Het beroep van de automatiseerders is in de laatste jaren van deze eeuw aan inflatie onderhevig. Door de krapte op de arbeidsmarkt treden geflipte historici en juristen toe tot het gilde der automatiseerders. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van de beroepsgroep. Technische IT’ers moeten zich daarom in het nieuwe millennium durven onderscheiden met beroepsprofielen en certificaten.
Er was eens een tijd dat automatiseerders zich als Pallas Athena op de berg Olympus voelden. Zij hadden de wijsheid in pacht en waren onbereikbaar voor gewone stervelingen. Alleen automatiseerders konden met de computer overweg en deze vreemde eenden in de bijt kwamen zelden achter deze machines vandaan.
Tijden veranderen, ook voor automatiseerders. De beroepsgroep breidt uit en neemt andere vormen aan. Ook de inhoud van het werk ontwikkelt zich en de traditionele functieomschrijvingen verdwijnen. De nadruk ligt amper nog op technische kwaliteiten van de werknemers. De moderne IT’er denkt commercieel, beschikt over een vlotte babbel en is geen technicus, maar een facilitator. Of erger nog: een consultant.
Emancipatie
Deze emancipatie komt voort uit pure noodzaak, maar biedt toch ook voordelen voor de professional zelf. Het alleenrecht op kennis is weliswaar leuk, maar niet als zij voor elk wissewasje of computerstoring binnen het bedrijf moeten opdraven.
Door de schaarste aan IT-professionals moeten de informatici zich weer gaan bezighouden met hun kerntaken. Zo adviseerde de werkgroep van Ton Risseeuw met het oog op deze problemen om aandacht te schenken aan de IT-kennis van niet-automatiseerders. Digibeten kunnen dan zelf hun problemen oplossen en de informaticus kan zich op het echte werk concentreren.
Dit laatste is broodnodig. De toenemende invloed van IT op de samenleving en de enorme complexiteit van menig project vergroot de druk en verantwoordelijkheid van automatiseerders. Zij komen bij klanten over de vloer en moeten in staat zijn de materie in begrijpelijke taal uit te leggen. Hun rol is anders en veelzijdiger.
Functieomschrijving
Deze veranderingen vragen om wijzigingen in de functieomschrijvingen. En die zijn er legio. De beroepsgroep kent inmiddels consultants, verkopers, marketeers, telecommunicatiespecialisten en Internetkenners. En als het aan de beleidsmakers ligt, is het einde van deze uitbreiding nog niet in zicht. Om de personeelstekorten op te lossen, doet de regering een beroep op gevogelte van geheel ander pluimage dat zich na enige bijscholing mag scharen onder het gilde der automatiseerders. IT’ers vormen door de omvang van de beroepsgroep bijkans een massaproduct.
Klanten worden bestookt met een wirwar van namen en functies. Gevolg is dat de onduidelijkheid toeneemt en de gebruiker reageert zoals hij dat in het verleden ook deed: de automatiseerder – of hoe hij dan ook mag heten – wordt weer een vreemde eend in de bijt. En dat is nu juist niet de bedoeling.
Bovendien brengt de massale uitbreiding van de beroepsgroep nivellering met zich mee. Klanten klagen al over de gebrekkige of te trage oplevering van IT-projecten. De ontevredenheid onder werkgevers over hun automatiseerders neemt toe, zoals onder meer bleek uit een recent onderzoek van Opportunity in Bedrijf. Logisch, want de kwaliteitseisen zijn door de situatie op de arbeidsmarkt minder strikt. Daarom dienen de ‘echte’ automatiseerders zich te onderscheiden en zich gewoon weer als technische specialisten profileren. Met bijbehorend certificaat.