Het eerste halfjaar van het nieuwe millennium zal in Brussel veel gesproken worden over de herziening van de telecomwetgeving, de zogenaamde Review. De liberalisering van de Europese telecommarkt die in Brussel in gang werd gezet, is snel tot ontwikkeling gekomen. Als gevolg van de snelle marktontwikkelingen wordt nu gewerkt aan een ingrijpende herziening van deze wetgeving. In het Europees Parlement ben ik benoemd tot rapporteur van deze Review van elektronische communicatie, infrastructuur en aanverwante diensten.
De liberalisering heeft de consument meer keus, betere dienstverlening en lagere prijzen opgeleverd. Concreet voorbeeld hiervan is het dalen van de tarieven voor mobiele telefonie. Op dit moment zijn er in Nederland maar liefst vijf aanbieders van mobiele telefonie, waarvan er vier landelijke dekking bieden. Ook voor interlokale en internationale gesprekken met de vaste telefoon kan de consument kiezen uit een veelheid van aanbieders. Voor al deze diensten via het vaste netwerk wordt echter aan het begin èn aan het einde gebruik gemaakt van het netwerk van de oud-monopolist. Er is nog nauwelijks serieuze concurrentie op de lijn die tot in de huiskamer komt. De zogenaamde local loop is nog niet ontbundeld, maar met nieuwe technieken, zoals adsl, zal dit heel snel gaan gebeuren. De beroemde weduwe uit Appelscha kan binnenkort dus ook profiteren van de marktwerking.
De marktwerking lijkt goed op gang te komen, maar er is (in een aantal deelmarkten) behoefte aan bijsturing. De regulering kan opgeheven worden voor die gebieden waar de concurrentie werkt. Maar waar nog geen marktwerking is ontstaan, of in onvoldoende mate, moeten extra maatregelen worden genomen. Deze knelpunten krijgen extra aandacht in de Review. Ik denk bijvoorbeeld aan de tarieven voor het bellen van een vast toestel naar een mobiel nummer, en de prijzen van roaming. Belangrijk voor de consument is dat de kosten van met name mobiele telefonie transparanter worden. Veel consumenten zien door de bomen het bos niet meer. Er is een wildgroei aan abonnementen en aanbiedingen, zodat de consument onaangenaam verrast is als de telefoonrekening op de deurmat valt. Het is belangrijk voor de consument dat het eenvoudiger wordt om het oude nummer mee te nemen naar een nieuwe telefoonmaatschappij, de zogenaamde nummerportabiliteit. Nummerportabiliteit is een belangrijke prikkel voor het ontstaan van volledige mededinging. Technisch is het goed uitvoerbaar, maar kennelijk ontbreekt het bij de operators aan goede wil.
Bij het steeds verder integreren van vaste en mobiele telefonie, is het van belang dat de strenge regelgeving van het vaste net (ontworpen om de bestaande monopolies open te breken), geen blok aan het been wordt van de relatief concurrerende markt voor het mobiele net. Het is begrijpelijk dat mobiele operators zich hierover zorgen maken, omdat in de Review één regelgevend kader wordt voorgesteld voor deze twee convergerende markten.
Belangrijke vragen zijn echter nog niet beantwoord. Regelen we de toegang tot de infrastructuur door middel van verplichte interconnectie-afspraken, of laten we het over aan marktpartijen? Als we kiezen voor interconnectie-afspraken, kiezen we dan voor cost-based interconnectieprijzen, voor cost-based plus-interconnectieprijzen, of willen we meer rekening houden met de kortere kosten-omlooptijd van de investeringen in infrastructuur, en de veelheid aan infrastructuurmogelijkheden (kabel, Internettelefonie, wireless local loop, mobiel en Wap)? Dit betekent dat houders van infrastructuur minder zekerheid hebben over het rendement op investeringen dan voorheen. Het is dus zeer de vraag of het cost-based-model, en zelfs het cost-based plus-model, voldoen in de huidige situatie. Moeten we derhalve de interconnectieprijzen door de markt laten bepalen? Dan zou er een regeling moeten komen om conflicten hierover te beslechten, de zogenaamde dispute settlement agreement. Willen we dat nationaal geregeld houden via de Opta of via een Europese Regelgevende Autoriteit? Politiek belangrijk is dat de toegang tot de infrastructuur gegarandeerd blijft.
Daarnaast opent de Review ook andere discussies, zoals de voor- en nadelen van de veiling van frequenties, hetgeen ook in de Nederlandse situatie relevant is. De Nederlandse regering heeft namelijk het voornemen binnenkort de Umts-frequenties te veilen.
En wat te doen met de convergentie van televisie, telefoon en computer? De komst van digitale televisie heeft grote gevolgen. Ook over privacy op Internet is het laatste woord nog niet gezegd. Welke regelingen worden gemaakt voor locatiebepaling bij bellen van 112? Welke gevolgen heeft dit voor de privacy? Wat is een betaalbare prijs voor universele dienstverlening? Genoeg vragen die om een antwoord vragen.
De Review is van belang omdat het de basis is van de regelgeving die de Europese Commissie gaat voorstellen, en die zal gelden tot en met 2006. De consultatieronde die de Europese Commissie organiseert over de Review, sluit op 15 februari 2000. In maart 2000 zal het Europees Parlement tijdens de plenaire zitting in Straatsburg mijn rapport over de Review vaststellen.
Heeft u een mening over de Review van elektronische communicatie, infrastructuur en verwante diensten, geef die dan op korte termijn aan mij door. U kunt mij bereiken via http://www.wimvanvelzen.nl, waar ook een samenvatting van de Review te vinden is. Of stuurt u mij een e-mail: WGVelzen@europarl.eu.int.
Wim van Velzen,
lid van het Europees Parlement