De stichting Nlnet start binnen Nlnet Labs met het ontwikkelen van Internetsoftware voor het publieke domein. Begin volgend jaar vangen de activiteiten aan. Deze worden gefinancierd met de rente van het bij de verkoop van Nlnet aan Uunet verworven kapitaal.
Op korte termijn ligt de prioriteit bij het oplossen van enkele bottlenecks in netwerktechnologie voor Internet, zoals het veilig koppelen van domeinnamen met IP-adressen. ‘Dit moet niet in handen vallen van commerciële uitbaters’, zegt Ted Lindgreen van Nlnet. Lindgreen is mede-oprichter van het in 1988 gestarte Nlnet en zal Nlnet Labs gaan leiden. Voor het totale initiatief is vijftien jaar uitgetrokken. ‘Bij een kortere tijd moet er meer worden gescoord. Met een richtwaarde van vijftien jaar kunnen we echt nieuwe ontwikkelingen gestalte geven.’
Onafhankelijk
Nlnet Holding kwam in 1997 in handen van Uunet, een dochter van MCI Worldcom. Met de aandelenruil die daarbij plaatsvond kreeg de Stichting Nlnet de beschikking over een fors kapitaal. Vorig jaar werd besloten de stichting om te vormen tot een instelling tot nut van het algemeen. Doel was het bevorderen van elektronische informatie-uitwisseling via Internet, ‘volledig onafhankelijk van overheid en bedrijfsleven’, aldus de nieuwsbrief van Nlnet in februari 1998. Lindgreen wil ‘met een aantal briljante onderzoekers’ open source software voor Internet gaan ontwikkelen. Met de rente van het bij de Uunet-overname verworven kapitaal kan Nlnet deze ontwikkelingen financieren.
Volgens Lindgreen is vooral haast bij het ontwikkelen van de nieuwe versie van Bind (Berkeley Internet Name Daemon). Bind ligt ten grondslag aan alle huidige Internet DNS (Domain Name Service) systemen en zorgt ervoor dat domeinnamen en IP-nummers aan elkaar worden gekoppeld. De nu toegepaste Bind-versies en derivaten kennen nog geen beveiliging en het einde van de schalingsmogelijkheden komt in zicht. ‘Ons doel is om versie 9 veilig te maken en op te schalen’, zegt Lindgreen. ‘In Nederland zitten we nu op 150.000 domeinnamen en dat zal eind 2000 oplopen tot een miljoen. Die groei zie je wereldwijd. Bind versie 9 is het antwoord op beide problemen, maar moet nog wel afgemaakt en breed toegepast gaan worden.’
Eerder staken enkele computerbedrijven ook al geld in Bind V9, maar dat project liep aanzienlijke vertragingen op. Nlnet sponsort sinds vorig jaar al het Internet Software Consortium (ISC) met een project voor de ontwikkeling van ISC Bind V9. De angst bestond dat bedrijven licenties wilden afdwingen, wat een brede beschikbaarheid in de weg stond. ‘Dit zijn de basiselementen van Internet’, zegt Lindgreen. ‘Daar moet een onafhankelijke organisatie werk van maken.’ Hij noemt het ‘gevaarlijk’ als de basissoftware van het Internet in het domein van gesloten software-bedrijven wordt ingelijfd. ‘Dan is het einde van ontwikkeling van Internet in zicht. Gelukkig kunnen we dit nu met eigen middelen gaan doen.’