IBM zet samen met de Universiteit van Nieuw Mexico de clusteringtechnologie van zijn RS/6000 SP-systemen over naar Linux. Dit gezamenlijke onderzoeksproject, genaamd Vista Azul, omvat ook het verhogen van de maximale belasting voor gecombineerde clusters van RS/6000 SP-machines en Linux-servers.
De computerleverancier hanteert hierbij nog wel een onderscheid tussen de eigen Unix-variant AIX en Linux. Het eerstgenoemde besturingssysteem draait op de eigen RS/6000-hardware met Power PC-processoren, het populaire ‘open source’-platform draait op Netfinity-servers met Intel-chips.
Het ‘hypercluster’ dat Vista Azul moet opleveren, zal dienen als een praktijk-omgeving voor wetenschappers die de twee verschillende computer-omgevingen willen gebruiken en vergelijken. "Wij denken dat hybride servers de toekomst hebben, maar dat er nog forse hordes genomen moeten worden wat betreft systeembeheer", zegt Dave Turek, directeur technische strategieën bij IBM’s server-divisie.
Deze topman zegt dat IBM de diverse aspecten van de twee architecturen wil onderzoeken om te bepalen wat het werkelijke verschil is voor zaken als stabiliteit en kosten van fouten. SP-uitvoeringen van de RS/6000’s zijn gespecialiseerde servers met hoge bandbreedte tussen de knooppunt-computers die het cluster vormen. IBM’s Linux-systemen zijn opgebouwd uit goedkope standaardcomponenten en hebben een relatief lage bandbreedte.
"Dit is echter niet een project om te ‘bewijzen’ dat SP’s beter zijn dan Linux-clusters. Dit moet aantonen welke applicaties het meest geschikt zijn voor welke soort machine", benadrukt Turek. De Universiteit van Nieuw Mexico heeft nu een Linux-cluster van 64 computers staan dat de naam Road Runner draagt. Dit systeem draait op Red Hat Linux en zelfgemaakte extensies voor clustering die functioneel gelijk zijn aan de bekende ‘open source’ Beowulf-technologie voor het koppelen van Linux-computers in een cluster.