"Ik ben begonnen met Economie – aan de VU – de propedeuse heb ik niet gehaald. Toen ben ik naar het hbo gegaan, lerarenopleiding Tekenen. Na een jaar ben ik Engels gaan studeren aan de UVA. Daarna koos ik voor Publicistiek, een onderdeel van Culturele Studies. Direct na mijn studie heb ik me bij de stichting PION aangemeld, want ik dacht: dit wordt helemaal niks." Jaarlijks schoolt Pion duizenden hoger opgeleiden om tot IT’er. In sommige bedrijven bevolken ze hele afdelingen. Wie zijn ze, wat doen ze? Vier omgeschoolden reageren op vijf stellingen. "Ik heb het gevoel dat je na de Pion-opleiding niet op een behoorlijk niveau consultantwerk kan doen in de IT."
Martijn de Vrij (28): "Ik heb er thuis heel veel over gepraat. De studie die ik deed, vond ik helemaal niet leuk. Al dat softe gedoe. Dat wetenschappelijke geouwehoer, ik werd er helemaal gek van. Ik zat daar gewoon verkeerd. Dan moet je gaan bedenken: wat wil ik nu wel. Het enige vage gevoel dat ik had was dat ik mezelf wel in een of ander kantoor zag zitten en dingen regelen. Het is natuurlijk wel een idioot grote stap die je neemt: echt heel wat anders gaan doen. Maar ik heb er geen moment spijt van gehad."
Ex-student publicistiek Martijn de Vrij rondde anderhalf jaar geleden de Pion-opleiding af en werd daarna aangenomen door IBM. Daar werd hij ingezet op systeembeheer, iets wat hij overigens niet wilde. Reden om het na een jaar weer voor gezien te houden. Martijn: "Mijn broertje werkt bij CMG en hij regelde daar een informeel gesprek voor me. Daar ben ik aangenomen. Ik heb eerst negen maanden een jaar-2000 project gedaan in Rotterdam. Nu zit ik voor een half jaar bij de KLM."
Marjon de Zwart (37) studeerde psychologie en werd aio (assistent in opleiding). Na haar promotie-onderzoek, met als onderwerp ‘informatieverwerking bij angstige en depressieve patiënten’ was er geen werk meer voor haar op de universiteit.
Solliciterend naar andere onderzoeksbanen kwam ze twee jaar geleden ook advertenties van de stichting PION (‘Promotie van Integratie door Omscholing in Nederland’) tegen. Ze besloot over te stappen naar de IT, en is nu gedetacheerd bij Mercedes Benz Nederland. Daar doet ze ontwikkelwerk in een Oracle-omgeving.
Het juiste beroep
Annet Zwaagstra (31) studeerde zes jaar geschiedenis en Internationale Organisaties, maar maakte de studie niet af. Ze had al een Schoevers-opleiding gedaan, en ging als juridisch secretaresse werken bij een advocatenkantoor. "Wel leuk werk, maar toch iets te beperkt." Na een overstap als secretaresse naar de IT-afdeling van Coopers en Lybrand ontstond het idee zelf de IT in te gaan. Haar baas zag die overstap niet zitten. Annet: "Ik ben gestopt en dacht: nu moet ik iets anders gaan doen. Dit is niet het juiste beroep voor mij." Al tijdens haar Pion-opleiding tot programmeur, die ze vorig jaar volgde, kon ze terecht bij een softwarebedrijf dat interactieve software ontwikkelt.
"Als je afgeknapt bent op het onderwijs, totaal afgebrand, dan ga je wat anders zoeken," zegt pedagoog Wiel Schoenmaekers (43). Hij werkte 21 jaar in het onderwijs voor hij de overstap naar de IT maakte. Reorganisaties en de toenemende werkdruk bezorgden hem steeds minder plezier in zijn werk als schooldirecteur. Allerlei factoren leidden er zelfs toe dat hij werkloos werd. "Dat is heel pijnlijk geweest."
Het arbeidsbureau wees hem in maart 1998 op de mogelijkheid een SAP-opleiding te volgen. Het betrof een samenwerking tussen Pion en het Arbeidsbureau Zuid-Limburg. Inmiddels werkt Schoenmaekers voor een IT-bedrijf dat SAP-programmatuur implementeert.
Leuk vak
Stelling 1: ‘IT is een leuk vak’
Martijn: "Absoluut. Ik vind het ontzettend boeiend. Programmeren vind ik heel leuk, iets puzzelen en bouwen tot je iets hebt wat werkt. Dat geeft een kick, het spreekt me enorm aan. Veel met gebruikers praten vind ik ook leuk, het gaat me ook goed af."
Marjon: "Je kunt er heel veel in kwijt. Ontwikkelen, praten met klanten, bouwen, implementeren: het is heel veelzijdig. De IT had misschien een saai imago, maar ik geloof niet dat het nu nog zo is. Ik ben zelf niet overgestapt omdat het zo saai overkwam. Het werk bestaat tegenwoordig ook niet meer uit de hele dag achter een computer zitten. Het is veel meer."
Annet: "Het is leuker dan ik durfde denken. Het was voor mij wel een sprong in het duister. Maar het bevalt goed. Elk werk heeft zijn saaie kanten. Soms heb ik geen zin in het programmeerwerk. Maar er is ook veel samenwerking met collega’s en het contact met de gebruikers maakt het ook leuk. Ik heb eigenlijk nooit het gevoel gehad dat ik zin had om naar m’n werk te gaan. Nu heb ik dat wel."
Wiel: "Ik zou zeggen: het is een uitdagend vak. Er zitten leuke en minder leuke kanten aan. Mijn SAP-kennis is bijvoorbeeld nog niet van dien aard dat ik mij honderd procent lekker in mijn vel voel zitten. Dat maakt het minder leuk. Af en toe gaat het me boven de pet. Maar ik lees veel, en vraag veel aan collega’s. En soms zeg ik gewoon: ik weet het niet."
Negatieve motivatie / Van muzikanten tot biologen
Stelling 2: ‘Pion-cursisten kiezen vanuit een negatieve motivatie voor de IT’
Marjon: "Ik denk dat de mensen die aan de cursus beginnen, een hele positieve houding hebben. Daar wordt je ook op geselecteerd. De opleiding is ook te zwaar om er met een negatieve motivatie doorheen te komen, denk ik."
"Ten opzichte van je oorspronkelijke keuze maak je een overstap, het is geen stap terug. Natuurlijk is het best treurig dat je op een bepaalde manier niet verder kan in de keus die je gemaakt had. Maar dat maakt de keuze voor iets anders daardoor niet meteen negatief."
Annet: "Je bent er juist heel bewust mee bezig, zo van: ik wil iets nieuws aanpakken, ik wil er iets van maken. Ik heb van zo’n negatieve instelling niets gemerkt. In mijn groep zaten allerlei soorten mensen, van muzikanten tot biologen. De meeste mensen hadden toch al iets met computers. Ik ben zelf een extreem geval, ik had thuis niet eens een eigen PC. Maar veel mensen wisten al heel wat van computers. De meesten deden het met veel plezier. Er was tijdens mijn opleiding maar een cursist die ermee stopte."
Wiel: "We zien wel, dacht ik. Ik probeerde de draad van het leven weer op te pakken, ik zag het als een nieuwe uitdaging. Als ik naar mezelf en mijn medecursisten kijk, heb ik van een negatieve motivatie niet of nauwelijks iets bespeurd."
"Mijn filosofie is: alles wat in je leven op je weg komt, zal een reden hebben. Ik geloof niet in toeval. Het is gekomen zoals het gekomen is, en op grond daarvan maak je zo’n keuze. Van de negatieve ervaringen in het onderwijs heb ik ook weer geleerd."
Martijn: "Voor mij is de keus niet uit nood geboren. Het was een prima kans, en ik doe het omdat ik het leuk vind. Op de lagere school schreef ik al programmaatjes voor de computer van mijn vader. Ik heb gewoon de goede keus niet gemaakt. Ik had naar de HTS moeten gaan."
Verloren kennis
Stelling 3: ‘Eerder vergaarde kennis gaat helemaal verloren’
Martijn: "Helemaal niet. Door mijn opleiding kan ik goed formuleren, en techneuten kunnen dat vaak niet. Dus bij KLM schrijf ik nu handboeken, en ik herschrijf stukken in het Engels die zij gemaakt hebben. Ik heb dus nog wel wat aan mijn opleiding."
Marjon: "Ik geloof niet dat kennis ooit verloren gaat. Het staat gewoon stil. Je neemt toch mee wat je geleerd hebt. Bovendien heb ik de indruk dat bedrijven juist zoeken naar een nieuw soort IT’er, met andere eigenschappen. Ik heb heel vaak te horen gekregen dat het prettig is dat ik niet ben wat men verstaat onder een doorsnee IT’er, maar dat ik een beetje kan communiceren en met klanten om kan gaan."
"Soms heb ik heimwee, op momenten dat ik het werk saai begin te vinden. Hoewel ik het puzzelen wel leuk vindt. Maar soms realiseer je je dat het minder diepte heeft. Dat het doel alleen is dat er bijvoorbeeld meer auto’s verkocht worden. Dat is nu eenmaal het bedrijfsleven. Op de universiteit had je meer vrijheid. Je kon er theoretisch meer in kwijt. Het ging vooral om het vergaren van kennis, dat zie ik in mijn huidige werk niet."
Wiel: "Je neemt kennis altijd mee. Sociale intelligentie, het kunnen omgaan met anderen, grote lijnen kunnen zien, analyseren: dat is belangrijk. Levenservaring gaat nooit verloren, en in de IT-consultancy kun je er juist goed mee uit de voeten. Met mensen omgaan is altijd pedagogisch bezig zijn."
Annet: "Ik heb zelf veel baat bij mijn ervaring in schriftelijke rapportages. Omdat ik zes jaar op de universiteit heb gezeten, ben ik ook makkelijk in de omgang met mensen, ik heb een goede algemene ontwikkeling."
Scepsis en veel richtingen
Stelling 4: ‘Pion-cursisten ontmoeten veel scepsis bij hun collega’s wat betreft hun kennis’
Marjon: "De ervaring die ik heb is dat de Pion-opleiding goed bekend staat. Veel van mijn collega’s hebben ‘m gedaan, en de manager van mijn afdeling ook."
Annet: "Ik ben zo’n houding nog niet tegengekomen. De informatici die ik ken, begonnen ook maar als programmeur. Het leuke van de IT is dat er heel veel richtingen zijn. Ik weet niet veel van C++, maar wel veel van RPG en AS/400. Bij het bedrijf waar ik werk, zijn mensen die daar niets van weten. Die komen daarover aan mij vragen stellen. Het is een kwestie van ervaring en van tijd. Als je van de Pion-opleiding afkomt, ben je nog geen volleerd programmeur."
Martijn: "Bij IBM heb ik wel gemerkt dat er een negatief beeld van de Pion’ers bestaat. Zo van: ‘het is maar een Pion’er’. Dat valt weleens verkeerd. Bij mij in het klasje zat een jongen die beter is dan de gemiddelde programmeur bij CMG. Hij is ontzettend intelligent en hij doet het heel goed. Als ze er dan achter komen dat je een Pion’er bent, is de reactie: ‘nee, dat is niet zo, jij hebt dit vak gestudeerd’. Dat is dan een compliment."
"Ik loop niet constant van de daken te schreeuwen dat ik een Pion’er ben. Pas als ik me bewezen heb, vertel ik dat. Het negatieve beeld is ontstaan omdat er ook kneusjes tussen de cursisten zitten. Mensen die buitenstaander blijven omdat ze hun verleden niet echt los willen laten. Geitenwollen sokkentypes. Als je buiten de boot valt, wordt het gewoon niet gezellig en dan gaat het ook niet."
Wiel: "Bij de evaluatie van de Pion-opleiding ben ik heel kritisch geweest over de kwaliteit en het niveau van de opleiding. De mensen die de kennis moesten overdragen waren soms zelf pas afgestudeerd. Ik heb het gevoel dat je na de Pion-opleiding niet op een behoorlijk niveau consultantwerk kan doen in de IT. Als je er niet ontzettend veel extra tijd in investeert, ga je in de praktijk onderuit. Ik was niet echt blij met de opleiding, en dat gevoel leefde breed in mijn groep."
"Ik merk in mijn omgeving bij werkgevers ook een reactie van: een Pion-cursist? Nee, liever niet. Daar kun je niet te veel van verwachten, want ze weten niets. Dat heb ik echt meegemaakt."
"Daar voel ik mezelf ook niet zo prettig bij, want dan gaat het natuurlijk ook over mij. Ik reageer er meestal niet op, ik bewijs mezelf liever eerst. Als er dan waardering komt, als alles naar tevredenheid is, dan zegt mij dat meer dan die opmerkingen."
Select gezelschap
Stelling 5: ‘Iedereen kan IT’er worden’
Martijn: "Absoluut niet. Je moet jezelf kunnen verkopen, anders lukt het niet. En als je moet programmeren, moet je daar talent voor hebben. Op de cursus kwam ik ook mensen tegen die gewoon de logica niet begrepen. Vervelend, maar dan kun je geen IT’er worden."
"De Pion-cursus vond ik best pittig. Ik heb er hard voor moeten werken. Toen ik een poosje bij CMG werkte kreeg ik het gevoel dat Pion de lat lager ging leggen bij het aannemen van mensen. Waardoor er bij ons Pion’ers binnenkwamen waarvan ik dacht: tjonge, waarom hebben ze jou aangenomen. Dat iemand bijvoorbeeld communicatief een nul is en ook niet al te snugger in programmeerwerk is. Het is leuk als je die voor een goed tarief kan wegzetten in de markt, maar wat leveren zij het bedrijf op? Niets, denk ik. Dat zijn mensen die nooit verder zullen komen dan waar ze nu zitten. Een commerciële of een leidinggevende functie zit er voor hen niet in."
Marjon: "Het moet je wel een beetje liggen. Je moet in korte tijd veel informatie tot je kunnen nemen. Analytisch vermogen is ook wel meegenomen. Als je door de Pion-selectie heen komt, kun je IT’er worden."
Annet: "Ik zou er niet aan beginnen als je het niet aankunt. En je moet het leuk vinden. Ik heb heel goed nagedacht wat ik wilde, en het puzzelen aan oplossingen vind ik heel leuk. Diep over dingen nadenken. Dat je tijdens het werk opeens denkt: hé, het is al lunchpauze. Dat ervaart niet iedereen zo."
Wiel: "De praktijk wijst uit dat niet iedereen ervoor geschikt is. Iemand met veel boekhoudkundige kennis redt het soms niet, IT is niet alleen het hebben van vakkennis. Als je niet goed kunt communiceren met de klant, niet diplomatiek kunt zijn, dingen niet goed kan overdragen bij trainingen, dan loop je vast."
Auke Schouwstra, freelance medewerker
Bedrijven tevreden over PION
Artsen, theologen, landbouwkundigen, arts-assistenten en aardrijkskunde-leraren: allemaal volgden ze al eens een Pion-opleiding om omgeschoold te worden tot IT’er. De stichting PION (‘Promotie van Integratie door Omscholing in Nederland’) bezorgde vorig jaar de vijfduizendste cursist een baan. Sinds 1985 volgden jaarlijks gemiddeld 385 cursisten een opleiding bij deze instelling. Inmiddels staat de teller op 5200 cursisten die via de verschillende cursussen een baan vonden.
Twee jaar geleden liet de stichting een onderzoek uitvoeren naar het Pion-aanbod en de loopbanen van de cursisten. Het onderzoek werd nooit gepubliceerd omdat de respons op de enquête niet hoog was. Het Nederlands Onderzoekscentrum Arbeidsmarkt verzamelde gegevens van 122 oud-cursisten en vijf werkgevers.
De meeste cursisten (76 procent) vonden direct na de omscholing een baan. In 1997 vond 98 procent van de cursisten een baan. Bij een ruime meerderheid werd het salaris in de afgelopen jaren verhoogd, met gemiddeld 500 gulden per dienstjaar. De cursisten zijn positief over hun loopbaanmogelijkheden.
Mening werkgevers
Ook de werkgevers (weliswaar reageerde slechts een gering aantal van vijf op het onderzoek) zijn positief. Ze geven de Pion-cursisten gemiddeld een 7,5 voor hun prestaties. De werkinstelling scoort hoog, en ook hun communicatieve vaardigheden en hun persoonlijke vaardigheden.
Werkgevers en werknemers waarderen de opleiding met een 7,5. Onder de cursisten geeft een kwart het cijfer 6 of lager. Elf procent van hen vindt dat de opleiding slecht aansluit op de praktijk. Zij noemen ‘inhoudelijke kennis’, ‘praktische vaardigheden’ en ‘loopbaanontwikkeling’ als zwakke punten. De werkgevers vinden ook dat de kwaliteit van de opleiding verbeterd moet worden.
Vergeleken met regulier geschoolde werknemers behoren de meeste Pion’ers tot de betere of beste werknemers, volgens het onderzoek. Daarbij moet bedacht worden dat hierbij de resultaten van slechts 22 Pion’ers bekeken zijn. Vier procent van hen wordt gerekend tot de categorie ‘minder goede medewerker’.
Volgens Pion-directeur drs W. Post is de kritiek inmiddels verwerkt in het beleid. Werkgevers worden meer betrokken bij de inhoud en een van de drie opleiders kent inmiddels de mogelijkheid van een individueel lesprogramma, in te delen door werkgever en werknemer.