Softwarebedrijf Baan Company heeft de aftocht van Amerikanen in het bestuur snel opgevangen. Alleen de belangrijke positie van chief executive officer is nog vacant. Maar ondanks alle overnamegeruchten van de laatste weken maakt het voortvarende beleid van interim Baan-topman Pierre Everaert duidelijk dat het bedrijf blijvende onafhankelijkheid nastreeft.
Na de dramatische verliesverwachting die Baan drie weken geleden aankondigde (240 tot 250 miljoen dollar over het vierde kwartaal van 1999), stapte topvrouw Mary Coleman op. Snel achter elkaar vertrokken financieel directeur Jim Mooney en directeur Amerika Mark Ferrer. Maar net zo snel als ze vertrokken, stelde Everaert weer vervangers aan. En niet de minste: de van Philips afkomstige Robert Ruijter kreeg de financiële positie en Paul Daly zwaait sinds vorige week de scepter over Baan Amerika. Tevens promoveerde het bedrijf Mike Shinya tot directeur van de wereldwijde verkoopdivisie, een positie die tot voor kort onbemand was. Het versterken van de verkoopactiviteiten wordt als cruciaal ervaren voor Baan, omdat het ondanks kwalitatief goede software in een neergaande spiraal terecht is gekomen. De enige manier waarop het bedrijf er weer bovenop kan komen, is door het vertrouwen van de markt terug te winnen en weer te gaan groeien.
Overnamespeculaties
De financiële malaise en de leegloop in de top van het bedrijf voedden in eerste instantie de speculaties over mogelijke overnames. Microsoft, IBM, Oracle, Peoplesoft en Computer Associates worden sinds de vorige dip van Baan in maart 1999 al genoemd als kandidaat voor de overname van het in de problemen geraakte Nederlandse softwarebedrijf. Hoewel het bedrijf dat altijd zal blijven ontkennen, heeft Baan in de zomer van 1999 volgens betrouwbare bronnen van Computable wel degelijk oriënterende gesprekken gevoerd met IBM en Peoplesoft. Tot een fusie of overname is het nooit gekomen.
Oracle-topman Ray Lane verklaarde desgevraagd aan Computable dat zijn bedrijf geen interesse heeft in Baan. ‘We geloven niet dat het kopen en integreren van software de weg is naar succes.’ Lane gelooft echter niet dat Baan er in zijn eentje bovenop komt en gokt op een overname: ‘Softwarebedrijven leggen doorgaans niet het loodje. Iemand zal Baan wel oppikken.’
Tweesporen beleid
Ondanks het zelfstandige beleid dat het huidige Baan uitdraagt, is een tweesporenbeleid gericht op een overname of strategische alliantie niet ondenkbaar. Baan kan een financiële injectie, stabiele overkoepelende organisatie en het gunstige imago van een marktleider immers goed gebruiken. Baans onderhandelingspositie is momenteel niet sterk, maar kan bij een gedegen onafhankelijk beleid alleen maar toenemen. Indien Baan het zelfstandige pad helemaal wil aflopen, heeft het in ieder geval nieuwe financiering (waar directielid Ruijter naar verluidt al druk mee bezig is) en een nieuwe topman nodig. Dat laatste is misschien het grootste probleem, want welke ‘grote’ manager wil zijn naam verbinden aan Baan, dat het aureool van succes al lang achter zich heeft gelaten.