De kaarten op de databasemarkt zijn geschud. Volgens Giga-analist Merv Adrian zijn er nog slechts twee softwareleveranciers voor gegevensbeheer over. En dat zijn IBM en Oracle. Informix, Sybase en Computer Associates spelen nog slechts een rol in de marge.
IBM en Oracle domineren de markt. Daaromheen zijn nog wel wat ontwikkelingen op het gebied van XML, niet gestructureerde gegevens en de directory-technologie Ldap. De fundamentele databasetransacties zullen echter plaatsvinden in Oracle en IMS en DB2 van IBM." Adrian, die onlangs sprak op een door IBM georganiseerde spreekbeurt, laat geen twijfel bestaan over zijn voorkeuren. Zijn conclusie was even simpel als eenduidig: Het is gedaan met de concurrentie op de databasemarkt. Hoewel niet eenduidig, geven marktcijfers onomwonden aan dat er slechts twee belangrijke databaseleveranciers over zijn. Daarbij dicht Dataquest IBM met een aandeel van 32 procent marktleiderschap toe; Oracle volgt op de voet met 29 procent. Andere onderzoeksbureaus komen tot omgekeerde verhoudingen.
Klinkende cijfers
Ondanks de klinkende cijfers die Adrian presenteert, meent Janet Perna, directeur van IBM’s Data Management-divisie en verantwoordelijk voor DB2, dat haar bedrijf onvoldoende wordt gezien als ‘softwarebedrijf’. Hoewel de softwaredivisie in totaal met twaalf miljard dollar verantwoordelijk is voor 15 procent van de omzet, genereert het 30 procent van IBM’s winst. Perna kan dan ook niet genoeg benadrukken dat topman Lou Gerstner IBM’s software-activiteiten wel degelijk steunt. "Hij heeft mijn plan goedgekeurd om duizend mensen aan te nemen voor de Data Management-organisatie." Momenteel zijn binnen deze divisie al 1700 medewerkers betrokken bij onderzoek en ontwikkeling. De uitbreiding waar Perna op doelt, heeft echter vooral betrekking op verkoop en marketing. Deze afdeling verdubbelt het komende jaar van duizend naar tweeduizend werknemers.
Daarnaast gaat IBM nog eens flink adverteren om zijn software-activiteiten voor het voetlicht te brengen. Met al die investeringen moet een einde komen aan IBM’s dominante hardware-imago. "Software is een volwaardig onderdeel van onze strategie rond e-business."
7,1 miljard dollar
Intussen heeft IBM zichzelf op de kaart gezet als multiplatform databaseleverancier. Waar het slechts enkele jaren geleden alleen software leverde voor zijn eigen platformen, speelt IBM nu een rol op verschillende Unix-varianten en Windows NT. En met succes, meent Giga-analist Adrian. Hoewel hij IBM zichtbaar een erg warm hart toedraagt, kan hij de rol van Oracle toch niet bagatelliseren.
In deze markt heeft zelfs het almachtige Microsoft het nakijken. "Microsoft heeft met SQL Server slechts een marktaandeel van 10 procent en doet het niet eens goed op zijn eigen Windows NT-platform, waar Oracle marktleider is. Microsoft claimde in 1998 met SQL Server 7.0 een concurrerende database te leveren op NT. Daarin hebben ze gefaald", aldus Adrian. De betrouwbaarheid en schaalbaarheid van Windows NT is volgens hem nog steeds onvoldoende om als serieus databaseplatform te dienen. Terwijl die kwalificaties voor de snelgroeiende markt van Internetapplicaties gewoonweg vereist zijn. Adrian raad bedrijven af NT als platform te gebruiken als de database groter is dan 100 GB of meer dan honderd gebruikers kent. In theorie zou het allemaal wel kunnen, maar het is zeker niet aan te bevelen en in zo’n configuratie bovendien duurder dan andere producten", aldus Adrian.
Migreren en slinken
Vorig jaar bouwde Microsoft zijn marktaandeel overigens wel uit. Informix, Sybase en Computer Associates moesten echter terrein prijsgeven op de markt die in 1998 een omvang bereikte van 7,1 miljard dollar. De trend is daarmee gezet, meent de analist; de komende jaren zullen de kleinere marktpartijen hun marktaandeel steeds verder zien slinken. "IBM en Oracle hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in productontwikkeling. Zij hebben inmiddels dermate geavanceerde technologie dat het voor gebruikers van Informix en Sybase interessant wordt om te migreren naar Oracle of IBM."
De naderende millenniumwende houdt volgens Adrian deze ontwikkeling nog even tegen, maar als die eenmaal achter de rug is, ziet hij het somber in voor de niche-spelers.