Hewlett-Packard gaat de dominante positie van Sun Microsystems aan de onderkant van de Unix-markt te lijf. De deze week aangekondigde lijn van 9000 L-servers verraadt een duidelijke herwaardering binnen HP van het Unix-besturingssysteem.
Twee jaar geleden dachten Gartner en alle andere analisten nog dat de groei van de Unix-markt terug zou vallen tot onder de 10 procent. En nu blijkt dat in de onderste regionen van die markt de groei maar liefst 18 procent bedraagt, zelfs meer dan de groei van de totale markt", aldus Janice Chaffin, VP en algemeen directeur van de divisie Enterprise Computing van HP. Ze roemt de kracht van Windows NT in toepassingen voor het gezamenlijk werken aan documenten, zoals bestand- en printerdeling en ‘sommige zakelijke toepassingen’. Maar ze laat er tegelijk tamelijk koel op volgen dat Unix de boventoon blijft voeren als het gaat om betrouwbaarheid, beheersbaarheid en schaalbaarheid. "En dat krijgt NT thans niet voor elkaar."
Rol overschat
Volgens Peter van der Fluit, vice-president en algemeen directeur marketing Europa heeft HP de rol van NT voor de onderkant van de markt overschat. "Unix is daar niet verdwenen, integendeel." HP reageert hiermee, zo stelt hij, op geluiden uit de eigen klantenkring. "Unix biedt ze meer keus en meer robuustheid. Onze klanten starten vaak met NT, maar als de applicaties van levensbelang worden, zie je ze toch opschuiven naar Unix." De Unix-omzet van HP in Europa is ruim anderhalf keer zo groot als die in Windows NT, aldus Van der Fluit. HP neemt op de totale Unix-markt in Europa de koppositie in, gevolgd door Sun Microsystems. Maar Sun ligt met een marktaandeel van 50 procent duidelijk voorop aan de onderkant van de markt. HP heeft slechts 7 procent van dat marktsegment in handen. De deze week geïntroduceerde 9000 L-klasse servers moeten daarin verandering brengen.
Van der Fluit staat een ambitieus groeiprogramma voor ogen. "Het eerste jaar streven we naar een verdubbeling van ons marktaandeel tot 14 procent, het tweede jaar willen we in Europa doorgroeien naar rond de 25 procent." Het streven is erop gericht uit te komen op een marktaandeel van 35 tot 40 procent van de onderkant van de markt, maar dat zal mede afhangen van de kracht waarmee de beide andere aanbieders in dit marktsegment (IBM en Fujitsu-Siemens) zich blijven opstellen. Het voornaamste doelwit blijft echter Sun Microsystems. En Van der Fluit geeft HP goede kansen: "Ze raken bij Sun het zicht op de hardwaremarkt een beetje kwijt, geobsedeerd als ze zijn door hun software en hun ’totale oorlog’ met Microsoft."
Hoofdrol
De wederverkopers krijgen van Van der Fluit een hoofdrol toegemeten in de beoogde groei van HP’s marktaandeel. "Ze zullen uit moeten groeien tot var’s (value added reseller), die naast de dozen ook middleware en software aan de klant gaan leveren. We zullen ze daarbij steunen met een betere marge dan Sun en met een uitgebreid opleidingsprogramma." Sommige var’s zullen vervolgens uitgroeien tot dienstverleners op de door HP geïnitieerde e-services of hun eigen servers gaan gebruiken om aan asp (application service providing) te gaan doen. HP verwacht in Europa 60 tot 70 procent van de L-servers via de resellers op de markt te brengen. Internationaal ligt dat percentage op de helft.
HP noemt de L-servers bijzonder geschikt voor web-toepassingen en Internetaanbieders, tot op heden bij uitstek een terrein waar Sun Microsystems het sterkst is. Snelheid en betrouwbaarheid moeten daarbij de doorslag geven, aldus HP. Volgens cijfers van HP zelf is de L-server in de zwaarste uitvoering ruim anderhalf maal zo snel als de Sun E450, een lichtere uitvoering bijna twee maal zo snel als de Sun E250. De L-server kent twee versies: de L1000 met een of twee PA-Risc 8500 cpu’s op 360 of 440 MHz, 4 GB aan geheugen, vijf PCI-slots, 72 GB opslagcapaciteit, interne backup en een veelvoud aan connectiemogelijkheden. De L2000 heeft maximaal vier processors, tweemaal zoveel geheugen en tien PCI-slots.