Eeuwen geleden werd de skyline van Nederland gedomineerd door kerken en windmolens. De kerk vervulde de rol van organizer avant la lettre. Zij bracht structuur aan in de dag, kondigde vergaderingen aan en bracht mensen op de hoogte van het belangrijkste nieuws.
Zakenlieden die aan het eind van de middeleeuwen op slimme wijze wind in energie wisten om te zetten om hiermee polders droog te malen, hout te zagen of meel te malen, ontdekten al snel dat ze met hun molens ook aan telecommunicatie konden doen. Spoedig zetten zij hun molens in voor een short messaging service. De berichten waren daadwerkelijk kort. Default beschikte de molenaar over drie mededelingen: 1) We hebben een sterfgeval in de familie 2) Mijn vrouw is bevallen en 3) Mijn molen staat in de fik� Help! Het verzenden van het laatste bericht duurde vaak lang omdat een molen urenlang als een fakkel aan de horizon kon staan. Burgers wisten dat deze telecomleverancier aan zijn laatste bericht bezig was.
Had de kerk het luiden van de klokken tot een goed werkende telecomdienst omgebouwd, de molenaar kon door de stand van de wieken en het aanbrengen van molendoeken op de wieken gericht en helder communiceren met zijn stad- en streekgenoten. Het protocol waarmee dat gebeurde heette Molentaal en was per regio gestandaardiseerd
De molenaar bood zijn diensten ook aan derden aan. Met name de politici uit die dagen maakten graag gebruik van de mogelijkheden om met de molen te communiceren. Zo lieten de Spanjaarden zich menig maal zand in de ogen strooien wanneer ze een van onze steden belegerden. Een stilstaande molen was namelijk het eerste teken dat er geen graan meer voorradig was om de stedelingen te voeden en daarmee het teken dat de belegering vruchten begon af te wierpen. Een opstekertje voor de soldaten, die in de zompige greppels rond de stad lagen. Wat ze niet wisten, was dat de Prins van Oranje beschikte over sluwe telecomstrategen. Op gezag van de Prins lieten zij de molens in het geval van een belegering ook bij voedselschaarste gewoon doordraaien. Spanjolen dachten dat er nog genoeg voedsel in voorraad was en dat de belegering nog geen effect sorteerde. Slecht voor het moreel van de troepen. Zij waren daarmee het slachtoffer van een gewiekste desinformatiecampagne van de Prins.
‘Ik verdien geld’
De industriële revolutie en de secularisering betekende de doodsteek voor deze vroege telecomoperators. In het landschap maakte de kerktoren en de molen plaats voor de fabrieksschoorsteen. De berichten die hiermee werden verzonden, waren lomp. Hele steden werden voor één bericht onder een deken van smog gelegd. Het was een bericht van de fabrieksdirecteur en luidde: ‘Ik verdien geld.’
De komst van de telegraaf en de telefoon betekende een duidelijke sprong voorwaarts voor de telecommunicatie in Nederland. Niet langer konden hackers afluisteren wat de kerk of de molenaar meedeelden. Alleen de operator luisterde mee. Maar deze was gehouden aan geheimhouding.
Landschappelijk gezien raakten de steden verstrikt in een web aan draden waardoor al deze gesprekken liepen. In de vorige eeuw besloten de telecomautoriteiten dat zij hun eigen kerktorens nodig hadden. Door het hele land verschenen hoge betonnen zuilen die met straalverbindingen telecomregio’s met elkaar verbonden. Konden we van kerken en molens nog zeggen dat ze nog enige esthetische waarde hadden; de PTT-masten zijn zo lelijk dat geen hond ze mooi vindt. Ze zullen nimmer – zoals de molens van Kinderdijk – op de lijst van het door ons gekoesterde industriële erfgoed komen te staan.
Het valt niet te ontkennen dat de kwaliteit van de berichtgeving met de huidige infrastructuur sterk is toegenomen. De mobiele communicatie doet hier nog een schepje bovenop. In het belang van het mobiel bellen verhuren kerken en molenaars inmiddels hun veelal nutteloze gebouwen om zenders op te plaatsen.
Een van de weinige telecomleveranciers die oog heeft voor de landschappelijke gevolgen van het oerwoud aan masten dat thans verrijst is Libertel. Langs de A-2 plaatste het bedrijf een zendmast in de vorm van een dennenboom Om natuur en techniek in balans te brengen is onder de naam camouflage utilities een hele nieuwe bedrijfstak ontstaan. Ze bouwen desgewenst kerken, rotsformaties, bossen om zendmasten onzichtbaar in het landschap te verbergen. Een molen hebben ze nog niet nagebouwd. Misschien dat telecommunicatievoorzieningen en het landschap ooit nog in evenwicht komen. Zo mooi als het in de gouden eeuw was, zal het nooit meer worden.
Mark Plekker, hoofdredacteur Computable.