De kabinetsnota De Digitale Delta bevat weinig nieuwe voorstellen, maar is wel een goede stap naar de erkenning van het belang van ICT voor de samenleving. Daarover zijn Fenit-voorzitter Henk Broeders en zijn collega Pieter Liefkens van Vereniging ICT Nederland het eens. Maar er moet nog veel meer gebeuren. De overheid dient zelf als innovatief gebruiker nieuwe applicaties te stimuleren en te investeren in een breedbandig netwerk naar alle huishoudens. Premier Kok en niet minister Jorritsma is de aangewezen persoon om het ICT-beleid te coördineren. De brancheorganisaties starten zelf een stevige politieke lobby om deze doelen te bereiken.
Henk Broeders en Pieter Liefkens hebben zich de kritiek van minister Annemarie Jorritsma van Economische Zaken aangetrokken. In een interview met Computable voor deze serie, verweet zij de branche een slechte organisatie. De voorzitters van de brancheorganisaties erkennen dat deze kritiek voor een groot deel terecht is.
De Digitale Delta In een serie interviews met kopstukken in de ICT-wereld besteedt Computable aandacht aan diverse aspecten van het overheidsbeleid. De kabinetsnota De Digitale Delta moet Nederland een vooraanstaande positie bezorgen in de elektronische samenleving. |
Slechts enkele maanden geleden gingen zij immers nog rollebollend over straat. Inmiddels hebben Fenit en Vereniging ICT Nederland (V-Ictn) de strijdbijl begraven en proberen één gezicht te tonen aan de overheid. "De organisatie van de ICT-sector is al een stuk beter dan voorheen, maar wij hebben het gewenste niveau nog niet bereikt", zegt Henk Broeders, die naast voorzitter van Fenit ook directeur van Cap Gemini is.
De kritiek raakt Broeders wel. "Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat zij die opmerking maakte zonder een heldere definitie van de ICT-branche voor ogen te hebben. Want wat doen wij eigenlijk? Ons terrein is enorm breed. En dat is moeilijk onder één organisatie te brengen." Wat dat betreft vond hij de opmerking ook wel een erg makkelijke.
Opkomen voor de belangen van de ICT-branche is lastig, zeggen de twee bestuurders. Daar waar de lobby van bijvoorbeeld de Betuwelijn een duidelijk doel nastreeft, namelijk een spoorlijn, is dit voor de ICT-sector veel lastiger te omschrijven. Automatisering en telecommunicatie hebben namelijk invloed op alle geledingen van de samenleving. En de problemen die hierbij ontstaan, komen op het bordje van de branche en dus van de beide belangenverenigingen terecht.
"ICT is overal in verweven. Of ik het nu heb over de wachtlijsten in de zorg, onderwijs, handel, transport, amusement of de dienstverlening van de overheid zelf. Uit een enquête van de Fenit blijkt dat politiek, ambtenaren en brancheverenigingen vinden dat wij ons bijvoorbeeld moeten buigen over de wachtlijsten in de gezondheidszorg. Ik vind dit erg typerend. Hieruit komt naar voren dat mensen wel beseffen dat IT de problemen omtrent de wachtlijsten kan oplossen. Maar dit maakt het nog geen probleem van de ICT-branche. Het gaat er natuurlijk om dat de gezondheidszorg zelf IT goed toepast. Dit zijn allemaal problemen die in werkelijkheid op het bordje van anderen liggen", analyseert Broeders. "Het werkveld van de ICT-branche is erg complex. En dit maakt belangenbehartiging lastig."
Koepelorganisatie
Fenit en V-Ictn maken hoe dan ook werk van een serieuze politieke lobby. Beide verenigingen steken hier nu al veel energie in en zetten een stevige organisatie op, om politici in Den Haag te wijzen op de invloed van ICT in de samenleving en de grote belangen van de branche. "Wij hebben nog onvoldoende ingang bij de politiek. Wij beschikken wel over contacten met de ICT-woordvoerders van de politieke partijen en de top van de verschillende ministeries. Maar wij hebben nog lang niet de status van bijvoorbeeld VNO-NCW. Daar willen wij wel naar toe. Ik denk niet dat wij te laat zijn, maar net op tijd. Onze leden krijgen meer belangen in Den Haag. In het verleden waren wij niet in staat deze taak op ons te nemen. Vergeet niet dat de Fenit nog maar enkele jaren oud is", aldus Broeders.
"Wij moeten ons goed presenteren en laten zien dat wij de geschikte mensen in huis hebben", vult Liefkens aan. "Fenit en V-Ictn willen het aanspreekpunt voor ICT-beleid vormen. Die rol moeten wij nog verdienen, maar ik denk dat wij op de goede weg zijn."
Henk Broeders voorspelt de oprichting van een koepelorganisatie, die de belangen behartigt van de bedrijven die zitten in verwerking, transport en opslag van digitale informatie. "Hierin zitten IT-bedrijven, telecom-ondernemingen, dienstverleners en kantoorautomatiseerders. Maar ook anderen zoals Endemol, multimediabedrijven, netwerkproducenten, reclamebureaus, die zich allemaal met Internet bezighouden, kunnen zich hierbij aansluiten. ICT Nederland en Fenit zullen hiervan de grondleggers zijn. Onder deze koepel behartigen alle kleinere brancheverenigingen hun eigen specifieke belangen. De juridische vorm vind ik niet zo interessant. Als er maar één aanspreekpunt is voor de overheid."
De twee voorzitters vinden wel dat de overheid hier ook een vast aanspreekpunt tegenover moet zetten. "De regering benadert ICT vanuit verschillende deelgebieden. Economische Zaken houdt zich bezig met Twinning, Onderwijs met Kennisnet, Verkeer en Waterstaat met telecommunicatie en Justitie moet de privacybescherming regelen. Er is eigenlijk geen sprake van overkoepelend beleid. Een aparte IT-minister is hiervoor niet de oplossing. De premier moet zelf deze taak op zich nemen. Algemene Zaken (AZ) moet het beleid ontwikkelen voor ICT. Verder kan AZ een aantal taakgroepen of een adviesraad van leveranciers, gebruikers en overheid samenstellen, die een visie ontwikkelen op deelgebieden. De coördinerende rol moet weg bij Economische Zaken (EZ) en dient terecht te komen bij de premier. Ik wil dat men niet meer spreekt over de BV Nederland, maar over bvnederland.com. EZ kan dit niet bereiken", legt Broeders uit.
Nota slechts eerste aanzet
Het kabinet heeft, onder leiding van EZ, het ICT-beleid vastgelegd in de nota De Digitale Delta. De branche heeft het stuk volgens de twee belangenbehartigers positief ontvangen. Er staan weliswaar geen baanbrekende voorstellen in het beleidsstuk, maar het vormt een erkenning van het belang van ICT en het geeft aan dat de regering dit serieus neemt. "De overheid moet zich nog veel beter realiseren dat zij de toepassing van IT in de samenleving moeten sturen, zonder het in brede zin te regelen. De Digitale Delta is hiertoe een eerste aanzet", aldus Broeders. Zijn collega Liefkens geeft aan dat de kracht van de nota zit in de uitwerking ervan. "Wij zijn nu aan het kijken hoe wij bepaalde onderwerpen gestalte kunnen geven middels samenwerkingen tussen overheid en bedrijfsleven."
De nota moet een vooraanstaande positie van Nederland opleveren op de ICT-ranglijst. De voorzitter van V-Ictn vindt dat Nederland er op ICT-gebied niet slecht voorstaat. "De ICT-bestedingen groeien hier zelfs één tot anderhalf procent sneller dan in de andere West-Europese landen. Wij zijn hiermee op de goede weg. Op het gebied van telecommunicatie is Nederland met de liberalisering een heel eind opgeschoten. Wij moeten echter wel oppassen dat we niet met allerlei regelgeving de nieuw verkregen marktwerking weer om zeep helpen. Er ligt al met al een goede basis om verder te gaan." Broeders geeft aan dat de ontwikkelingen sneller gaan dan hij had verwacht. "Kijk maar naar het gebruik van Internet. Op een gegeven moment gaan mensen dit netwerk gebruiken, zonder dat zij dit beseffen. Deze situatie noem ik Afternet. In deze fase is Internet een vanzelfsprekendheid. Dit punt komt sneller dichterbij dan ik had verwacht. Een aantal jaren gelden dacht ik dat wij dit pas in 2010 zouden bereiken. Nu vermoed ik dat het al in 2003 gebeurt."
Innovaties en investeringen
Om de positie van Nederland te garanderen, ziet Liefkens twee belangrijke rollen weggelegd voor de overheid; die van innovatief gebruiker en die van investeerder in breedbandige netwerken naar alle huishoudens.
"Ik denk dat Nederland achterloopt met risicovolle overheidsprojecten die een stimulans geven aan de industrie. Op het gebied van glasvezel naar de huizen toe of grote applicaties doen overheden van andere landen meer. Ik zou willen dat dit ook in Nederland gebeurt." Henk Broeders valt hem bij: "De overheid kiest ervoor om een Betuwelijn aan te leggen. Maar waarom komt er geen breedbandige verbinding naar alle huishoudens? Ik denk dat een dergelijke investering dezelfde orde van grootte heeft als de Betuwelijn. De overheid moet dit mogelijk maken. Hierbij laat ik in het midden of de overheid zelf betaalt of dat zij particuliere investeerders hiertoe stimuleren." Liefkens: "Dit soort projecten levert, net als de Betuwelijn, pas op de lange termijn winst op. Maar een landelijk glasvezelnetwerk is ook weer een stimulans voor andere applicaties."
De aanloop, drie politici over de nota:
- Digitale Delta: Waar ligt prioriteit? (Wim van Velzen)
- Digitale Delta: Overheid moet meer doen (Marja Wagenaar)
- Digitale Delta: Tussensprint noodzakelijk (Hella Voûte-Droste)
- Minister Jorritsma ziet zichzelf als aanjager
- Roel Pieper waarschuwt voor afwachtende houding
- Professor Van Vught: ‘Nota Digitale Delta ondermaats’
- VNO-NCW wil de ‘herendiscussie’ in het kader van ICT plaatsen
- Bodo Douqué: Investeer in IT-gerelateerde infrastructuur
- IBM-directeur Lundqvist noemt organisatiegraad branche slecht
- Fenit en Vereniging ICT Nederland kondigen krachtige lobby in Den Haag aan
- Hans Wijers: Overheid moet een stimulerende en faciliterende rol spelen