Onder de Java-partners van Sun Microsystems is een strijd losgebarsten om de gunst van de Java-leverancier.
Sun heeft namelijk besloten geen algemeen geldende licentievergoeding voor de Enterprise-uitvoering van zijn Java 2 te vragen. In plaats daarvan dienen er per partner afspraken gemaakt te worden.
De leverancier laat hiermee zijn vaste vergoeding van 3 procent op de omzet uit Java-producten definitief varen. Enkele maanden geleden stelde Sun dat de Java-technologie vrij zou moeten zijn; het bedrijf liet weten geen royalty’s meer te vragen voor de standaard editie van Java 2. Analisten voorspelden toen al dat deze tactiek erop gericht is om het gebruik van ‘gewoon Java’ toe te laten nemen, waarna Sun geld wil verdienen aan de zwaardere bedrijfsversie.
Kloof dreigt
Doordat het bedrijf zijn licentiebeleid nu baseert op onderhandelingen per partner, dreigt er een kloof te ontstaan tussen grote Java-partners en kleinere software-ontwikkelaars die gebruik maken van Enterprise Java 2. Die eerste groep klanten is namelijk lang niet zo afhankelijk van Java als de tweede categorie bedrijven. Zo hebben IBM en Bea Systems al verklaard tegen het betalen van een vergoeding te zijn voor het gebruik van de merknaam Java 2 Enterprise Edition. Die naam zou onvoldoende bekend zijn om aparte royalty’s te rechtvaardigen. IBM heeft echter al enige tijd een overeenkomst met Sun waarin is vastgelegd dat het geen naamsvergoedingen hoeft te betalen.
‘Sun heeft ongetwijfeld een paar dozijn gegronde redenen voor deze beslissing, maar de nieuwe vereisten voor het voeren van de merknaam zorgen voor veel verwarring’, oordeelt analist Mark Driver van onderzoeksbureau Gartner Group. Sommige Java-partners van Sun zijn namelijk tegelijkertijd ook concurrent van die softwareleverancier. Het nieuwe licentiebeleid voor Enterprise Java 2 vereist onder meer het vrijgeven van gedetailleerde verkoop-informatie. Ook dat punt valt slecht bij veel Java-ontwikkelaars. Toch menen analisten niet dat deze kwestie de Enterprise Java-standaard zal bedreigen.
Overigens geldt deze herziene licentie-strategie ook voor de Micro Edition van Java 2. Voor die ingebedde Java-uitvoering moeten bedrijven voortaan op individuele basis onderhandelen met Sun. De leverancier hanteert hier hetzelfde patroon van een vergoeding voor het gebruik van de technologie én de merknaam. Die twee elementen zijn verbonden: zonder merknaam, geen technologie. Dit dient als bescherming om het Java-platform ‘puur’ te houden. Bovendien moeten programma’s die gebruik maken van Java nog altijd voldoen aan een slordige achtduizend compatibiliteitseisen voordat ze gecertificeerd zijn.