Het Europese bedrijfsleven trekt ten strijde tegen een Europees wetsontwerp dat het voor de klanten van e-handel mogelijk moet maken de leverancier aan te klagen in hun eigen land, en niet alleen in het vestigingsland van de leverancier.
De bedrijven stellen dat het voor een leverancier onmogelijk is, of ten minste enorm kostbaar, om zich in verschillende landen met uiteenlopende wetten juridisch te verweren tegen ontevreden klanten.
Een dergelijke Europese richtlijn zal volgens de Europese werkgeversorganisatie Unice de groei van Europese e-handel ernstig belemmeren. En dat terwijl hier juist sprake is van een ‘booming business’. Sommige schattingen gaan uit van een e-handelsmarkt die in 2003 meer dan een biljoen dollar waard is.
Behalve veel verzet van Europese bedrijven, dreigt door het wetsontwerp een handelsconflict met de Verenigde Staten. In Amerikaanse ogen druist de ontwerprichtlijn in tegen alle principes van een vrije markt.
Richtlijnen
Parallel aan het internationale verzet tegen de Europese richtlijn, heeft een groep van industriële zwaargewichten plannen ontvouwen voor internationale Internet- en e-handelsrichtlijnen. Het initiatief, waarbij onder andere America Online, Daimler/Chrysler, IBM, Time Warner en Toshiba zijn betrokken, richt zich op regels voor zaken als beveiliging, privacy, klantenbescherming, belastingheffing en aansprakelijkheid. Uiteindelijk zouden voor Internet aparte, algemeen geaccepteerde wetten en regels moeten gaan gelden, zo is de visie van de initiatiefnemers.
Analisten hebben het initiatief met de nodige scepsis ontvangen. Zij verwachten dat overheden en internationale handelsorganisaties nog lang niet rijp zijn voor internationale Internetwetgeving. JBM