Er is grote onduidelijkheid over de status van de plannen van Twinning. Onlangs meldde directeur Michiel Westerman in De Volkskrant grootse plannen te hebben met het overheidsinitiatief, dat beoogt ICT-starters in het zadel te helpen met geld, advies en huisvesting. Een beursgang en Europese Twinning-vestigingen, staan op het ambitieuze lijstje van Westerman. Deze plannen zijn echter niet officieel aangekondigd en direct betrokkenen zijn er niet van op de hoogte.
Het optreden van Westerman heeft veel weg van een one-man-show. Niet iedereen is daarvan gecharmeerd: "Twinning is een fantastisch initiatief, waar ik zelf om heb geroepen. Maar ik maak me zorgen over de manier waarop het aan het uitdijen is", zegt Bodo Douqué, prominent lid van het Twinning Netwerk, een groep door de wol geverfde IT’ers die kennis en ervaring overdraagt aan starters. "Twinning wordt gepresenteerd als een succes, terwijl dat nog maar moet blijken. Het succes van Twinning hangt af van het succes van de starters en niet van Twinning als zodanig." Douqué meent dat Twinning zichzelf teveel op de voorgrond plaatst. Dit komt onder andere tot uiting in de ambitieuze plannen van directeur Westerman. Een beursgang van het overheidsinitiatief bijvoorbeeld, kan volgens Douqué niet de bedoeling zijn. "Dan gaat Twinning concurreren met participatiemaatschappijen."
Geen problemen
Westerman zegt in een reactie het ‘in de basis’ wel met Douqué eens te zijn, maar hij wijst erop dat de doelstellingen dezelfde zijn gebleven. De marktomstandigheden maken een andere strategie noodzakelijk. Hij ontkent overigens het woord ‘beursgang’ gebruikt te hebben. "Op welke manier er geprivatiseerd wordt, is aan de aandeelhouder, de overheid dus." De directeur wijst erop dat in de twee jaar dat het initiatief loopt, veel veranderd is. "We hebben in eerste instantie geen rekening gehouden met een Europese opzet, terwijl dat wel nodig is. Starters moeten immers meteen op internationale schaal concurreren en dus begeleid worden." Westerman praat momenteel met Economische Zaken over de verschillende scenario’s waarop Europese schaalvergroting plaats zou kunnen vinden.
Dat een beursgang, of een andere vorm van privatisering, op termijn van een jaar al actueel kan zijn, motiveert Westerman door te wijzen op de trend dat startende bedrijven tegenwoordig steeds sneller op eigen benen moeten staan. "Oorspronkelijk deden ondernemers daar vijf tot zeven jaar over. Nu kost het succesvolle bedrijven nog maar drie jaar of zelfs nog minder om een beursgang te realiseren." Dat betekent volgens Westerman dat de overheid over een jaar (drie jaar na de start van Twinning) na zal gaan denken of het zijn belang moet afstoten.
Op eigen benen
Het ministerie van Economische Zaken, de enige aandeelhouder in het initiatief, ziet geen problemen. "Het uitgangspunt van Twinning is dat het op eigen benen een marktpositie moet verwerven. In die zin zit sporen de plannen van Westerman met de oorspronkelijke opzet", verklaart woordvoerder Luc van Zijp desgevraagd.
De investeringswereld zelf juicht uitbreiding van Twinning toe. "Als ze er een pan-Europees initiatief van maken, halen ze één van de grootste beperkingen van het Twinning-initiatief weg. De Nederlandse markt bestaat namelijk niet. IT-starters doen in principe zaken op de wereldwijde markt", aldus het commentaar van investeerder Loek van den Boog.
Financiering
Ook Max ten Dam, lid van het Twinning Netwerk, ziet een Europese taak voor Twinning. "Daar is zeker een markt voor, omdat je inderdaad niet meer kunt spreken van hét Nederlandse bedrijfsleven." Ook het idee van een beursgang wijst Ten Dam niet af. "Maar daarvoor is het nu nog te vroeg. Twinning is nu nog een overheidsinitiatief met enorm veel kosten." Eerst moet Twinning volgens Ten Dam bewijzen dat het de oorspronkelijk beoogde vliegwielfunctie kan uitoefenen, waarbij een onderstroom van ICT-starters de Nederlandse economie voedt. Ook Europeanisering vergt volgens hem een volwassener Twinning-organisatie: "Het zou nog sterker moeten worden in het selecteren van bedrijven. Daarvoor is weleens te weinig capaciteit." Maar Ten dam benadrukt dat de Twinning-formule in principe niet kapot is te krijgen. Het groei-fonds investeert namelijk op fifty-fifty-basis met commerciële investeerders waardoor het risico beperkt blijft.