Amdahl stelt dat klanten meer mainframe-kracht aanschaffen voor de extra Mips (miljoen instructies per seconde) en niet voor het bedrijven van elektronische handel. Concurrent IBM hangt juist de overtuiging aan dat mainframe-verkoop groeit dankzij ‘e-business’.
Beide mainframe-leveranciers neigen wel in toenemende mate naar een prijsmodel op basis van gebruikte software, in tegenstelling tot het tot op heden gebruikelijke model van dollars-per-Mips.
Fujitsu-dochter Amdahl signaleert dat klanten door dalende prijzen extra capaciteit inkopen, eventueel als reserve voor hun huidige rekenkracht en voor toekomstige groei. IBM bezweert dat mainframe-gebruikers meer aanschaffen om aan e-handel te doen. Concurrent Amdahl weerspreekt dit; slechts een handjevol van diens klanten draaien applicaties voor e-handel op hun machines. Bovendien gebruikt geen van die klanten het soort Java-systeem dat IBM aan de mainframe-man probeert te brengen.
De fabrikant van IBM-compatibele mainframes zegt dat de verkoop van Unix- en Windows NT-systemen toeneemt door de gang naar elektronische handel. Amdahl verkoopt sinds enige tijd dergelijke machines, die afkomstig zijn van het Britse ICL, dat ook een dochteronderneming is van het Japanse Fujitsu. Verder levert het bedrijf Unix-servers van Sun Microsystems, waarin de moedermaatschappij weer een fors belang heeft.