Convergentie van spraak en data vormt de arena waar IT-bedrijven het gevecht aangaan met leveranciers van telecommunicatieproducten. Cisco bijvoorbeeld koopt links en rechts organisaties op om de nodige technologie in huis te halen. Alcatel op zijn beurt geeft miljarden uit om kennis in de wacht te slepen over het Internet Protocol, IP. Met Xylan als voorlopig hoogtepunt.
In Europa is Alcatel, na Ericsson, in omzet gemeten de grootste leverancier voor telecommunicatieapparatuur. De oude wereld wordt te klein voor het van oorspong Franse bedrijf en het zoekt expansie in de Verenigde Staten. De aankoop van DSC in juni 1998 voor 4,4 miljard dollar was overigens niet alleen bedoeld om de aanwezigheid in de VS te vergroten; de toegangs- en schakel-technologie van DSC sluit mooi aan op de breedbandkennis van Alcatel. Siemens probeert trouwens ook voet aan de grond te krijgen in Amerika, onder andere getuige de aankoop van Unisphere Solutions vorig jaar. Unisphere staat bekend om zijn ‘edge’ (enhanced data rate for gsm evolution)-routers voor serviceproviders en xDSL (� digital subscriber line)-oplossingen.
In de VS moeten de Europese firma’s het opnemen tegen de gigant Lucent, het minder grote Nortel Networks en in toenemende mate tegen ondernemingen die uit de IT-hoek komen, zoals netwerkreus Cisco. De samensmelting van digitale gegevens, spraak, (bewegend) beeld en muziek over dezelfde infrastructuur heeft namelijk het strijdtoneel veranderd. Fabrikanten van telecommunicatieapparatuur moeten zich kennis eigen maken van datanetwerken die goed liggen in het bedrijfsleven en de IT-leveranciers doen er alles aan technologie in huis te halen om de koppeling mogelijk te maken met de infrastructuur voor langeafstandstransporten.
Betrouwbaarheid
Telecommunicatie en informatietechnologie (tegenwoordig verenigd in de term ICT) hebben vanwege hun afzonderlijke oorsprong een eigen wereld met een eigen taal. Maar Internet, met het alomtegenwoordige protocol IP, dicteert de samenvoeging van beide omgevingen. Waar telecommunicatie gereserveerde verbindingen legt tussen punt A en punt B, maakt de IT-wereld van een gemeenschappelijk medium als Ethernet gebruik, hetgeen veel goedkoper is en goed genoeg voor dataverkeer. Maar te gebrekkig voor audio- en video-overdracht, dat andere eisen stelt.
Volgens ir. Rob Timmermans, algemeen directeur van Alcatel-Nederland, zit die betrouwbaarheid hem in het bloed. "Wij zijn gewend omvangrijke en complexe netwerken te bouwen en we zijn opgevoed met de houding dat het in orde moet zijn. We zijn trouwens geen nieuwkomer in de IT-omgeving. Acht jaar geleden hebben we besloten onze telefooncentrales te baseren op Intel-chips met een Unix-besturing. Achteraf is dat een gelukkige keuze geweest, het geeft ons een voorsprong op concurrenten die nog fabriekseigen pabx’en (automatische bedrijfstelefooncentrales) maken."
Met zijn datacommunicatie-achtergrond kijkt Wim van Tol, country manager Nederland van de Internetworking Division bij Alcatel, met enige zorg naar het IP-protocol. "Als IP het geëigende protocol moet worden – en dat wordt het – dan is het van essentieel belang dat het extra functionaliteit gaat bieden voor real-time toepassingen", luidt zijn hartenkreet. IP-6 draagt die verbeteringen in zich, maar Van Tol ziet eerder gebeuren dat die verbeteringen via extensies aan de huidige versie (v4) tot stand worden gebracht. Hij verwacht dat het nog wel een paar jaar duurt aleer het gewoon goed zal zijn. "Maar er zijn voldoende aanknopingspunten in IP versie 4 om de kwaliteit van de verbindingen te vergroten, zoals Rsvp (resource reservation protocol) en 802.1p (een netwerknorm)." Tevens bouwt Alcatel Ldap (light weight directory access protocol)- en VPN (virtual private network)-mogelijkheden in zijn schakelingen om beleid, kwaliteit en beveiliging te integreren.
Om die IT-kennis binnen te halen, heeft Alcatel de afgelopen jaren flink geïnvesteerd. Op 12 oktober 1998 lijfde het Packet Engines in (315 miljoen dollar), een leverancier van ‘gigabit Ethernet switches’ met hoge betrouwbaarheid voor (internet) serviceproviders en grote bedrijfsnetwerken. Op 2 maart 1999 volgde Xylan (2 miljard dollar), de onderneming die luttele jaren geleden ‘IP-switching’ op de markt introduceerde en inmiddels de kern vormt van Alcatels netwerkoplossingen voor bedrijfsdata. Twee dagen later slaan de Fransen Assured Access Technology (350 miljoen dollar) aan de haak voor diens VoIP- (voice over Internet protocol) en inbel-producten. Juni 1999 volgt de fusie met Internet Devices (180 miljoen dollar) dat oplossingen biedt voor op IP gebaseerde vpn’s, bandbreedtebeheer en ‘firewall’-bescherming.
Ook op het vlak van toepassingen heeft Alcatel zijn portefeuille aangevuld. Op 28 september 1999 is Genesys (1,5 miljard dollar) gekocht. Deze organisatie heeft zijn sporen verdiend op het vlak van het integreren van computer- en telefoontechniek. In dezelfde lijn ligt de overname van Orda-m (geen bedrag bekend) in november vorig jaar. Orda-m is sterk in callcenter-oplossingen.
Internet als hoofdthema
Duidelijk is, zo onderstreept de Nederlandse directeur, dat Alcatel een oplossing wil bieden aan de klant volgens het principe ‘van eindgebruiker tot eindgebruiker’. "Wil je bijvoorbeeld de vertragingstijd van spraak controleren, dan moet je de hele keten onder beheer hebben", verklaart Timmermans. Dat is ook de reden waarom bijvoorbeeld MCI/Worldcom zijn eigen netwerk in Europa aanlegt; om niet afhankelijk te hoeven zijn van derden.
Om het imago te verwerven van een leverancier waar alle gewenste apparatuur én programmatuur te betrekken is, heeft Alcatel overigens nog wel enige tijd nodig. "Wij zijn bij de consument nauwelijks bekend, terwijl we toch in Nederland alleen al in 1999 een miljoen gsm-toestellen hebben verkocht. Maar daar staat geen Alcatel op, het zijn KPN-toestellen. Wij zitten van oudsher heel sterk aan de infrastructurele kant. Zo hebben wij samen met Nortel het net van Dutchtone gebouwd", zegt Timmermans.
De fabrikant is inderdaad van oudsher een ’trunk-company’: het levert spullen voor de kern van telefoonnetwerken. Glasvezel en dense wavelength division multiplexing, waarmee telefoongesprekken de oceanen oversteken, zijn gesneden koek. Het bedrijf afficheerde zichzelf dan ook als ‘The hi-speed company’. Officieel bestaat dit sublogo nog, maar het is een kwestie van weken voordat Alcatel zichzelf gaat presenteren als ‘The Internet company’. "Eigenlijk hebben we dat al gedaan op Telecom Genève vorig jaar oktober met de introductie van het motto ‘Experience Instant Internet’", zegt Timmermans.
De directeur staaft de titel ‘internet company’ met de opmerking dat Alcatel wereldwijd ongeveer de helft van alle Adsl-lijnen heeft geleverd; daarmee is de onderneming marktleider. Adsl (asymmetric digital subscriber line) is een technologie waarmee de bestaande koperen telefoonlijnen naar de abonnees veranderen in breedbandige, snelle toegangswegen naar Internet. In Nederland heeft Alcatel, in opdracht van KPN-Telecom, de eerste fase van de Adsl-lijnen voor de regio’s Amsterdam, Rotterdam en Utrecht afgerond. Maar dan hebben we het nog steeds over infrastructuur en Timmermans wil meer. "Je moet toegevoegde waarde bieden. Vandaar dat we ook op applicatieniveau voor bijvoorbeeld callcenters hebben geïnvesteerd en dat we de intelligentie naar de randen van het netwerk halen."
De leveranciers van telecommunicatiemateriaal hebben het niet makkelijk. Internet heeft heel wat losgemaakt. Technologieën buitelen over elkaar heen. "Je hebt de ene technologie nog niet geïmplementeerd of je moet alweer met de volgende aan de slag", verzucht Van Tol, doelend op Isdn en diens opvolger Adsl.
Zij hebben niet alleen concurrentie te duchten van de IT-bedrijven (waar tegelijkertijd ook een hele nieuwe markt voor open ligt), maar evenzeer van de kabelexploitanten. Zeker in een dicht bekabeld land als Nederland voelt Alcatel de hete adem van UPC in de nek, dat in heel Europa aan een offensief is begonnen. Timmermans heeft alle hoop gevestigd op Adsl om de glans van ‘internet via de kabel’ te doen verbleken.
Voor toerist en in de file
Ook op een ander front hebben Timmermans c.s. het druk: de mobiele communicatie. Niemand had twee jaar geleden kunnen bevroeden dat ‘het mobieltje’ zo’n enorme vlucht zou nemen. Alcatel levert nu telefooncentrales die Dect (draadloos binnen ‘kantoor’- en ‘huisomgevingen’) ingebakken hebben. Ook in Genève liet het bedrijf als enige een ‘end-to-end’ Gprs (general packet radio service; 10 maal sneller dan de huidige gsm)-netwerk zien, inclusief diensten en applicaties. Inmiddels is de onderneming druk bezig in opdracht van het Zuid-Afrikaanse Vodacom een Gprs-netwerk te bouwen. In Nederland zit de telecommunicatiewereld nog te wachten op de veiling van de frequenties die voor een dergelijk netwerk mogen worden gebruikt. Timmermans verwacht dat zulks midden dit jaar gebeurt.
Toepassingen bepalen onderliggende technologieën. Hier lopen de meningen van Alcatel en Cisco uiteen. Waar Cisco een op IP gebaseerd thuisnetwerk met zichzelf bevoorradende koelkasten ziet, noemt Timmermans zo’n visie een ’technology push’. "Wij zien meer in toepassingen zoals die nu al via gsm in Griekenland en Engeland plaatsvinden. Als je in Griekenland bijvoorbeeld voor de tempel van Delphi staat, weet de beheerder van je gsm-toestel dat. Een toerist kan dan via zijn mobieltje tekst en uitleg vragen over het bouwwerk. In Engeland is aan de route die een gsm-toestel volgt af te lezen of het afstevent op een file. Wie geabonneerd is, kan dan tevoren een waarschuwing krijgen om tijdig een alternatief te kiezen. Deze technologie biedt eindeloos veel mogelijkheden." De vraag blijft nog wie het materiaal en de diensten daarvoor gaat leveren; de strijd daarover is in volle gang.
Alcatel-directeur Rob Timmermans: "Wij hebben een voorsprong op concurrenten, omdat wij acht jaar geleden al zijn begonnen met open systemen in onze telefooncentrales."
Teus Molenaar, freelance medewerker