Opera was tot voor kort één van de weinige onderdelen van de samenleving die niet direct of indirect profiteerde van de Internet-bonanza. Dankzij een flamboyante telg uit een geslacht van Cubaanse suikerplanters komt daar nu verandering in.
Alberto Vilar, één van de meest succesvolle investeerders in high-tech- en Internetbedrijven, haalde vorig jaar het nieuws toen hij een donatie gaf van 25 miljoen dollar aan de New York Metropolitan Opera. Vilars dagelijkse bezigheden mogen geheel in het teken staan van Internetaandelen als Yahoo!, Ariba en Amazon, zijn hart heeft deze 58-jarige Amerikaanse Cubaan allang verpand aan Puccini, Wagner en Bizet. "De vrouwelijke stem is het mooiste instrument van de wereld", meent Vilar. Hij is dan ook een hartstochtelijk aanbidder van de Italiaanse sopraan Cecilia Bartoli.
Dit jaar legde Vilar – die als kind op een stoel kroop om een denkbeeldig orkest te dirigeren – zeven miljoen dollar op tafel voor de verbouwing van het Covent Garden Opera House in Londen. Daarnaast heeft hij ook nog eens ettelijke miljoenen opgehoest voor de bouw van een naar hem vernoemde concertzaal annex cultureel centrum in het Amerikaanse ski-oord Beaver Creek.
In ditzelfde plaatsje in de Rocky Mountains verdeelt vrijgezel Vilar zijn tijd tussen het skiën met de rijken der aarde, het luisteren naar opera en het beheren van de portfolio van zijn zeer succesvolle investeringsmaatschappij Amerindo. Men kan Vilar net zo gemakkelijk aantreffen in gezelschap van Yahoo’s Jerry Yang als met tenor Placido Domingo.
Pionier
Amerindo mag klinken als de naam van een vergeten opera, het is in feite de Investeringsfirma die Alberto Vilar samen met zijn kompaan Gary Tanaka startte in 1970. Het startkapitaal kwam van een groep Indonesische Chinezen die wilden dat de firma American Indonesian Singaporean Investment Co zou heten. Enig getouwtrek was nodig om tot een wat poëtischer afkorting te komen: Amerindo Investment Advisers. Vilar en Tanaka werden pioniers op het gebied van investeringen in jonge veelbelovende high-techbedrijven, die in hun ogen door Wall Street werden onderschat. Ze kochten aandelen Lotus, Microsoft, Cisco Systems en America Online toen deze nog minder dan een halve dollar per stuk kosten.
Over de laatste tien jaar heeft Amerindo Investment Advisors – waarin zo’n 3,5 miljard dollar zit die voornamelijk afkomstig is van grote Amerikaanse pensioenfondsen – een jaarlijkse groei beleefd van 27,9 procent. Nog spectaculairder is het succes van het in 1996 gestarte Amerindo Technology Funds waarin ook kleine beleggers kunnen participeren met een minimale inleg van 2500 dollar. Over 1998 behaalde dit fonds een winst van 85 procent. Tot eind oktober 1999 – niet een jaar waarin het gemakkelijk is de winnaars en de verliezers uit elkaar te houden – staat dit fonds op een winst van 140 procent. De prijs van de aandelen in dit fonds stegen tussen 31 augustus 1998 en 31 augustus 1999 met een 385 procent. Dat is een absoluut record voor Amerikaanse beursfondsen.
Strategie
De investeringsstrategie van Vilar is gebaseerd op een rotsvast vertrouwen in de toekomst van Internet en elektronische handel. Hij meent dat in de komende vijf jaar de Internet-economie 20 procent van de mondiale economie zal opslokken. Vilar is van mening dat tijdens deze digitalisering van de economie ongekende mogelijkheden ontstaan voor nieuwe bedrijven. "Dit is een ‘multi biljon’ dollar kans", zegt hij in een interview met de Financial Times. Overdrijft Vilar misschien een beetje? Hij vindt zelf van niet. Hij citeert graag de ceo van General Electric: de onverslijtbare Jack Welch. Die stelt namelijk dat de opkomst van Internet de grootste kans is in zijn veertigjarige carrière in het bedrijfsleven.
In de praktijk koopt Vilar aandelen in niet meer dan 25 high-techbedrijven en hij houdt deze vast totdat het bedrijf te groot wordt, en daarmee een te grote hap van het fonds opsoupeert, of het bedrijf zijn schwung lijkt te verliezen. Zo verkocht Vilar in 1990 zijn 10 procent van de aandelen in Cisco omdat het bedrijf te groot werd. Spijt? Jazeker. "Het verkopen van mijn aandelen in Cisco en Microsoft zijn de moeilijkste beslissingen die ik ooit heb moeten nemen", zegt Vilar, "maar ik kan niet 90 procent van mijn kapitaal investeren in slechts twee bedrijven." Volgens de Amerikaanse wet mag de waarde van één bedrijf in de portfolio van een beursfonds op het einde van een kwartaal nooit meer bedragen dan een kwart van de totale waarde van dat fonds.
Risico’s
Uiteraard brengt de strategie van Vilar – investeren in een klein aantal bedrijven in één branche – grote risico’s met zich mee. Maar daar kan Vilar wel mee leven. "Als je het risico wilt beperken", zegt hij, "dan loop je de grootste financiële klapper die ooit gemaakt wordt zeker mis." Tot voor kort kocht hij alleen aandelen van aan de beurs genoteerde bedrijven, maar tegenwoordig steekt hij ook geld in Internetbedrijven die naar de beurs gaan. Volgens de Financial Times waren Amazon, Ariba, Critical Path, Ebay en Yahoo! op 30 juni 1999 de vijf belangrijkste namen in de portfolio van het Amerindo Technology Fund.
Moderne nomade
Vilar beschouwt zichzelf als een moderne nomade in de high-techwereld. Hij woont beurtelings in één van zijn appartementen in Manhattan, Londen, San Francisco, Beaver Creek en Puerto Rico. In zijn koffer zit altijd een smoking voor het geval er iets te beleven valt in de plaatselijke concertzaal. Gelukkig voor hem hoort hij ook slechte uitvoeringen van opera’s want: "Ik kan het helderste denken in een operazaal tijdens een stuk muziek waar ik een hekel aan heb." Als kind was Alberto al dol op muziek. "Toen ik zeven was, sloot ik mezelf op in mijn kamer om naar klassieke muziek te luisteren", zegt Vilar. Zijn vader was hier niet blij mee en verbood hem een instrument te leren bespelen, omdat dat iets was voor ‘langharige types’ en niets voor de zoon van een Cubaanse suikerplanter. Alberto zou immers ooit moeten terugkeren naar Cuba om de door Castro geconfisceerde suikerplantages van de familie Vilar weer in bezit te nemen. De kans dat dat ooit zal gebeuren lijkt nu wel erg klein.