idealab. In deze Internetincubator wordt Pointcast samengesmolten met Launchpad Technologies, een leverancier van e-handeloplossingen, tot Entry Point. En dan valt het doek over de naam Pointcast. In februari 2000 besluit het nieuwe bedrijf namelijk om de Pointcast-ikoontjes uit de toolbar te halen.
‘Push’ is niet dood!
Is ‘push’ nu dood? Niet helemaal. ‘Push’ in de vorm van het distribueren van informatie, ‘webcasting’ dus, heeft zijn tijd gehad. Maar er zijn nog bedrijven die andere vormen van ‘push’ met succes toepassen in andere deelmarkten. Bijvoorbeeld Marimba, een bedrijf dat zijn inspiratie direct putte uit Pointcast. Met Marimba’s Castanet-technologie kunnen leveranciers van applicaties software-updates distribueren over Internet en intranetten. Marimba vermijdt tegenwoordig de wat besmette term ‘push’ en noemt zichzelf een provider van ‘intenet-based software solutions’. Het bedrijf van ceo Kim Polese heeft een marktwaarde van zo’n miljard dollar.
Ook Backweb Technologies, een andere ‘push’-pionier, is nog springlevend. Backwebs ‘push-technologie’ is onder andere ingebouwd in netwe rkbeheersoftware van Computer Associates Unicenter en stelt gebruikers in staat software te distribueren over intranetten en Internet. Backweb introduceerde in 1999 ook ‘polite push’ een minder bandbreedte verslindende versie van ‘push’ die bovendien alleen data door een netwerk duwt wanneer er verder geen verkeer is. Backweb hoopt dat een dergelijk toepassing van ‘push’ ingebouwd zal worden in alle mogelijke applicaties voor elektronische handel. Verder is Backweb ook nog actief met Real Networks in de ontwikkeling van Quicksilver, een dienst waarmee Real Networks muziek over het web wil afleveren bij abonnees. Volgens Todd Johnson, vice-president marketing van Backweb, wordt de distributie van muziek de ‘killer application’ voor ‘push’-technologie. Maar dat hebben we natuurlijk al vaker gehoord.
En Chris Hassett? Die is al lang uit Californië vertrokken naar New York. "Vijf jaar geleden draaide alles bij Internet om technologie, nu gaat het om media, " zegt de voormalige push-goeroe. En wie in de VS media zegt, zegt New York. Hassett is nu president en ceo van Uproar, een bedrijf dat interactieve spelletjes aanbiedt via het Web. "Het is mijn bedoeling om van Uproar de belangrijkste webbestemming voor interactief vermaak te maken," zegt de inmiddels 37 jaar oude Hassett. Op de site van Uproar kan men spelletjes spelen als Bingo Blitz en Cosmo’s Conundrum. Uproars inkomsten – u raadt het al – komen van de adverteerders.
Teake Zuidema, freelance medewerker