De aanpak van het tekort aan automatiseerders boekt weinig vooruitgang. Dit komt doordat de uitvoering van een aantal aanbevelingen van de taakgroep ‘Werken aan ICT’ niet erg opschiet. Bovendien zijn betrokkenen onzeker over de financiële middelen. ‘We bereiken nu een fase waarin het menens wordt.’
De taakgroep, die onder leiding stond van voormalig Getronics-topman Ton Risseeuw, presenteerde in oktober vorig jaar tien mogelijke oplossingen voor de problematiek op de arbeidsmarkt voor automatiseerders.
De ‘commissie Risseeuw’ sprak de verwachting uit dat marktpartijen de voorgestelde projecten zouden ‘adopteren’ en uitwerken. Inmiddels blijkt dat het uitvoeringstempo van een aantal aanbevelingen laag ligt.
Voortvarend
Professor Fred Mulder, projectleider van de Netwerk Academie, noemt vier initiatieven die wél voortvarend van start zijn gegaan. Het gaat om zijn eigen Academie, het project dat vrouwen naar de ICT lokken, en de twee initiatieven die informaticavakken in mbo-opleidingen en niet ICT-studies stimuleren. De uitvoerders van overige aanbevelingen wachten nog op het benodigde geld.
Ton Risseeuw vindt ook dat een aantal projecten meer vooruitgang moeten boeken. Hij noemt als voorbeeld de scholing van vluchtelingen en de halfjaarlijkse bijeenkomsten voor de top van het bedrijfsleven, onder leiding van premier Kok. De uitvoering van deze aanbevelingen staat onder leiding van respectievelijk brancheorganisatie Fenit en marktkenner Roel Pieper.
Het ‘mbo-project’, dat ervoor moet zorgen dat meer automatiseerders met een mbo-opleiding op de arbeidsmarkt komen, stuit op twee wettelijke hordes. Bovendien is het nog niet duidelijk of de overheid de benodigde 190 miljoen gulden voor dit project ophoest.
Financiering
Er bestaat veel onduidelijkheid over de overheidsbijdrage. De uitvoerders hebben inmiddels begrotingen ingediend, waarna de overheid initiële budgetten beschikbaar stelde. Volgens een woordvoerder van Economische Zaken zal het ministerie op basis van de plannen besluiten hoeveel geld zij verder bijdraagt. Risseeuw hoopt dat de regering hiervoor in de Voorjaarsnota budgetten vrijmaakt. Hij verwacht hierover in april, tijdens de evaluatie met de betrokken ministers, duidelijkheid te krijgen.
Betrokkenen vragen zich af of de overheid met voldoende geld over de brug komt. ‘Wij hebben nog geen enkele toezegging gekregen’, zegt Bernd Taselaar van Fenit. ‘Het is erg belangrijk dat het geld er komt, want het gaat om achterstallig onderhoud.’ Taselaar kan zich voorstellen dat sommige mensen zich ergeren aan de gang van zaken. ‘Zij vragen zich natuurlijk af waarom het zo lang moet duren. Als wij moeten wachten op de Voorjaarsnota dan is dat voor veel projecten aan de late kant.’ Een woordvoerster van de HBO-raad zegt dat de zorgen zich niet beperken tot de financiering door de overheid. ‘De bijdrage van de bedrijven is ook nog niet op niveau.’
Strijd
Trude Maas, als projectleider betrokken bij de taakgroep, zegt dat de uitvoerders in de strijd om het benodigde geld met elkaar gaan concurreren. ‘Dat is niet erg, als het maar niet zo is dat de projectleider met de grootste mond het meeste geld krijgt.’ Zij vreest verder dat het tempo van de uitvoering verloren gaat. ‘Dat zou jammer zijn, want de tekorten op de arbeidsmarkt bedreigen nog steeds onze economie.’
Fred Mulder vindt het jammer dat de overheid het benodigde geld niet sneller beschikbaar stelt. ‘Maar ik ben niet negatief over het Rijk. De vertraging van de projecten is ook te wijten aan adopterende organisaties. Ik denk niet dat de participanten altijd voldoende ambitie tonen.’ Van Diepen erkent dat het enthousiasme van de partijen een grote rol speelt. Het ministerie ervaart dat de onderwijstrajecten sneller gaan dan de projecten die het imago van de branche moeten verbeteren.’ De woordvoerder van EZ zegt dat de zorg om financiering altijd aanwezig is bij dit soort projecten. ‘Daarbij wordt graag naar de overheid gekeken. De minister vindt echter dat marktpartijen ook moeten bijdragen.’
Ton Risseeuw reageert laconiek op de zorgen van de betrokkenen. ‘Het is nu eenmaal onmogelijk dat de uitvoering van alle projecten even snel gaat. Gelukkig hebben wij een serieuze overheid. Ik heb goede hoop dat in de Voorjaarsnota voldoende geld vrijkomt en ben dan ook niet pessimistisch over de voortgang.’