In het artikel ‘Linux krijgt meer aandacht bij IBM’ (Computable Online, 10 januari) schrijft u : "Analisten reageren gematigd positief op deze verzwaring van IBM’s Linux-strategie. Zij zien in deze wijziging een teken dat de computerreus sneller wil reageren op nieuwe trends en technologieën. Er heerst echter nog twijfel of IBM niet te vroeg is met zijn nadruk op Linux."
Wellicht ten overvloede mag ik u erop wijzen, dat die niet nader genoemde analist blijkbaar nog weinig begrepen heeft van de ‘open source’-wereld. Hoe verschillend de daarin figurerende mensen ook mogen zijn, ze zijn noch dom noch kort van geheugen.
Misschien is het enkelen ontgaan, maar in de berichtgeving wordt nadrukkelijk vermeld dat IBM de medewerking van de ‘open source’-wereld nastreeft. Dat lukt echter niet, als je als bedrijf achteraan blijft lopen dan wel blijft twijfelen of je überhaupt wel Linux wilt ondersteunen. Bedrijven die hun nek willen uitsteken, worden gewaardeerd. Denk aan Corel, het eerste bedrijf met een wereldwijd bekende ‘office suite’ dat zijn producten onder Linux ging aanbieden en zelfs een eigen (op Debian) gebaseerde Linux-distributie heeft uitgebracht. Alleen al de keus voor Debian gaf hen veel krediet. Toch heeft Corel nog wel wat peentjes mogen zweten, toen de licentie bij hun bètadistributie niet voldeed aan de termen van de ‘open source’-definitie. Maar door daar snel en verontschuldigend op te reageren werd dat incident snel gesloten.
Bedrijven zoals APC, die als zoveelste en na jarenlang de ‘open source’-wereld genegeerd te hebben alsnog overstag gaan, ontvangen in het geheel geen medewerking van die ‘open source’-wereld. Sterker nog, in elk discussieforum op dit gebied is slechts hoon hun deel. Zeker gezien de marketingkretologie, waarin elk Amerikaans persbericht schijnt te moeten worden opgesteld.
Dat is de ellende van het Internet: informatie wordt niet alleen (op Internet-snelheid) wereldwijd verspreid, maar het blijft daarop ook lang toegankelijk en op te zoeken. Dat werkt veel eenvoudiger dan het doorsnuffelen van een paar jaargangen van een aantal tijdschriften.
Bovendien zijn er van die mensen, die bepaalde artikelen op hun lokale schijven opslaan en aldus in de loop der jaren een aardige ‘database’ van artikelen weten op te bouwen. Zeker, als die ‘database’ (vaak alleen maar platte Html-bestanden) vanaf een Linux- of Unix-systeem te benaderen
is en via een ‘grep’-commando snel selecties kunnen worden gemaakt. Zo zijn we tegenwoordig niet meer afhankelijk van het onderzoek en de vakkennis van journalisten. Als we iets niet vertrouwen dan wel ongeloofwaardig vinden, dan zoeken we het zelf op.
Kortom, als u nog eens een analist wilt citeren, wilt u dan niet alleen zijn conclusie vermelden, maar tevens wie die stelling poneerde en waarop die persoon zijn stellingname baseerde ? Het komt dan ook uw geloofwaardigheid ten goede.
Fred Mobach, Echteld