In deze bijlage bij Computable en Intermediair vier portretten van mensen die zowel thuis als op hun werk actief met computers in de weer zijn.
Thuis
‘Het moet wel een hobby blijven’
Vijf jaar geleden kreeg Nico van der Velde zijn eerste pc thuis. Dat was een Digital, het gevolg van een pc-privéproject van zijn toenmalige werkgever. Elke keer ging het daarna een stapje verder. Nu bezit hij een Pentium II 350 met 64 Mb intern geheugen, een harde schijf van 8,4 Gigabyte en een 16 Mb zware Diamond Monster videokaart. Niet van zijn huidige werkgever Compaq, maar van klonenbouwer Funai. Daar kende hij toevallig iemand die veel verstand had van videobewerking – en dat is van groot belang voor Van der Velde, want veel van zijn pc-tijd thuis besteedt hij aan video-editing. "Die Funai komt van iemand die voorheen bij Compaq werkte, een eigen bedrijfje heeft opgezet en mijn pc helemaal op maat kon samenstellen."
Video-editing doet Van der Velde al een paar jaar. Eerst op een analoge machine, die hij vijf jaar geleden voor het eerst zag op de elektronicabeurs Firato in Amsterdam. Hij filmde al langer en wilde meer met die beelden doen. Hij kocht na de Firato een apparaat. "Maar dat beviel steeds minder. Dan was je echt uren bezig met het maken van een bandje van een half uur. Zat je de hele tijd te knippen en te plakken – en vaak ook nog op net het verkeerde moment. Zat de las op de verkeerde plek."
Dat moest anders kunnen, meende Van der Velde, en dat was ook zo. Ongeveer een jaar geleden kocht hij, na erover gelezen te hebben in de verschillende vakbladen, Studio 400; een softwarepakket waarmee video-editing via de pc mogelijk is. De pc wordt – infrarood – gekoppeld aan de videocamera en aan de videorecorder, haalt de beelden op van de camera, maakt bewerking mogelijk en stuurt het eindresultaat naar de recorder. Die neemt het op. "Met de pc geef je commando’s, kun je alles aansturen. Veel nauwkeuriger dan met die oude machine. Je zet gewoon de shots achter elkaar op je scherm. En dan kun je ze bewerken. Je kunt ze doormidden knippen, je kunt teksten toevoegen, muziek gebruiken en allerlei optische trucs uithalen. Maar ook het geruis van de achtergrond kun je eruit filteren."
Het was een openbaring, zegt Van der Velde, om zo met je banden bezig te kunnen zijn. Hij koos voor Studio 400, omdat dat nog betaalbaar was. "Dat kost 500 gulden. Maar je hebt ook pakketten van een paar duizend gulden. Dat vind ik als amateur teveel van het goede." Er zijn weken dat hij vijftien uur bezig is, met bijvoorbeeld vakantiefilmpjes ordenen en beter op band zetten. Hij is niet van plan echte films te gaan maken, of zijn diensten aan te bieden in het bruiloft- en receptiecircuit. "Het moet wel een hobby blijven. Laatst heb ik nog een filmpje gemaakt voor wat kennissen in Griekenland. Kijk, dat vind ik leuk."
Werk
Van printpapier tot prullenbakken
Nico van der Velde deelt een ruime kamer met twee collega’s en drie pc’s op de begane grond van het Utrechtse kantoor van computerbouwer Compaq. Vanuit kamer 1.15c kijkt hij recht op geparkeerd blik. Hij gebruik al heel lang computers voor zijn werk. Eerst waren dat terminals, sinds een paar jaar heuse pc’s. Van Compaq, dat spreekt voor zich. Van der Velde heeft een Pentium II 500 met een harde schijf van 2,0 Gigabyte en 64 Mb intern geheugen. De software haalt hij voor gebruik van de centrale server af: voornamelijk Microsoft Office en Internet Explorer. Van der Velde werkt weliswaar bij een computerbedrijf, maar is niet echt een computerdeskundige. Hij zit op de afdeling inkoop en zorgt ervoor dat andere medewerkers van het bedrijf de spullen krijgen die ze nodig hebben. Van printpapier en typelint tot nieuwe lampen en prullenbakken. Hij zit zogezegd in de ‘ondersteunende interne dienstverlening’. "Je kunt het zo gek niet bedenken of wij worden gevraagd het in te kopen." Er zijn in totaal zeven verkopers, die allemaal hun eigen deelgebied hebben. De een wordt ingeschakeld voor de aanschaf van hardware en software, de ander is verantwoordelijk voor weer andere kantoorattributen. Van der Velde kan overal voor worden ingezet. Normaal gesproken, zegt Van der Velde, duurt het maximaal vijf dagen van aanvraag tot levering. "Maar we proberen sneller te zijn, en meestal lukt dat ook wel, hoor."
Zijn inkooporders voert hij in een programma in dat APPS heet. Dat staat voor Accounts Payable Payroll Purchasing System. "Ik moet iets inkopen en intern leveren tegen een van te voren vastgestelde prijs. Ik ben er niet om te bepalen of iemand iets wel mag aanschaffen, dat gebeurt in het traject voor ons." Daar wordt bepaald of iets betaalbaar is en wordt er bekeken of het eigenlijk wel nodig is. Via een ander softwareprogramma, het Internal Purchasing Request (IPR), komen de aanvragen bij de afdeling binnen, waarna ze worden verdeeld over de inkopers.
Van der Velde doet zijn werk nu 37 jaar – en met plezier. Hij begon bij Hollandse Signaal, ging naar Digital, wat werd overgenomen door Compaq. Zonder computers en zonder eigen pc zou de aansturing van het proces chaotisch verlopen, denkt hij. "We moeten weliswaar binnen vijf dagen leveren, het lukt meestal dezelfde dag de zaken te regelen. Dat zou zonder pc niet lukken. Stel je voor dat je alles handmatig zou moeten verwerken? Dat zou een stuk langzamer gaan, en een stuk minder betrouwbaar."