Biometrische identificatie is een goed middel om transacties te beveiligen, maar toepassing moet met strenge – wettelijke – waarborgen zijn omgeven. Uitgangspunt is dat personen hun biometrische gegevens zelf, op een chipkaart, bij zich dragen. Dat betoogt de Registratiekamer in het rapport At face value. On biometrical identification and privacy.
De Registratiekamer noemt decentrale gegevensopslag een belangrijke voorwaarde voor privacybescherming. Minister Van Boxtel (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) sluit echter niet uit dat biometrische gegevens opgeslagen zullen worden in een vernieuwde gemeentelijke basisadministratie (GBA). Dan zou sprake zijn van centrale opslag.
Biometrie werkt met unieke lichaamskenmerken, zoals de vingertop, iris, hand-, oor- en gezichtsvorm, stem, lichaamsgeur en DNA, en met gedragskenmerken, zoals de wijze waarop men handtekeningen zet en toetsen aanslaat. De biometrische gegevens worden opgeslagen als binair patroon in een template, en niet als afbeelding. Die template (waaruit de oorspronkelijke informatie niet reproduceerbaar mag zijn) is over te zetten op iemands chipkaart. De uitgevende organisatie hoeft geen kopie te houden.
Naast deze decentrale opslag gaat de door de Registratiekamer aanbevolen werkwijze uit van decentrale toepassing: de persoon legt bijvoorbeeld zijn vingertop op een leesapparaat, dat het binaire patroon vaststelt en dit vergelijkt met de template op de chipkaart.
Begin volgend jaar start in Delft een proef met een chipkaart waarop biometrische gegevens zijn vastgelegd. De proef vindt plaats in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en partners in de sociale zekerheid (Centrum voor Werk en Inkomen). Van Boxtels ministerie werkt aan een paspoort en een identiteitskaart waarin chiptechnologie en wellicht biometrie worden toegepast. Momenteel loopt een aanbestedingsprocedure.