Nederland neemt volgende maand voor de eerste maal deel aan Netdays. Deze manifestatie, van 13 tot 21 november, is door de Europese Unie opgezet en beoogt het gebruik van ICT en Internet in het onderwijs te stimuleren. Aan deze derde aflevering van Netdays doen 21 Europese landen mee.
Tijdens de tweede Europese Netdays, oktober vorig jaar, was sprake van ruim 5000 projecten en initiatieven. Onder de deelnemers bevonden zich scholen, musea, centra voor jeugd- en vormingswerk en beroepsopleiding, culturele instellingen en kinderziekenhuizen. Volgens de organisatoren kon dankzij de verschillende activiteiten worden gewerkt aan nieuwe leermiddelen. Daarnaast zetten scholen en andersoortige onderwijscentra gezamelijk netwerken op of breidden deze uit.
Ditmaal zal ook Nederland officieel van de partij zijn. Tijdens een presentatie door Procesmanagement ICT van het ministerie van Onderwijs en wetenschappen werd duidelijk dat de Nederlandse projecten zich vooral toespitsen op het ‘omgevingsonderwijs’.
Voorbeeldprojecten
Onderwijsbegeleidingsdienst (OBD) Arnhem en Pabo-Arnhem werken samen met een aantal Nederlandse, Spaanse en Engelse basisscholen in een voorbeeldproject. Volgens Elvri Croes van de OBD Arnhem gaat het er vooral om leerlingen te leren met nieuwe media en informatie om te gaan. Verder is het de bedoeling dat leerlingen meer inzicht krijgen in elkaars leefomgeving en krijgen docenten een indruk hoe op een andere manier met het leerplan kan worden omgegaan. De leerlingen van de verschillende deelnemende scholen maken een uiteindelijk een gezamenlijke (elektronische) reisgids met behulp van Internet.
Een voorbeeldproject voor het voortgezet onderwijs is het Time-project dat door het Sintermeerten College en de Fontys Hogeschool wordt gecoördineerd. Zo’n 126 scholen uit 42 landen zullen op 19 november, tijdens de universele dag van het kind en midden in de Netdays week, gedurende 24 uur met elkaar Internetactiviteiten plegen rond het thema tijd. Dat kan gaan om videoconferencing, het beantwoorden van een UNO-vragenlijst, et cetera. Het Time-project is oorspronkelijk een Unesco-initiatief, legt projectleider Wim Didderen uit. De bedoeling is interculturele uitwisseling te stimuleren door een wereldomspannend platform te creëren. Bij het Time-project is sprake van een vorm van global education.
Website
Volgens Ton op de Weegh, de Nederlandse projectleider van de Netdays, is het de bedoeling dat tussen de 200 en 250 scholen en instellingen uiteindelijk bij het projectbetrokken zullen zijn. Tijdens de introductie van de Netdays werd ook de Nederlandse website van de Netdays in gebruik genomen. Op deze site kunnen scholen en andere geïnteresseerden informatie krijgen en meedoen. Inmiddels worden de Netdays in Nederland een sponsor gevonden in een grote bank. Projectleider Ton op de Weegh, die ooit als onderwijzer bekend werd door zijn Internetacties voor een school in Bosnië, hoopt volgend jaar op een deelname van duizend scholen. Het startschot van de Netdays wordt gegeven tijdens een grote manifestatie op 12 november in Helsinki. Deze is tijdens een Eurovisie-uitzending in een groot aantal landen te volgen.