De IT-industrie had totaal geen behoefte aan weer een besturingssysteem. Toch werd Windows NT de droom van elke techneut: iets om mee te spelen en op je CV te kunnen zetten. Applicaties zijn belangrijk, besturingssystemen niet. Die applicaties hebben middleware nodig, zoals databases, transactiemonitors en dergelijke. Helaas zijn er daar een heleboel van. En allemaal moeten ze op dat ene besturingssysteem draaien.
Het enige systeem dat geen problemen met meerdere diensten en besturingssystemen kent, is de AS/400 van IBM. Veel gebruikers hadden liever meer keuzevrijheid. Toch kiest men nu massaal voor Microsofts NT. Erger nog, men kiest voor de Microsoft-servers, zoals Exchange, SQL Server en Commerce Server. Met andere woorden: gebruikers geven massaal hun keuzevrijheid op, terwijl die keuzevrijheid nu juist de reden was om niet voor de superieure AS/400 te kiezen!
Unix bleek het systeem waarmee voor verschillende leveranciers gekozen kon worden. Oracle, Lotus, Apache en andere producten werden geïmplementeerd op diverse Unix-varianten, inclusief Linux. Dit veroorzaakte enige ontevredenheid, omdat de verschillende Unix-smaken vooral op het gebied van beheertools nogal van elkaar verschilden. Daarnaast draaiden verschillende versies op verschillende typen processoren. Microsoft maakte hier listig gebruik van. Ze legden de hand op Digitals VMS-technologie, duidelijk een beter systeem dan Unix, en gebruikten die technologie als basis voor NT. Aanvankelijk was NT niet meer dan een alternatief voor Unix; het was de zoveelste variant, die het ‘porten’ van servers alleen maar moeilijker maakte. Dat was typisch een slimme monopolietactiek van Microsoft. Toen er databaseservers van Sybase en andere leveranciers op de markt verschenen, ontstond er vanzelf een markt voor dit soort systemen. Hiermee werd de deur geopend voor Microsofts eigen server-producten, en weg waren Sybase c.s.
Aan de onderkant van de markt beleeft Unix een wedergeboorte in de vorm van Linux, dat enig marktaandeel van NT afsnoept. Maar juist in het hogere segment is er met verschillende Unix-varianten veel bereikt. Leveranciers als HP, Sun, IBM, Sequent, Unisys en Fujitsu brengen zware Unix-systemen op de markt. Er zijn non-stop versies, gepartitioneerde versies en versies die zo geconfigureerd kunnen worden dat er capaciteit op aanvraag beschikbaar kan worden gesteld (capacity-on-demand, COD). Aan de basis van deze ontwikkelingen staan nieuwe technologieën waarmee computers geclusterd kunnen worden. Zo’n cluster ziet er voor de gebruiker uit als een enkel besturingssysteem.
Veel bedrijven hebben al ervaring met clustering. Digital was met VMS de onbetwiste leider, maar bedrijven als Digital, Tandem, Unisys, Sequent, Pyramid, Data General, IBM, Sun, HP en Fujitsu brengen al jaren geclusterde Unix-omgevingen op de markt. Ondanks het feit dat we niet op NT zaten te wachten, zitten we er nu toch mee opgescheept. Alle leveranciers gaan het kunstje dat ze eerder voor Unix deden nog eens over doen voor NT. De meeste leveranciers hebben Microsoft al geholpen bij het opzetten van een set API’s voor NT (Wolfpack), met daarin de basisdiensten voor het synchroniseren van I/O (disk clustering), databases, transacties en applicatieservices. Het clusteren van besturingssystemen is pas het begin. Ook de applicaties moeten opnieuw ontwikkeld worden.
Gelijktijdig met al deze verspilde moeite vinden er belangrijke hardwareverbeteringen plaats. Denk aan snelle externe koppelingen tussen verschillende servers (zoals Tandems Server Net), maar ook aan snelle interne koppelingen tussen verschillende subsystemen. De Numa-architectuur, eerst toegepast door Sequent (nu IBM) en Data General is daar één voorbeeld van, maar een belangrijk alternatief is de onlangs door Unisys op de markt gebrachte ‘crossbar-switch’ technologie waarbij alle processoren, alle geheugenelementen en alle I/O onderling gekoppeld zijn. Op deze architectuur is NT versie 4 geïmplementeerd, waardoor een schaalbare machine in het topsegment ontstaat die kan concurreren met Sequent. Verrassend genoeg heeft Compaq nog niet laten zien waar het toe in staat is na de overname van Digital en Tandem, beide kampioenen op clustergebied.
De betekenis van Unisys in deze markt mag niet worden genegeerd. Een Unisys NT-systeem is niet hetzelfde als een triviale PC-versie. Er zal veel aandacht worden besteed aan het verbeteren van NT-code en het ontwikkelen van beheertools. ‘Loadbalancing’, ‘fail-over’ en andere technologieën zullen deel uitmaken van het NT-product van Unisys. Het had ook Unix kunnen zijn, maar NT is nu eenmaal het snoepje van de week. Met een leverancier als Unisys kopen klanten een totaaloplossing, waarvan NT maar een klein deel uitmaakt.
Al deze ontwikkelingen zullen leiden tot meerdere NT-versies. De basis-API’s zullen echter hetzelfde blijven en de aloude verschillen tussen verschillende versies van één besturingssysteem (zie Unix) blijven hierdoor bij NT tot het minimum beperkt.