Kabelbedrijf AT&T zegt technisch niet in staat te zijn de kabel open te stellen voor iedere ISP. Te eenzijdig om klakkeloos in de krant over te nemen, meent Roelof Osinga
Taeke Zuidema noemt in zijn artikel ‘De Breedbandoorlog in de VS’ (Computable, 17 september) een aantal punten waar ik het niet eens mee ben.
Om te beginnen stelt hij dat kabelnetwerken een natuurlijk monopolie vormen. Dat moge zo zijn, maar dat heeft de wetgever nooit eerder tegengehouden, dus waarom nu wel? Denk met name aan het telefoonnetwerk waar toch echt andere aanbieders met succes opereren.
Verder zou Catv een probleem met xDSL delen met betrekking tot toenemende traagheid bij meer gebruikers. Voor Internet in het geheel is dat waar, maar lokaal bekeken niet. De Catv-netwerken lijken op ethernet-netwerken die duidelijk slechter presteren bij toenemende drukte op een segment. xDSL daarentegen is een sternetwerk. Iedere aangeslotene heeft een eigen kabel naar de centrale. Dit houdt in dat xDSL veel minder gevoelig is voor veel gelijktijdige gebruikers dan Catv.
Voor abominabele reputaties op kabelgebied hoeven we niet helemaal naar Amerika te kijken. Onze lokale kabelleveranciers kunnen zich zeker op het terrein van abominabele reputaties meten met de Amerikanen.
Maar het wordt pas echt erg als Taeke het niet eens blijkt te zijn met de Open Net Cooperation. Om zijn stelling te onderstrepen kijkt hij naar de situatie in Oregon die als een van de eerste staten concurrentie op de kabel mogelijk heeft gemaakt. Vervolgens stelt hij dat nu niemand breedband-internet via de kabel in Oregon heeft. En waarom? Omdat AT&T zegt technisch niet in staat te zijn de afgedwongen competitie mogelijk te maken. Let wel, dit is zo’n leverancier met een abominabele reputatie! Geen woord over het tijdstip waarop die competitie uiterlijk mogelijk zou moeten zijn. Geen woord over de mogelijkheid dat een leverancier met een dergelijke reputatie het misschien wel beter acht om maar te doen alsof het niet kan, om op die wijze de andere staten min of meer te dwingen het besluit maar niet over te nemen.
Of een en ander daadwerkelijk onmogelijk is, zal snel genoeg blijken. Want niet alleen zijn er al staten waar het mogelijk is, ook heeft de Canadese tegenhanger van de Nederlandse Opta verordonneerd dat concurrentie op de kabel mogelijk moet zijn. Geen wonder dat AT&T zal proberen de Amerikaanse FCC (Federal Communications Commission) te beïnvloeden om een dergelijke uitspraak te voorkomen. Monopolies zijn zeer lucratief.
Tenslotte haalt Taeke de vraag van AT&T aan waarom het bedrijf AOL en andere ISP’s gratis op de kabel zouden toelaten.
Kritiekloos, helaas. Immers, wie zegt dat zulks gratis moet? Laten we als voorbeeld de Nederlandse situatie nemen. Op dit moment biedt UPC op haar kabelnetten Internet via de kabel aan, echter enkel via haar eigen ISP Chello. Het lijkt mij zeer wel mogelijk dat er twee tarieven in rekening gebracht gaan worden. Het eerste voor het gebruik van de infrastructuur van UPC dochter Telekabel. Het tweede voor het gebruik van de Internetdiensten zoals geleverd door dochter Chello. Op dat moment kan bijvoorbeeld At Home ook als ISP voor de kabel optreden terwijl UPC nog steeds geld voor de door haar geleverde infrastructuur ontvangt. Het is zelfs denkbaar dat At Home een kleine bijdrage voor het privilege in rekening gebracht zal worden, ter ondersteuning van het beschikbaar stellen van de faciliteiten.
Kortom, het lijkt mij dat de argumentatie van AT&T te eenzijdig gericht is om de onwenselijkheid, zo niet de onmogelijkheid van concurrentie op de kabel ‘aan te tonen’. Te eenzijdig om klakkeloos over te nemen.
Roelof Osinga, Leeuwarden
Naschrift
Het was niet mijn bedoeling om zelf partij te kiezen in de breedbandoorlogen die in Amerika woeden. Als consument wil ik dolgraag een snelle aansluiting op Internet. Hoe die er komt is mij – net als alle andere consumenten – worst. Maar in de buurt waar ik woon (Pittsburgh) kan ik die noch via de kabel van AT&T noch via de telefoonlijn van Bell Atlantic krijgen. AT&T is hier wel begonnen met een proef om mensen – werknemers van AT&T – via de kabel te laten bellen. Maar dit terzijde. Het proefveld van AT&T is het plaatsje Fremond in Californië, waar het via dochteronderneming Excite At Home voor 40 dollar per maand via de kabel breedband aanbiedt in 10.000 huizen. Het zal Roelof Osinga goed doen te horen dat de gebruikers hier zeer ontevreden zijn. Ze klagen over een traag Internet, problemen bij het inbellen en abominabele klantenservice. De gemeenteraad van Fremond dreigt Excite At Home met boetes wanneer de dienst niet beter wordt. Dat is dus niet hoopgevend.
Dat xDSL minder gevoelig is dan de kabel voor veel gelijktijdige gebruikers, mogen de lokale telefoonbedrijven en ISP’s in de praktijk proberen waar te maken. Het is opvallend hoe lang de lokale telefoonmaatschappijen treuzelen met het aanbieden van DSL. Ondertussen roepen ze wel hard mee in de Open Net Coalition dat iedereen op de kabel moet kunnen. Begrijp me goed, van mij mag iedereen breedband aanbieden via AT&T’s kabel, maar waarom kunnen de lokale telefoonmaatschappijen met de armen over elkaar gaan zitten terwijl AT&T miljarden investeert om zijn kabel gereed te maken voor breedband? Het zou mooier zijn als Amerikaanse consumenten straks echt kunnen kiezen tussen twee opties: kabel of DSL.
Open Net Coalition klinkt als de naam van een sympathieke actiegroep die zich verzet tegen dictatuur, terwijl het natuurlijk gewoon om een verzameling van financiële belangen gaat – met name die van AOL. En zo bang hoeven ze ook weer niet te zijn. Vroeger of later mogen ze allemaal op de kabel. Een kabel-breedband Internet-monopolie is ook in de Amerikaanse situatie ondenkbaar. Het gaat er daarom in de breedbandoorlog vooral om hoeveel ISP’s straks moeten betalen om op de kabel te mogen. AT&T en AOL zullen vroeg of laat om de tafel gaan zitten om de buit te verdelen. In het geruchtencircuit is te horen dat deze beide grootmachten met het idee spelen om Excite At Home weer in tweeën te splitsen waarbij AT&T At Home houdt en AOL Excite krijgt.
Teake Zuidema