De nieuwste generatie van Hitachi’s mainframes heeft de snelheidsgrens voor die systemen verlegd, maar niet zo ver als beloofd. Het prestatieniveau van deze Skyline Trinium 9-serie valt enigszins tegen, net zoals dat afgelopen najaar het geval was met de voorgaande Skyline II-reeks (Trinium Series 8).
De Japanse systeemfabrikant beloofde voor die mainframe-reeks een prestatieniveau rond de 280 mips (miljoen instructies per seconde) voor een Skyline II-machine met één processor. Het topmodel met twaalf processors zou een totale rekenkracht van 2500 mips neerzetten, meldde Hitachi februari vorig jaar. Deze serie zou eind 1999 uitkomen en verscheen zelfs wat eerder op de markt dan analisten hadden verwacht; in het derde kwartaal.
Minder dan beloofd
Het bleek echter dat de prestaties van de Trinium 8 niet verder kwamen dan 233 mips voor een eenweg-systeem. De twaalfweg-uitvoering bracht het tot ‘slechts’ 2000 mips. Dit was nog altijd een forse vooruitgang, maar toch beduidend minder dan de oorspronkelijke beloftes. Die plannen voorzagen overigens ook in de lancering van een Trinium 8-systeem met zestien processors in het eerste kwartaal van dit jaar dat een totaal van 3000 mips zou halen.
Die lijn van IBM-compatibele mainframes wordt nu opgevolgd door de Trinium 9-reeks. Deze moet de belofte inlossen van een S/390-kloon die de grens van 3000 mips haalt. Hitachi’s mainframes komen in de buurt, maar halen nog de streep net niet. De vorige week onthulde Trinium 9 bereikt met een enkele processor namelijk 262 mips. De zwaarste uitvoering haalt met zestien chips 2969 mips.
Toch heeft Hitachi met deze nieuwe reeks systemen de snelheidskroon op mainframegebied in handen. Concurrent IBM haalt met zijn G6 Turbo Opera-processors momenteel 201 mips per chip. Het S/390-model met twaalf van deze chips komt op 1614 mips uit, terwijl Hitachi’s Trinium 9 met datzelfde aantal processors 2441 mips neerzet. Overigens rust de Japanse computerfabrikant zijn Pilot 9-systemen uit met die G6-chips van IBM.
Prijsspiraal
Analisten wijzen naar de voortdurende prijsdalingen in de mainframemarkt als oorzaak voor het relatieve tekortschieten van Hitachi’s nieuwe mainframes. Het prijsniveau zit nu rond de tweeduizend dollar per mips, terwijl IBM naar verluidt daar nog korting bovenop geeft aan klanten die hun huidige systemen opwaarderen. Hierdoor verkrijgen de producenten dus onvoldoende inkomsten om de ontwikkeling van toekomstige technologie te financieren.
Deze neerwaartse prijsspiraal komt volgens analisten enerzijds voort uit de druk van zware Unix-systemen en anderzijds uit de relatief kleine markt aan gebruikers die echt behoefte hebben aan de geboden ‘monstercapaciteit’ die de moderne mainframes bieden. Deze trend is voor Hitachi vorig jaar al aanleiding geweest om in zijn toekomstplannen een samengaan van bipolaire- en Cmos-mainframes (complementary metal oxide semiconductor) op te nemen. Dat samensmelten moet in de loop van de komende vier jaar gerealiseerd worden.
Verder voorspelt Ira Kramer, directeur servermarketing bij de Japanse fabrikant, dat alle mainframeleveranciers overgaan naar het gebruik van extra, taakspecifieke processors. Die hulp-chips moeten de hoofdprocessors terzijde staan. IBM gebruikt in zijn G6-systemen al toegewijde chips voor coderingstaken. De verwachting is dat dergelijke dedicated processors meer taken toegewezen krijgen. Te denken valt aan het draaien van Java-code en het verwerken van TCP/IP-dataverkeer. JB
Open opslag dient als wapen tegen EMC
Samen met de nieuwe Skyline Trinium-mainframes heeft Hitachi ook zijn reeks platform-onafhankelijke zware opslagsystemen voorzien van nieuwe modellen. Deze derde generatie van de 7700-disk arrays ,bijnaam Freedom, presteert mede dankzij nieuwe cache-programmatuur 50 procent beter dan de voorgaande uitvoeringen. Deze software is gratis verkrijgbaar voor bestaande 7700-klanten.
De open Freedom-systemen zijn te gebruiken voor zowel mainframes als Unix-servers, Windows NT-computers en Netware-machines. Oorspronkelijk boden de 7700’s ook ondersteuning voor IBM’s AS/400-midrangeservers. Hitachi heeft de steun voor die systemen echter kort na de lancering (eind 1998) laten vallen. Ondersteuning voor de nieuwere versies 7 en 8 van Unix-variant Solaris staan nog altijd op stapel.
Op het moment heeft EMC met zijn Symmetrix-opslagsystemen het leeuwendeel van de opslagmarkt in handen. IBM valt die positie aan met zijn Shark-reeks van zware opslagsystemen, terwijl Hitachi hetzelfde doet met zijn Freedom-serie. Volgens schattingen van onderzoeksbureaus groeit de markt voor zware opslagsystemen met ongeveer 20 procent per jaar. Tegen 2002 komt de omzet voor deze sector uit op 45 miljard dollar.