De wedren tussen Intel en AMD om de hoogste kloksnelheid, die nu rond de magische grens van 1 GHz ligt, levert gebruikers niet alleen voordelen op. De felle concurrentie tussen de twee processorproducenten leidt weliswaar tot forse prijsverlagingen, maar heeft aan de andere kant een veel te snelle afschrijving tot gevolg.
Dat de kloksnelheden in razend tempo toenemen, lijkt op het eerste oog geen nadeel. Integendeel, de nieuwste, snelste processors zijn relatief weinig duurder dan de voorgangers en presteren beter. Toch schuilt er een nadeel in de snelheid waarmee alsmaar snellere processors elkaar opvolgen. PC-fabrikanten moeten volgen en dienen dus hun productreeksen in een stijgend tempo aan te passen en uit te breiden voor de nieuwste chips. Aan de andere kant van hun productie-spectrum bevinden zich de oudere modellen – met de processors van gisteren – die weer eerder worden afgeschreven.
Voorraden
Computerproducenten zijn dus in toenemende mate gevoelig voor het gevaar van overgebleven – commercieel gezien overbodige – voorraden. Het logische gevolg is dat die bedrijven zich indekken tegen dit risico door minder grote voorraden aan te leggen.
Waar de eindgebruiker gaat voelen dat de snelle ontwikkeling in zijn nadeel werkt, is bij aanschaf van grote aantalen PC’s voor op de werkplekken. Bedrijven zijn in zo’n geval het meest gebaat bij uniformiteit. Dat is overzichtelijk, makkelijk te begroten, beter uit te rollen en eenvoudiger te beheren. Doordat PC-producenten hun voorraad beperken, en de kloksnelheid van processors in rap tempo toeneemt, kunnen ondernemingen lang niet altijd grote aantallen PC’s aanschaffen met eenzelfde kloksnelheid. Een verschil in processor heeft vaak zijn gevolgen voor andere componenten, zoals het moederbord. Uniformiteit is dan ver te zoeken.
Testosteron
Analist Joe D’Elia van onderzoeksbureau Gartner Group omschrijft de drang van processorfabrikanten naar de gigahertz-grens dan ook als "pure testosteron". Deze kwestie heeft volgens de analist een schadelijk effect op grote bedrijven die hun uitrol stabiel willen houden. Doordat het configureren en plaatsen van grote aantallen PC’s nu eenmaal tijd kost, zien grote eindgebruikers zich geconfronteerd met het feit dat de oorspronkelijk gewenste processors niet meer verkrijgbaar zijn.
Computerfabrikanten als Compaq, IBM, Dell en Hewlett-Packard proberen hun klanten dan ook gerust te stellen over de ‘levensduur’ van hun PC-reeksen. Ook Intel zelf uit sussende geluiden over de levensverwachting van zijn producten. Een Amerikaanse woordvoerder verwijst met name naar de Xeon-variant van de Pentium II- en III-chips. Die processors voor werkstations en servers moeten langer meegaan dan chips voor desktopsystemen. Toch raadt de chipproducent gebruikers aan zo zwaar mogelijke systemen aan te schaffen om daarmee verzekerd te zijn van een langere levensduur.
Direct gevoelig
Ondanks deze goedbedoelde ‘adviezen’ zijn vooral de langzamere processors nauwelijks meer verkrijgbaar. De laatste tijd stonden Intels problemen met de productie van zijn nieuwste Coppermine-processoren al veelvuldig in het nieuws, maar ook de Pentium III-varianten rond de 400 MHz zijn slechts in beperkte mate te koop. Bij die eerstgenoemde chips is het een kwestie van de productie – en de efficiëntie daarvan – opvoeren. De productie van de oudere chips is echter voor een groot deel al stopgezet ten gunste van de nieuwste, snelste processors.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de snel leverende PC-producenten zoals Gateway en Dell financiële klappen oplopen door de gebrekkige verkrijgbaarheid van chips op de inmiddels voorbijgestreefde kloksnelheden. Die directe leveranciers produceren machines op bestelling en hebben dus nauwelijks voorraden. Gateway en Dell hebben al kritische verwijten geuit aan het adres van Intel.
Schuldig
Door deze onvrede krijgt concurrent AMD voet aan de grond bij de meeste grote PC-fabrikanten. Alleen Dell blijft nog trouw aan Intel. Het maken van een keuze tussen beide processorleveranciers lost echter relatief weinig op aangezien beide kampen schuldig zijn aan de voortrazende snelheidsrace. AMD heeft een prototype Athlon-processor op 1,1 GHz reeds zonder speciale koelingstechnieken gedemonstreerd. Het bedrijf belooft – in navolging van Intel – tegen het einde van dit jaar chips op de markt te brengen die sneller zijn dan 1 GHz.
Nieuw kapers op de x86-kust
Chipproducenten Via Technologies en Transmeta maken zich op voor hun komst op de markt voor Intel-compatibele processors. De eerstgenoemde Taiwanese firma onthult eind deze maand zijn goedkope, lichte Joshua-processor die is uitgerust met een multimedia-instructieset. Deze chip is ontworpen door processorproducent Cyrix, die Via afgelopen zomer overnam van halfgeleiderfabrikant National Semiconductor. De Joshua komt uit op kloksnelheden van 433, 466 en 500 MHz en moet het opnemen tegen Intels Celeron-processors.
Verder verschijnen de vorige maand onthulde Crusoe-processors van de Amerikaanse chipontwerper Transmeta in april al in een reeks computerapparaten. Directeur Frank Piscaro zegt dat een tiental hardware-fabrikanten werken aan laptopcomputers en zogenoemde web-plankjes die de energiezuinige Crusoe-chips gebruiken. De topman noemt geen namen. S3-dochter Diamond heeft zelf al bekendgemaakt dergelijke apparaten te ontwikkelen op basis van de Transmeta-processors. Het Japanse NEC bevestigt dat het de Crusoe-processors momenteel evalueert.
Ondertussen heeft Phoenix Technologies onthuld dat zijn bios-software (basic input/output system) beschikbaar is voor de Crusoe-processors. De bios-fabrikant heeft de afgelopen twee jaar in het geheim samengewerkt met Transmeta. De programmatuur van Phoenix is de meestgebruikte bios-software in de PC-markt, maar duikt ook op in ingebedde apparaten. Het bios stelt de machine in staat componenten en randapparatuur te herkennen en te gebruiken.