Henk Broeders, voorzitter van de Fenit waarschuwt voor Wild West-taferelen op het Internet. Hij meent dat de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) nog voor dat deze volgend jaar van kracht wordt al achterhaald is.
Een wet die probeert de informatietechnologische mogelijkheden te controleren is gedoemd te mislukken." Broeders greep de finale van de Computable IT Award aan om zijn zorg uit te dragen over de privacy op het net en de wijze waarop de overheid dit meent te kunnen regelen.
"Mein Kampf is in Nederland via Internet te bestellen, in Enschede publiceert een sportschoolhouder informatie over mogelijke ontuchtplegers en in de Verenigde Staten worden mensen op basis van dergelijke door de politie ingerichte sites in elkaar geslagen." Voor Broeders zijn het allemaal voorbeelden dat privacy en Internet hoog op de publieke agenda moet komen te staan.
Onuitvoerbaar
"De WBP richt zich in wezen op de gehele levenscyclus van gegevens, vanaf het eerste idee voor een database tot en met de vernietiging ervan. Alles wordt in de wet nauwgezet omschreven. Daarmee is de wet ook vrijwel onuitvoerbaar. Want welke autoriteit kan werkelijk controleren of cookies op de juiste wijze worden aangemaakt en opgeslagen? Laat staan, hoe werkelijk gevoelige informatie op het web kan worden beschermt," stelt Broeders.
Branche-organisatie Fenit wil een andere aanpak, zo maakt de voorzitter duidelijk. "In plaats van een wet die zich richt op het middel, zou men zich beter kunnen richten op het doel. Het gebruik van informatie is beter te controleren en af te bakenen, dan het vergaren ervan." Hij trekt hierbij de parallel met softdrugs. Je kan onmogelijk alle Nederlandse huiskamers, kelders, schuurtjes en moestuintjes uitkammen op hennep. Je kunt wel proberen de verkoop te reguleren."
Broeders meent dat door je te richten op het gebruik van informatie de verantwoordelijkheid blijft waar deze hoort: bij de toepasser van informatietechnologie. "Deze aanpak is ook praktisch uitvoerbaar."
Hiertoe is het wel nodig dat de privacy-politie van Nederland, de Registratiekamer, meer ondersteuning krijgt van ICT’ers die weten wat er technisch allemaal mogelijk is. "Hier moeten dus minder juristen en meer ICT’ers aan de slag."
Broeders pleit voor zelfregulering. "Zeker bij nieuwe toepassingen zoals Internet, dat grensoverschrijdend is, kan men beter proberen te komen tot zelfregulering. De sector kan zo sneller reageren op nieuwe ontwikkelingen, en zelfregulering verzekert een breed draagvlak en betrokkenheid door de sector die de middelen aanreikt: de ICT-bedrijven."