SGI heeft zijn strategie voor werkstations met Intel-processoren weer herzien; het zal die productlijn nu toch zelf houden. De werkstationfabrikant wou de geflopte Windows NT-machines eerst overdoen aan een ander bedrijf, maar heeft daarvoor geen kandidaat kunnen vinden.
SGI zal de grafische Intel-werkstations nu drastisch herzien en de machines toch nog zelf blijven voeren. De forse, maar dure verbeteringen die het bedrijf oorspronkelijk had aangebracht in de PC-systeemarchitectuur worden dus danig teruggeschroefd.
"Je hoeft niet het wiel opnieuw uit te vinden voor sommige markten", erkent Geoff Stedman, marketingdirecteur voor de Visual Workstation-lijn. SGI heeft dan ook verdere plannen voor de twee modellen, de 320 en de 540, laten vallen.
Die machines vertegenwoordigden een poging de geavanceerde hardware van dure Unix-werkstations over te hevelen naar de prijsbewuste PC-markt. SGI’s werkstations waren technologisch vooruitstrevend, maar productie- en distributieproblemen zorgden voor een latere lancering. De vooruitgang in gewone PC-technologie begon inmiddels in te lopen op SGI’s expertise.
Het bedrijf laat dus nu de reeds ontworpen werkstations vallen. Deze beslissing kost het bedrijf veertig miljoen dollar voor het schrappen van productiecontracten en nog eens twintig miljoen dollar voor het afschrijven van de nu overtollige voorraad. Een deel van de technologische kennis komt nu in handen van de nieuwe partner Nvidia, fabrikant van grafische kaarten voor PC’s.