Microsoft wil zijn juridische strategie beter uitleggen. Dit zegt jurist John Frank van het bedrijf aan de vooravond van de hoorzitting over de gepresenteerde feitenvinding. Microsoft weigert echter mee te doen aan het theater van Justitie. "De mensen willen vaak drama zien in de rechtszaal. Wij zijn nu eenmaal beter in het maken van IT-producten."
De antitrustrechtszaak tussen Microsoft en de Amerikaanse overheid gaat een nieuwe fase in. Beide partijen hebben dikke rapporten opgesteld. Daarin geven ze aan welke juridische feiten in deze zaak aan de orde zijn en welk recht hierop van toepassing is. Dinsdag 21 september voelt rechter Thomas Jackson hen hierover aan de tand tijdens een hoorzitting.
John Frank, Europees directeur juridische zaken van het softwarebedrijf, geeft aan dat het nu alleen gaat om de droge feiten. Het theater en de nadrukkelijke aanwezigheid van aanklager David Boies zal, in tegenstelling tot de getuigenverhoren eerder dit jaar, achterwege blijven. "Het zal best zo zijn dat Boies zeer onderhoudend was en dat sommige getuigen (bijvoorbeeld topman Bill Gates, red.) er op video niet goed uitzagen. Maar aan het eind van de dag stonden wij wel sterker, omdat onze getuigen amper zijn weersproken."
Benadering
De gevoelige tikken die Microsoft tijdens de getuigenverhoren bij tijd en wijle moest incasseren, laten Frank ogenschijnlijk koud. "Wij hebben een andere benadering van de zaak dan het ministerie. Het ging bij ons om de feiten, niet om het theater." Een wat vreemde benadering van een bedrijf dat bekend staat om zijn goede marketing en veel aandacht besteedt aan uitstraling. "We hebben onze strategie niet altijd goed uitgelegd", erkent Frank. "Deze zaak heeft nu eenmaal een politieke dimensie. Partijen hebben geprobeerd ons te beschadigen. Ach, we zijn nu eenmaal beter in het maken van IT-producten dan in het voeren van rechtszaken."
De Amerikaan heeft zelf maatregelen genomen om toekomstige juridische discussies te voorkomen. Toen hij hoorde dat vertrekkend Euro-commissaris Karel van Miert vraagtekens zette bij de contracten van Microsoft met Internet-aanbieders, heeft Frank enkele clausules veranderd. "Wij hadden al onze contracten nauwkeurig bestudeerd en alles was juridisch in orde. Om discussies te voorkomen hebben wij clausules geschrapt, die aangaven dat de aanbieders de levering van browsers aan ons moesten melden."
Hoger beroep
De rechtszaak kan volgens Frank nog jaren duren. Als rechter Jackson volgend jaar een uitspraak doet, gaat de verliezende partij in beroep. En dan gaat het pas echt beginnen. "Het meeste recht wordt gevormd tijdens het hoger beroep."
De jurist blijft vol vertrouwen. Justitie heeft in zijn ogen niet kunnen bewijzen dat Microsoft de Netscape Navigator van de markt wilde stoten. "Als wij de markt hebben afgesloten, waarom worden er dan zoveel browsers van Netscape verkocht?" Ook de monopoliepositie van Microsoft acht hij niet bewezen. Hij wijst hierbij op de concurrentie van besturingssysteem Linux en de overname van Netscape door Sun. En wat de vermeende bundeling van Internet Explorer met Windows betreft, wijst hij op de uitspraak van vorig jaar, waarbij de rechters aangaven dat een eventuele koppeling niet verboden is.
Ondanks het vertrouwen in een goede afloop, sluit Frank een schikking niet uit. Ook neemt Microsoft mogelijke sancties onder de loep. "Het zou onverantwoordelijk zijn om ons hiermee niet bezig te houden."