Sun Microsystems reorganiseert zijn afdelingen voor Java en Jini. Ook de ‘deels open source’-licentie voor die technologieën ondergaat een verandering. Het bedrijf heeft enkele topposities verschoven om – naar eigen zeggen – meer aandacht te besteden aan de licentiehouders voor zijn platform-onafhankelijke technologie.
Deze herziening binnen de Java-activiteiten van het bedrijf omvat ook het samenvoegen van de ontwikkelgroepen voor de verschillende uitvoeringen van Java en het afgeleide Jini. Voorheen bestond de ‘Consumer and Embedded’-groep, die zich bezighield met Personal Java en de micro-uitvoering van Java 2, naast de Java Software-groep, die de standaard- en ‘enterprise’-uitvoeringen van Java 2 ontwikkelt.
Sun heeft deze twee takken in één ontwikkelgroep ondergebracht en een nieuwe eenheid opgezet voor het contact met de licentiehouders en onafhankelijke ontwikkelaars. Die afdeling voor de ‘Java/Jini-gemeenschap’ staat onder leiding van vice-president George Paolini.
Sun-woordvoerder David Harrah zegt dat dit zeer waarschijnlijk ook leidt tot verfijningen in de Community Source licentievoorwaarden van het bedrijf. Die ‘semi-open source’ heeft nogal wat kritiek te verduren gehad vanwege het deels commerciële aspect.
Verder werkt Sun samen met Inprise aan een vertaling van Java 2 voor het populaire ‘open source’ besturingssysteem Linux. Dit maken de twee IT-bedrijven deze week bekend. Analisten zien hierin een teken dat Sun zijn ambivalente houding ten opzichte van Linux laat varen om het platform nu beter te ondersteunen.