De vakbonden zullen een grotere rol spelen in de ICT-branche. Vertrekkend bestuurder John Koudys van Dienstenbond CNV is daarvan overtuigd. ‘Automatiseerders zien het belang van onze rol steeds beter in.’ De vakbond adapteert zich op zijn beurt aan de wetten van deze sector. Een gesprek met de ‘wandelende archiefkast’ die op 1 januari afzwaait.
Koudys heeft zeven jaar onderhandeld met automatiseringsbedrijven en met Raet zelfs dertien jaar. Zijn werk in de ICT-branche zit er bijna op. ‘Ik ben aan iets nieuws toe. Ik loop langer mee dan de meesten in deze sector. Sommigen beschouwen mij dan ook als een wandelende archiefkast.’ De bestuurder stapt in het nieuwe jaar over naar CNV Bedrijvenbond, waar hij zich bezig gaat houden met land- en tuinbouw, horeca en kappers. Een functie bij het bedrijfsleven heeft de vakbondsman niet overwogen.
‘Ik ben wellicht van de oude stempel, maar ik hoef niet zo nodig een carrière in het bedrijfsleven te maken. Ik wil vakbondsbestuurder blijven. Dat zit gewoon in mijn bloed. Ik kom nu eenmaal graag op voor de belangen van anderen.’ En dan enigszins beschroomd: ‘Ik weet het, ‘idealen’ is geen aantrekkelijk woord meer, maar ik wil toch meewerken aan een betere wereld.’
Wildwest
De vertrekkende bestuurder heeft de rol van de vakbonden in de loop der jaren zien veranderen van pionier tot volwassen gesprekspartner, maar ook van actieplatform tot adviseur en informatieverstrekker. ‘Toen ik aantrad, was er nog helemaal niets, op een verouderde cao voor de kantoormachinebranche na. Bull en Raet hadden ook overeenkomsten gesloten, maar voor de rest was het een wildwestbranche.’
Inmiddels hebben de bonden zich een aardige positie aan menig onderhandelingstafel verschaft. Grote bedrijven als Origin, Getronics, Roccade beschikken inmiddels over een cao en dit jaar bereikten de vakbonden een akkoord met de werkgevers over een collectieve overeenkomst voor hardwarebedrijven. Koudys noemt deze overeenkomst voor de informatie-, communicatie- kantoortechnologiebranche (ICK) één van de belangrijkste resultaten die hij heeft bereikt.
De ICK-cao was bijna een vroege dood gestorven, toen de bonden FNV en VHP in 1997 uit onvrede over het resultaat uit de onderhandelingen stapten. ‘Ik ben toen zelf wel doorgegaan met de onderhandelingen. Het contact met de andere vakbonden was toen minder goed en ik denk dat FNV en VHP toen wel moeite met mij hadden. Uiteindelijk zijn wij er toch met zijn allen uitgekomen. Een persoonlijke triomf? Zo zou ik het niet willen noemen. Maar het geeft wel aan dat ik destijds de juiste keuze heb gemaakt.’
Aanpassen
In de loop der jaren hebben de vakbonden water bij de wijn moeten doen om bij de ondernemingen over de vloer te komen. Zo sluit men momenteel geen cao meer in de ICT-sector, zonder bepalingen over prestatiebeloning en keuzemodellen daarin op te nemen. De vertegenwoordigers van de werknemers hebben zich met name tegen prestatiebeloning verzet, maar moeten deze clausules nu toch schoorvoetend toestaan. ‘Wij hebben ons inderdaad aangepast aan de eisen van de ICT-sector. Er is een duidelijke omslag gaande. Voorheen moesten de bonden laaggeschoolden bijspringen. De werknemers in de ICT-sector zijn meestal goed ontwikkeld. Wij kunnen hun meer ruimte geven. Een cao à la carte geeft deze vrijheid.’
Koudys geeft aan dat de weerstand tegen prestatiebeloning te maken heeft met angst voor herinvoering van het aloude stukloon, waaraan volgens hem letterlijk mensen zijn doodgegaan. ‘Dit heeft niets met stukloon te maken, maar wel met de mate waarin een werknemer zich ontwikkelt.’ De vakbondsman noemt prestatiebeloning een goede manier om de werknemer te prikkelen zichzelf te ontwikkelen. ‘Het personeel kan niet meer de hand ophouden. Medewerkers zijn evenzeer verantwoordelijk voor het voortbestaan van hun bedrijf.’ Zijn nadruk op de verantwoordelijkheid van de werknemers komt volgens Koudys voor een groot deel voort uit zijn geloofsovertuiging. ‘CNV legt vanwege zijn christelijke achtergrond veel nadruk op een begrippen als verantwoordelijkheid. Daarom denken wij meer dan andere bonden met bedrijven mee.’
Getronics
De vakbonden mogen dan wel meer informatieverstrekkers dan actiebastillons zijn, af en toe moet er volgens Koudys wel degelijk ‘worden geknokt.’ Met name de strijd met Getronics staat hem nog helder voor de geest.
‘Ik heb mij echt in dat bedrijf moeten vechten. In 1993 waren veel werknemers van Getronics het slechte sociale beleid van hun werkgever zat. Dit had te maken met de rol van Risseeuw. Hij wilde mij niet toelaten, maar is uiteindelijk gezwicht. Daar ging wel wat gegooi met modder door ons beiden aan vooraf. Inderdaad, ik was in tegenstelling tot enkele andere vakbondsbestuuders niet uitgenodigd voor zijn afscheidsfeest.’
‘Klassieke voorman’
Mattijs Kropholler, personeelsmanager bij Getronics, heeft de afgelopen jaren veel onderhandeld met Koudys over de cao voor zijn bedrijf. Hij omschrijft de vakbondsbestuurder als een zeer gedreven man. ‘Hij is een klassieke voorman, die tussen zijn achterban staat en de leden ook weet te motiveren. Koudys blijft altijd zichzelf en beschikt over veel vakinhoudelijke kennis.’ Kropholler en Koudys lagen eerder dit jaar tijdens de onderhandelingen nog met elkaar overhoop. ‘Dat was gebaseerd op een misverstand. Koudys communiceert erg snel met de achterban en daaraan moest ik wennen.’
Jeroen Sparla, bestuurder van vakbond VHP zegt dat zijn vertrekkende collega erg betrokken was bij het belang van zijn leden. ‘Hij staat voor hun zaak en grijpt in als het niet zo loopt zoals hij wilt. Koudys loopt heel lang mee in deze sector en dat is een groot voordeel. Hij legt snel de vinger op de zere plek. Aan de andere kant kijkt hij volgens mij wel eens jaloers naar het gemak waarmee de andere bonden als VHP en FNV hun eigen IT-beleid kunnen opzetten.’