De opkomst van het besturingssysteem Linux maakt menig particulier nieuwsgierig. Waar Windows dagelijks crasht, loopt Linux als een zonnetje. Herbert Blankesteijn kreeg duizend woorden en een dag om Linux aan de praat te krijgen. Moest lukken…
De eerste vraag is: hoe kom ik aan Linux? Linux zou gratis zijn. Tenminste als je iemand kent die de cd heeft. Geen Linux-vrienden? Internet biedt uitkomst. ‘Gratis’ is Linux dan niet meer; het downloaden van een paar honderd Mb’s kost zeker een paar tientjes. De alternatieven: je koopt een Linux-boek met gratis cd voor honderd gulden. Of voor tweehonderd gulden een Linux-cd met gratis boek (en recht op helpdeskhulp). De goedkoopste mogelijkheid is een cd bestellen op http://www.phys.uu.nl/~steenbrg. Voor een tientje heb je ‘m binnen een week in huis, inclusief handleiding op cd.
(2) Harde schijf partitioneren
De aspirant-Linuxgebruiker moet bedenken waar en hoe het systeem moet worden geïnstalleerd. Het is niet slim Windows zomaar te vervangen. Als de installatie mislukt – of als Linux niet bevalt – is de weg terug lang. Linux installeren op een oude 486’er is een goed idee (maar dat is misschien geen volwaardig systeem, met printer, modem, cd-rom enzovoort). Het mooiste is de installatie van een dubbel besturingssysteem op één pc. Bij het opstarten kun je dan kiezen voor of Windows of Linux. Zo maak je ook geleidelijk de overgang van Windows naar Linux terwijl normaal werken mogelijk blijft. Voor zo’n dual boot-systeem is het nodig dat de harde schijf wordt gepartitioneerd, ofwel verdeeld in stukken die zich als aparte harde schijven gedragen. Partitionneren is het makkelijkst met Windows-programma’s als PartitionMagic of PartitionIt. Op een Linux-cd vind je meestal ook wel een partitie-programma, maar het gebruiksgemak is beduidend minder. Voor partitioneren is wel de nodige studie vereist, dus wie streeft naar een snelle kennismaking met Linux, kan beter die oude 486’er nemen. Volgens Linux-aanhangers werkt zo’n machine onder Linux net zo snel als een Pentium.
(3) In de weer met diskettes
Stel, je hebt een Linux-cd. Hoe begin je dan met installeren? Dat gaat zomaar niet. Opstarten moet vanaf speciale diskettes. Die maak je door een Dos-programma (op de cd) los te laten op bepaalde bestanden (op de cd). Zie de handleiding (op de cd)! Met die diskettes kun je vervolgens aan de slag. Een minder bewerkelijk alternatief is voorhanden als de pc kan opstarten vanaf cd-rom. Dat kunnen alleen recente computers, en soms moet daarvoor de opstartvolgorde worden veranderd: de pc moet eerst op de cd-rom naar een besturingssysteem zoeken, en dan pas op de harddisk. Start voor deze optie het Setup-programma van het Bios (de chip die onder andere het opstarten regelt). Hoe dat moet, meldt de computer meestal zelf in het eerste scherm bij het opstarten. Denk erom: na de installatie van Linux wel weer even de aangebrachte veranderingen ongedaan maken!
(4) Swap-partitie in orde?
Deze aspirant-Linuxgebruiker had al eens de harde schijf van 500 Mb voorbereid voor een dubbel besturingssysteem. Maar daarmee ging de installatie niet van een leien dakje. Ik kreeg meteen de melding dat mijn schijf te weinig ruimte had. Kan niet! Na veel gezoek blijkt de schijf verkeerd te zijn geformatteerd: volgens Dos in plaats van Linux. Volgende horde: er blijkt nog een swap-partitie nodig, een extra deel van de harde schijf dat dient als overloop wanneer het werkgeheugen vol is. Bij Windows is dat een bestand dat overal mag staan, maar bij Linux werkt het net even anders…
(5) Gouden tip: de spatietoets
Tijdens de installatie werkt de muis nog niet. Je krijgt wel allerlei keuzemenu’s voor je neus. Maar hoe moet je een keuze aanvinken zonder muis? Pijltjestoetsen? Tab? Enter? Sterretje? Na veel gezoek blijkt het de spatietoets te zijn. De eerste selectie van software wordt afgekeurd. Opnieuw: te weinig ruimte op de harddisk. Een partitie van 500 Mb is dus krap bemeten. Wil je bovendien nog Linux-data kwijt dan is het zaak veel meer ruimte te reserveren, want Linux kan de Windows-schijf of -schijven niet gebruiken (en omgekeerd).
(6) Nondeju!
Na een software-bezuinigingsronde verloopt de procedure zowaar even vanzelf. Aangeven welke printer ik heb, welke grafische kaart, welke monitor… De mijne staat er niet bij, nou ja, een naburig typenummer dan maar. Klaar, nu herstarten, zegt het scherm. Bios herstellen, en de Boot Manager (BM) activeren (het programma dat me de keus geeft tussen mijn twee besturingssystemen).
Nondeju! BM zegt dat de Linux-schijf niet is geformatteerd?? Natuurlijk: BM ziet geen Linux-schijven (wel OS/2, BeOS en zo meer). Gelukkig heb ik een Linux-opstartdiskette gemaakt, een optie die ik bij het installeren van Windows vaak oversla. En zowaar, ik krijg een grafisch scherm met toegang tot flink wat software (tekstverwerking, Internet en veel meer) en instellingen. Maar helaas: met alle hardware is wel wat mis. De printer lijkt toegankelijk maar wil niet printen, het schermbeeld is grof en slecht van kleur, de geluidskaart werkt niet en de modem evenmin. En dan zwijg ik nog over de scanner, de cd-schrijver en de netwerkkaart. Heeft Windows hiervoor een handig configuratiescherm, bij Linux blijkt dat onvindbaar. Dat wordt zoeken in de handleiding en op internet.
(7) Succes is een keuze
Ik ben een dag bezig geweest, maar nog lang niet klaar. 1000 woorden over het installeren van Linux? Mogen het 1000 krachttermen zijn?
Linux: gratis!
Gebaseerd op het professionele Unix, komt de Fin Linus Torvalds in ’91 met een bescheiden – en gratis! – variant op de markt: Linux. De broncode, de programmatekst, is openbaar. Wie wil, mag veranderingen aanbrengen. Met een beetje geluk worden deze zelfs doorgevoerd in een volgende versie van Linux. Dat wordt beslist door een team onder leiding van Torvalds zelf. De jonge programmeur, Torvalds is nog geen dertig jaar, heeft een vaag baantje bij een bedrijf in Silicon Valley; hij verdient niet aan het succes van zijn systeem. Een aantal andere ondernemingen doet dat inmiddels wel. Bedrijven als Redhat, Caldera, SuSe verzamelen Linux-versies en applicaties op cd, maken handleidingen en leveren tegen betaling ondersteuning.
Windows versus Linux
Windows, van Microsoft, is gebruiksvriendelijk en populair. Wie Windows gebruikt, kan altijd programma’s en bestanden met anderen uitwisselen. Maar het besturingssysteem kent veel programmeerfouten en verkwist ruimte in het werkgeheugen en op de harde schijf. De zakelijke praktijken van Microsoft zetten kwaad bloed. Voor honderduizenden computergebruikers komt Linux als geroepen.
Linux geldt als minder zachtzinnig voor de gebruiker maar als veel stabieler (dus betrouwbaarder) dan Windows NT, de concurrent in de bedrijfsomgeving. Deze verschillen bestaan ook, maar dan nog verscherpt, tussen Linux en Windows 95/98.
Linux laat zich echter niet gemakkelijk installeren. Het is moeilijk de juiste drivers te vinden – kleine programmaatjes voor het aansturen van randapparatuur. Het uitwisselen van bestanden met de Microsoft-buitenwereld is ook een probleem. Een Linux-gebruiker die een Word-bestand krijgt toegestuurd, begint meteen te piepen. Toch, als de voortekenen niet bedriegen, wordt Windows al maar logger, en Linux gebruiksvriendelijker. Maar het zal nog jaren duren voordat Linux ‘leken-proof’ is.