Onder de Java-partners van Sun Microsystems is een strijd losgebarsten voor het dingen naar de gunst van de Java-leverancier. Sun heeft namelijk besloten geen algemeen geldende licentievergoeding voor de Enterprise-uitvoering van zijn Java 2 te vragen.
Er dreigt dan ook een kloof te ontstaan tussen grote Java-partners, zoals IBM, en kleinere bedrijven. Die eerstgenoemde soort gebruikers is namelijk lang niet zo afhankelijk van Java als de tweede categorie software-ontwikkelaars.
Zo zijn IBM en Bea Systems tegen het betalen van een vergoeding voor de merknaam Java 2 Enterprise Edition. Die naam zou niet voldoende bekendheid genieten om aparte royalties te rechtvaardigen. IBM heeft echter al een overeenkomst met Sun waarbij het geen naamsvergoedingen hoeft te betalen.
Sun besloot onlangs de hoogte van licentie-royalties per partner te bepalen, op basis van onderhandelingen met elk bedrijf. Het computerbedrijf liet daarmee zijn vaste vergoeding van drie procent op de omzet uit Java-producten definitief varen.
Eerder zei Sun dat de Java-technologie vrij zou moeten zijn en liet het weten dat het geen royalties meer zou vragen voor de Standard Edition van Java 2. (Zie eerdere berichtgeving.) Experts voorspelden toen al dat deze taktiek erop is gericht om het gebruik van ‘gewoon Java’ te verhogen, waarna Sun geld wil verdienen aan de zwaardere bedrijfsversie.
Ook voor de ingebedde Micro-uitvoering van Java 2 moeten bedrijven op indiviudele basis onderhandelen met Sun. Die leverancier rekent een vergoeding voor het gebruik van de technologie en de merknaam. Programma’s met Java moeten nog altijd aan een slordige achtduizend compatibiliteitseisen voldoen voordat ze gecertificeerd zijn.