Een van de meest dankbare toepassingen van groupware is momenteel te vinden op het gebied van ‘webleren’. Een voorbeeld is het gebruik van Lotus Notes in het experimentele product IBM Learning Space dat in veel evaluaties opduikt.
Webleren heeft overigens drie betekenissen. Allereerst de oudste: leren als het leggen van associaties waardoor er een mentaal kennisweb ontstaat; ten tweede: onderwijs vervat in webtechnologie, en ten slotte het gebruik van het World Wide Web als aarde-omspannende ‘bibliotheek’ en educatieve omgeving.
Met name bij ICT-onderwijs – dat zowel door het ministerie van OC&W als EZ als speerpunt benoemd is – neemt webleren (betekenis 2) een grote vlucht. Het mes snijdt bij ICT-onderwijs aan meerdere kanten: studenten leren omgaan met innovatieve ICT-omgevingen en ze doen kennis en ervaring op met betrekking tot ICT als hun toekomstige vakgebied. De grootste belemmering is overigens niet de technologie, maar over het algemeen het digibetisme bij onderwijzend personeel.
Een interessante groupware-toepassing op het gebied van webleren is het Virtueel Bedrijf waarvoor professor Jack Gerrissen van de Open Universiteit veel pionierswerk heeft verricht, en dat zijn toepassing vindt bij trainingen in het ICT-minnend bedrijfsleven. In het Virtueel Bedrijf wordt in teamverband in een groupware-omgeving samengewerkt in een tijdelijk bedrijfsverband. Teamleden ontmoeten elkaar eenmaal fysiek om elkaar te leren kennen. Dat blijkt voldoende te zijn. Daarna werken ze gezamenlijk aan een reële klantvraag, bijvoorbeeld een milieu-advies voor een gemeente of een strategisch advies ten behoeve van de directie van het eigen bedrijf. Het Virtueel Bedrijf illustreert dat groupware zich goed leent voor kenniswerk. De grootste hobbel die in de praktijk genomen moet worden is – zoals onderzocht door Wiesenfeld van de York University – het creëren van voldoende samenhang in een virtuele organisatie. Wiesenfeld concludeert terecht dat communicatie en de creatie van een ondernemingsidentiteit daar zeer belangrijk voor zijn. Vanuit mijn eigen ervaring in het virtuele bedrijfsverband kan ik deze twee conclusies bevestigen, met één aanvulling: ieder bedrijf heeft een focuspunt nodig. Voor het virtuele bedrijf wordt het webdomein van de organisatie het nieuwe focuspunt, in plaats van de fysieke locatie. Op het Web worden de functies van het succesvolle virtuele bedrijf vanzelf volledig afgebeeld: de winkel, de klantenondersteuningsfunctie, een ‘back office’, winkelbeheer, inkooprelaties met leveranciers in de vorm van product- en prijs-importfuncties, enzovoort. Het opbouwen van voldoende vertrouwen in de onderlinge relaties in een virtueel bedrijf houdt gelijke tred met het waargenomen externe succes, en de zichtbare bijdragen die individuen leveren aan het groepsresultaat. Daarnaast zijn er natuurlijk ook traditionele instrumenten als fysieke bijeenkomsten en het bieden van aandelen(opties) om de gezamenlijke focus te versterken.
Aangezien we ons snel ontwikkelen in de richting van een kennis- of informatiemaatschappij, waarin digitale informatieproducten meer waarde vertegenwoordigen dan goederen en diensten tezamen, zullen we steeds meer moeten wennen aan het werken in virtuele bedrijfsverbanden. We gaan als persoon of als organisatie steeds vaker tijdelijke verbanden aan, waarbij teams worden gevormd waarvan de leden op verschillende locaties in de wereld gehuisvest zijn, en die aan dezelfde informatieproducten of -diensten werken. Dit klonk enkele jaren terug erg abstract. Maar met de inburgering van Internet, de exploderende koersen van Yahoo!, Amazon.com en AOL, en de groei in Internethandel, is de waarde van kenniswerk heel tastbaar geworden.
Terug naar webleren. Webleren is dus belangrijk, en wordt dankbaar toegepast voor ICT’ers. Moeten we dus collectief webcursussen volgen? Nee. Zonder ooit ook maar één webcursus doorlopen te hebben, ben ik, en zijn miljoenen mensen met mij, voortdurend aan het webleren (betekenis 3). We leren op het Web wat er gebeurt, downloaden software en leren ermee omgaan, en leren wat wel of niet voldoet aan de eisen die we aan software stellen. We halen productinformatie op, vergelijken prijzen en leveringsvoorwaarden, en gedragen ons als steeds kritischer informatieconsumenten. Het Internet is één groot educatief programma…, een echte virtuele universiteit. Degenen die zich met enthousiasme op Internet storten, leren er als vanzelf zeer goed mee om te gaan. En ze leren zeer veel praktische trucs en doen nieuwe communicatievaardigheden op en nieuwe ‘paringsrituelen’. In hoeverre hebben deze mensen nog een gestructureerde webcursus nodig? Zij waarschijnlijk niet. Waarschijnlijk zijn webcursussen vooral nodig om de achterblijvers over de drempel te helpen en d�e basisvaardigheden bij te brengen die ze nodig hebben om te overleven in de digitale jungle.
Periodiek schrijft prof. dr. Martijn Hoogeveen, verbonden aan de Open Universiteit Nederland, over een interessant Internetonderwerp. Voor site-verwijzingen zie: www.computable.nl/internet. Reacties: martijn@takeitnow.nl.