Het alarmerende tekort aan netwerkprofessionals wordt keer op keer vastgelegd in lijvige rapporten. De behoefte aan juist deze IT’ers is groot omdat bedrijven haast hebben met het aansluiten van hun bestaande netwerken op Internet. Want, zo is de gedachte, wie als eerste succesvol e-commerce toepast, slaat de grootste slag.
IT-professionals zijn niet aan te slepen: dat is inmiddels bekend. Maar wie wordt nu het zwaarst getroffen door dat nijpende tekort aan IT’ers? Onderzoeksbureau IDC beantwoordt die vraag – eindelijk – in het rapport Europe’s IT skills crisis: bedrijven die zich concentreren op netwerktechnologie voelen de krapte het meest. Toch lijkt van paniek in de netwerkbranche geen sprake. ‘Dat je vanuit een bepaalde krapte moet opereren, is in deze bedrijfstak niets nieuws.’
Terwijl binnen andere delen van de markt de tekorten oplopen tot een nog altijd respectabele 15 procent, moeten ‘netwerk-dienstverleners’ rekening houden met een tekort van 36 procent de komende vijf jaar. In 2002, zo blijkt uit een eerdere rapportage van IDC (The Internet economy, an employment paradox), hebben de West-Europese landen samen 1,6 miljoen automatiseerders nodig met kennis van netwerkontwerp, – bouw en -beheer. Ofwel 600.000 specialisten meer dan er op dit moment zijn.
Andrew Milroy, auteur van Europe’s IT skills crisis, kreeg in Engeland veel media-aandacht voor zijn rapport. ‘Vanaf het moment dat de rapportage eind november werd gepresenteerd, ben ik al een aantal keren in het nieuws geweest. Wat de aandacht van journalisten vangt is dat er kennelijk een kloof gaapt tussen wat bedrijven in de nabije toekomst w�llen en de onmogelijkheid om al die ambitieuze plannen ook op korte termijn te realiseren. Het tekort aan mensen staat een snelle ontwikkeling van e-commerce in de weg.’
Salarissen
De oorzaken van het tekort aan netwerkprofessionals zijn bekend. Internet vindt razendsnel zijn weg in het bedrijfsleven – daarmee groeit de behoefte aan noodzakelijke netwerkautomatiseerders. De convergentie van data en spraak naar een enkel netwerk vraagt eveneens specialistische netwerk-kennis. En dan zijn veel ondernemingen ook nog doende met het linken van de bestaande bedrijfsprocessen aan Internet. Ook hier zijn netwerkprofessionals onmisbare, technische schakels. ‘Kortom: er is een groot gebrek aan getalenteerde professionals. Je kunt ervoor zorgen dat meer mensen kiezen voor een informatica-opleiding. Maar zelfs dan red je het niet. Er worden gewoon te weinig mensen geboren’, zegt Milroy.
De IDC-onderzoeker verwacht dat het gat tussen grote en kleine ondernemingen groter zal worden. ‘De talenten om netwerken te ontwikkelen zijn schaars. Dat heeft nu al zijn weerslag op de salarissen. De ervaren netwerkprofessionals zullen steeds vaker vertrekken naar de meest kapitaalkrachtige ondernemingen. De kleinere bedrijven gaan voor de geschiedenisstudent met een zwak voor zijn PC.’ Talent uit het buitenland halen, geeft weinig lucht omdat de problemen ook daar spelen. Wel is Nederland er het slechtste aan toe. Milroy denkt dat die schaarste vooral te wijten is aan onze omvangrijke dienstensector. ‘Het aantal banken, verzekeringsmaatschappijen en andere dienstverlenende bedrijven is enorm – en die zijn meer en meer afhankelijk van de Internet-economie.’
Greencard
De Verenigde Staten hebben – verrassend genoeg – een voorsprong op Europa als het gaat om het aantrekken van IT’ers uit het buitenland. Zo zijn de strenge regels ten aanzien van het verstrekken van een greencard versoepeld voor buitenlandse automatiseerders ‘India heeft een middenklasse van zestig miljoen mensen. Daar zitten veel geschoolde IT’ers bij. Amerika haalt op grote schaal Indiase analisten in huis. Op dit moment wordt in Europa dat potentieel vooral gebruikt om diensten uit te besteden. Europa is nog teveel een fort’, vindt Milroy.
De Taskforce ICT, met veertien leden onder leiding van voormalig Getronics topman Ton Risseeuw, is het met Milroy eens. Eén van de voorstellen van deze IT-denktank is om de procedures voor het verkrijgen van werkvergunningen te versoepelen ten gunste van IT-professionals buiten de EU.
In de inmiddels veelbesproken rapportage doet de Taskforce elf concrete voorstellen om het tekort aan IT’ers terug te dringen. Op drie terreinen kan snel winst worden geboekt, menen de opstellers. Er moet geïnvesteerd worden in het imago van de branche, het onderwijs en in doelgroepen. (Zo zouden vrouwen meer gestimuleerd moeten worden om IT-opleidingen en vervolgcursussen te volgen. Ook de belangstelling van allochtonen moet worden aangewakkerd middels ‘digitale trapveldjes’. In de wijkcentra van 25 grote steden kan de doelgroep straks zelf kennismaken met een PC en Internet.)
Met de realisatie van het rapport is de Taskforce opgeheven. Begin volgend jaar volgt een vertaalslag naar concrete projecten. Maar van de overheid moeten geen grootscheepse maatregelen worden verwacht om het tekort aan netwerkprofessionals op te vullen, laat het ministerie van Economische Zaken weten. ‘De tijd van blauwdrukken is voorbij. De overheid is een speler, maar de belangrijkste spelers vormen de werkgevers en werknemers. Wij kunnen als overheid hooguit een beetje sturen.’
De meest originele gedachte uit het rapport is om vluchtelingen in asielzoekerscentra (om) te scholen. De vraag is of het tekort aan netwerkspecialisten zo deels wordt weggewerkt. Robert van der Lande, manager bij PriceWaterhouseCoopers en mede betrokken bij de totstandkoming van het rapport, denkt van wel: ‘De gemiddelde IT’er is hoger opgeleid dan noodzakelijk. Het is mijn indruk dat dit voor netwerkspecialisten ook geldt. De personeelsopbouw van IT’ers heeft de vorm van een wiebertje. De echte top wordt gevormd door een kleine minderheid. Vervolgens komt een grote groep universitair geschoolden. Daaronder wordt het aantal IT’ers weer snel kleiner. Die onderste laag zou veel groter moeten zijn. Er is teveel aandacht voor universitair geschoolden – mbo’ers worden verwaarloosd.’
Taalbarrière
Rob Louwerens, directeur van Racal Datacom, kan de juiste mensen nog wel vinden, maar schrikt steeds vaker als hij de krant openslaat. ‘Als je leest met welke tekorten je straks rekening moet houden… Daar krijg ik het Spaans benauwd van. Het gaat toch om de poppetjes. Wie de mensen heeft, beheerst de handel.’ In het ‘wiebertje’ van Van der Lande kan hij zich wel vinden. ‘Een netwerkspecialist is binnen ons bedrijf iemand op hts-niveau, maar een bijgeschoolde mts’er voldoet ook.’ Louwerens constateert dat er te weinig opleidingen zijn voor netwerkspecialisten. ‘Wij proberen zoveel mogelijk traditionele modem-mensen op te leiden. Die hebben we zelf in huis – van origine zijn we immers een datacommunicatiebedrijf. Wij houden ons bezig met de configuratie van systemen. Onze netwerkprofessional moet daarom op de hoogte zijn van protocollen en besturingssystemen. Iets weten van switches en routers. De echte netwerkontwerper heb je ook nodig. Een klant met een zustervestiging moet je toch op een goede manier aansluiten. Het hele e-commerce verhaal maakt de netwerkontwerper steeds belangrijker. Wij hebben al een keer gebruik moeten maken van een buitenlands detacheringsbureau. In Veenendaal zit een bedrijf dat netwerkprofessionals uit Zuid-Afrika haalt. Het grootste nadeel is de taalbarrière. In Nederland accepteert een klant het nog net als je met een Engelssprekende manager aan komt zetten, maar in landen als Frankrijk en Duitsland kan dat niet. Dat is heel lastig.’
Salaris: twee ton
Fore Systems is leverancier van actieve netwerkcomponenten. ‘Wij hebben eigenlijk geen moeite met het vinden van mensen’, verzekert Kristie van den Broek, marketingmanager Noord-Europa. Als je bedrijf maar de juiste uitstraling heeft, meent Van den Broek. ‘Als er iets in de organisatie niet goed draait, merk je dat direct. Dan lopen mensen naar de concurrent. Bij mijn vorige werkgever, ook een bedrijf in deze branche, volgde de ene reorganisatie op de andere. In zo’n situatie is het niet makkelijk om aan de juiste mensen te komen. Wij zitten in rustiger vaarwater; pas hebben we nog een netwerkontwerper in dienst genomen. Overigens zijn wij alleen leverancier van het netwerk; bedrijven als 3Com en Cisco hebben veel meer ontwerpers nodig. Dat is een echt gevecht.’
Gevochten wordt er nog niet, maar 3Com’s HRM-manager Jaqueline Roth geeft toe dat vraag en aanbod zeker niet met elkaar in evenwicht zijn. ‘Een netwerkprofessional verdient nu twintig procent meer dan drie jaar geleden’, vertelt Roth. ‘De salarissen variëren van 130.000 tot 200.000 gulden. Met geld alleen red je het trouwens niet. Ook de cultuur moet goed zijn en vanzelfsprekend rekent men op optimale arbeidsomstandigheden. Ik werk nu negen jaar bij 3Com en ben vanaf de eerste dag betrokken geweest bij het HRM-beleid. In die tijd is er heel wat aan faciliteiten bijgekomen. Dat kan niet eeuwig doorgaan; op een gegeven moment is de grens bereikt.’
3Com werft zijn jonge talenten vooral onder afstudeerders met een hts-elektronica-achtergrond. ‘Een aantal jaren geleden ging dat nog vanzelf. We werden overspoeld met aanvragen voor stageplaatsen. Daar is geen sprake meer van. In de huidige markt moet je creatief zijn. Voor telefonische helpdeskfuncties zoeken we geen afgestudeerde hts’ers meer. We nemen nu ook mensen zonder technische opleiding aan. Zolang ze maar affiniteit met de techniek hebben. In andere ondersteunende functies maken we steeds meer gebruik van herintreders. Soms kun je een sales-assistent laten doorgroeien. Maar voor de vacature van netwerkspecialist red je het niet met dergelijke oplossingen.’ Drie jaar geleden plaatste je een vacature voor een duty-engineer op hts-niveau. Toen kwam er nog wel een reactie; tegenwoordig kun je dat wel vergeten. Nu hebben we er laatst eentje via een detacheringsbureau uit Engeland gehaald. Dat beschouw ik als een interim-oplossing. Het is niet ideaal om een Engelsman in een Nederlandse verkooporganisatie in te zetten. We zoeken nog steeds naar een Nederlandse vervanger.’
Druk
Roth gelooft niet in het plaatsen van personeelsadvertenties. ‘De eigen medewerkers zijn een prima instrument om de laatste loslopende netwerkprofessionals op te sporen. Een 3Com-verkoper staat op beurzen, komt bij bedrijven. Hij ontmoet veel verschillende mensen en soms leidt dat tot een nieuw personeelslid.’ Daarnaast zet het bedrijf ook headhunters in. ‘Vroeger werden recruitmentfirma’s alleen gebruikt als je naar een nieuwe directeur zocht. Nu doe je voor vacatures met een salaris van tachtigduizend gulden al een beroep op dergelijke intermediairs. De druk op de ketel wordt almaar groter. Vroeger was de verkooporganisatie drie keer zo groot als de technische afdeling. Nu staat tegenover iedere verkoper een technische man. In ons geval gaat het dan om een netwerkspecialist. Je ontkomt er niet aan om steeds meer over de grens te kijken, maar ook daar moet je ze met een lantaarntje zoeken. Niet voor niets zijn Nederlandse netwerkprofessionals erg populair in het buitenland. Tot nog toe hebben we de mensen steeds gevonden, maar 3Com blijft kwetsbaar vanwege die behoefte aan hoog opgeleide mensen.’
Niet dramatisch
Bedrijven als Cisco en 3Com zitten precies in de hoek waar de klappen vallen. Cisco is onlangs gestart met een opleidingstraject voor netwerkprofessionals. Samen met het Regionaal Opleidingscentrum Haaglanden worden studenten opgeleid in ontwerp, installatie en onderhoud van netwerken. Een dergelijk initiatief spreekt Roth ook wel aan, maar de realisatie is niet zo eenvoudig als het lijkt. ‘Je moet tijd hebben om mensen intern op te leiden en ze te begeleiden. Dat kan alleen als je organisatie een bepaalde omvang heeft. 3Com Duitsland haalt studenten van de universiteit en verzorgt een intern opleidingsprogramma. Vanuit een HRM-standpunt is dat natuurlijk het mooiste wat er is. Je krijgt zo niet alleen heel deskundige, maar ook heel gemotiveerde mensen binnen. Voor 3Com in Nederland is die optie niet aan de orde. Wij zijn een echte verkooporganisatie. Dat je vanuit een bepaalde krapte moet opereren, is voor ons niets nieuws. Het is vanaf het begin zo geweest. IT-bedrijven zullen steeds creatiever worden in het zoeken naar geschikte professionals, maar op een gegeven moment houdt het op. Dat een tekort aan netwerkprofessionals de snelheid waarmee e-commerce zijn intrede doet vertraagt, is onontkoombaar. Daar moeten we niet te dramatisch over doen. In deze business willen bedrijven altijd meer dan er op dat moment mogelijk is.’
Nederland en het buitenland
Niet alleen Nederland kampt met een tekort aan IT-professionals. Ook Duitsland, Italië, Frankrijk en Engeland zien de krapte op de arbeidsmarkt toenemen.
Duitsland is van origine vooral op mainframes georiënteerd. De overstap naar client-server netwerken hebben veel bedrijven relatief laat gemaakt. Op dit moment is het Duitse bedrijfsleven bezig met een inhaalslag. Een van de grotere postorderbedrijven in Duitsland, Quelle, biedt tegenwoordig bancaire diensten aan via Internet en heeft haar catalogus uitgebreid met een hoofdstuk ‘vakantiereizen’. DaimlerChrysler eist van al haar toeleveranciers, zowel grote als kleine, dat alle transacties elektronisch verwerkt kunnen worden over hetzelfde netwerk. Die inhaalslag komt onder grote druk te staan als de toekomstvoorspellingen uitkomen. Duitsland had in 1988 behoefte aan 1,8 miljoen automatiseerders; ruim 100.000 vacatures bleven onvervuld. Dit tekort van 6 procent loopt in 2002 op tot 20 procent. Onder die 550.000 IT’ers bevinden zich naar verwachting 188.000 netwerkspecialisten.
De behoefte aan netwerkprofessionals is relatief laag in Italië, zeker in verhouding tot het bruto nationaal product. Dat heeft alles met de opbouw van het Italiaanse bedrijfsleven te maken, waarin het midden- en kleinbedrijf een belangrijke rol opeisen. Voor deze kleinere bedrijven lijkt het niet van levensbelang zich met ziel en zaligheid op Internet te storten. Toch groeit ook in Italië het tekort aan automatiseerders de komende drie jaar van 9 procent nu naar 18 procent. Op dit moment telt het land 826.000 IT’ers; in 2002 zijn dat er zo’n 974.000. Er is tegen die tijd echter behoefte aan 1,1 miljoen IT-professionals.
Frankrijk telde in 1998 ruim 1,4 miljoen IT’ers. Dit jaar is er werk voor nog eens 100.000 IT’ers. De aanwas bedraagt amper 20.000. In 2002 heeft Frankrijk ruim twee miljoen automatiseerders nodig; 17 procent van de vacatures blijft dan onvervuld. Het tekort aan netwerkspecialisten groeit in die periode eveneens met 17 procent.
Hoewel de IT-markt in toenemende mate een Engelssprekende is, slaagt Groot-Brittannië er niet in te profiteren van dat voordeel. De Britse regelgeving ten aanzien van immigratie is rigide. Wel wordt in toenemende mate gekozen voor het outsourcen van werk naar bijvoorbeeld India. In 1997 werd door de nieuwe Labour-regering een National Skills Taskforce geformeerd die IT als een van de belangrijke aandachtsgebieden benoemde. Tot nu toe heeft de Taskforce alleen een paar rapporten geproduceerd. De Britse overheid stimuleert daarnaast training on the job door middel van een netwerk van Training and Enterprise Counsels. Ook IT-bedrijven participeren in dit project. In 1998 namen slechts 2436 IT’ers deel aan de opleidingen.
Engeland kampt met een tekort van 9 procent. In 2002 ligt dit aantal op 240.000 IT’ers ofwel 15 procent.