Technologie voor relationele databases is inadequaat voor Internettoepassingen. Dit zegt industriekenner en analist Robin Bloor van het gelijknamige onderzoeksbureau. Deze databasetechnologie is volgens hem niet ontworpen voor het gelijktijdig afhandelen van honderdduizend transacties, terwijl dat op interactieve websites – zeker in de toekomst – niet ongewoon is. ‘In-memory’-databases gaan het daarom helemaal maken, voorspelt Bloor.
Je hebt een product nodig dat transacties gelijktijdig kan uitvoeren en opslaan. "Oracle en IBM zullen daar op basis van hun huidige technologie niet in slagen." Bloor noemt Times Ten een voorbeeld van een geheugendatabase die wel realtime werkt. "Amazon.com gebruikt wel een Oracle-database, maar niet voor de interactie met klanten op hun website. Op het moment dat je naar je harde schijf moet om gegevens op te halen, ben je al te langzaam. Je hebt voor Internettoepassingen ook echt geen tijd om complexe join-algoritmen uit te voeren. Amazon houdt klantgegevens dan ook continu in het werkgeheugen, in platte bestanden."
Harde schijf exit
Deze observatie verleidt Bloor tot het doen van opmerkelijke voorspellingen: "Relationele databases krijgen een marginale rol toebedeeld, net als de ooit populaire Codasyl-database nu heeft. De markt van geheugendatabases groeit toe naar een omvang van miljarden dollars. Over vijf jaar zullen er zelfs geen harde schijven meer zijn. Dit betekent niet per definitie het einde van IBM en Oracle, maar ze zullen wel iets anders moeten bedenken."
De databasemarkt is niet het enige terrein waarop ingrijpende veranderingen plaatsvinden. De opmars van Linux en het verhuren in plaats van verkopen van software, zullen ook grote impact hebben op de IT-industrie.
Herstructureren
De topman van Bloor Research noemt het opkomen van ASP’s (Application Service Provider) een logische stap in de ontwikkeling van de IT-branche. Bij een ASP neemt een gebruiker geen software in licentie, maar koopt hij het recht om software te gebruiken. Implementatie en onderhoud blijft geheel in handen van deze dienstverlener, in wiens rekencentra de software draait. "Eerst maakten allerlei softwaretoepassingen het mogelijk de toeleveringsketens van andere industrieën te herstructureren. Nu is de softwarebranche zelf aan de beurt." Bloor vindt overigens niet dat erp-software zich voorlopig leent voor het ASP-model. " De implementatie- en consultancykosten voor een SAP-installatie zijn nog steeds acht keer zo hoog als de licentiekosten. Dat heeft niets met het leveren van applicatiediensten te maken – meer met het leveren van consultancy-diensten, die daaraan vooraf gaan. Het fenomeen applicatiediensten is iets wat ik vandaag kan beslissen om te doen en morgen in huis kan hebben", aldus Bloor. Erp-installaties in de bovenkant van de markt zijn zeker niet geschikt voor ASP. Voor middelgrote bedrijfsapplicaties, voor bedrijven met drie- tot vierhonderd werknemers, zijn applicatiediensten al een levensvatbaar scenario.
Allianties
De analist verwacht dat de softwareleveranciers zelf het voortouw zullen nemen in het opstarten van applicatiediensten. "Maar dat zullen ze in allianties met dienstverleners doen. IBM heeft bijvoorbeeld veel ervaring in het opzetten van rekencentra en zal zich ontwikkelen tot ASP." Windows NT zal weinig kansen benutten in de rekencentra van de applicatiedienstverleners. "Als ASP streef je naar de laagste kosten per transactie. En dan kom je al snel terecht bij mainframes; AS/400 en vooral Unix-systemen, niet bij Windows NT, dat voldoet niet aan de hoge beschikbaarheidseisen van deze markt."
Hoewel Bloor bekend staat als Microsoft-criticus, is hij wel te spreken over de functionaliteit van diens database SQL Server. "Dat is eigenlijk een hele goede database, maar het draait alleen maar op Windows NT, en dat is een grote beperking. Oracle en IBM zijn veel breder, op veel meer platformen, inzetbaar."