SGI heeft een nieuw type supercomputer onthult dat gebruik maakt van Intel-processoren en het ‘open source’ Linux. Dit product wijkt dus af van SGI’s Mips-chips en de bedrijfseigen Unix-variant Irix.
Het nu onthulde systeem is eigenlijk een cluster van individuele machines en niet één monsterlijk grote, zoals gebruikelijk is bij supercomputers. SGI gebruikt hiervoor de 64-bit Itanium-processor, voorheen Merced, van Intel. Het populaire Linux dient als besturingssysteem.
Dit nieuwe ontwerp moet de machines zowel krachtiger als goedkoper maken dan huidige supercomputers. "We zijn hier zeer enthousiast over", zegt vice-president Beau Vrolyk van SGI’s productgroep. "Dit vertegenwoordigt het begin van een hele nieuwe generatie supercomputers."
De topman demonstreerde een prototype tijdens de persconferentie in Portland (Oregon). Dat exemplaar bestaat intern uit vier machines, maar dat aantal moet uiteindelijk oplopen tot wel honderd cluster-knooppunten (nodes). De nieuwe supercomputer moet in de lente van volgend jaar verkrijgbaar zijn voor de commerciële markt.
Analist George Weiss van onderzoeksbureau Gartner Group reageert sceptisch. "SGI probeert zichzelf te herpositioneren als leverancier van zware Linux-systemen. Het bedrijf heeft echter een extreem bedreigende toekomst voor zich en deze overlevingsstrategie bevat nog enkele grote problemen."
Ondertussen wendt SGI, van oorsprong werkstationfabrikant, zich af van het overgenomen Cray. De moederonderneming zoekt nu kopers voor zijn dochter die krachtige maar dure supercomputers ontwerpt en fabriceert.