‘Laplandisering van Nederland voorkomen door het tekort aan specialisten in computernetwerken te verkleinen.’ Dat is het voornaamste doel dat Cisco Systems en de Onderwijsgroep Haaglanden zich hebben gesteld toen zij besloten gezamenlijk een opleiding in netwerkontwikkeling en -beheer aan te bieden. Ondertussen hebben vijf andere Nederlandse scholen het Haagse voorbeeld gevolgd.
De kloof tussen vraag en aanbod van netwerkdeskundigen is groot", legt Shannon Bigelow, namens Cisco coördinator van de opleiding uit. Bovendien neemt het tekort alleen maar toe: de netwerkindustrie groeit sneller dan het aantal mensen dat beschikt over de kwaliteiten die erin nodig zijn. Dat treft niet alleen de IT-sector, aldus Bigelow, maar in feite het hele bedrijfsleven. "Banken, uitgeverijen, allemaal zullen ze de dupe zijn van het tekort aan netwerkspecialisten." IT-projecten binnen deze bedrijven zullen moeten worden uitgesteld, waardoor de concurrentiekracht achterblijft. Kosten zullen stijgen omdat productie niet optimaal kan plaatsvinden. "Het grote tekort zal ook leiden tot money-hopping. En alhoewel Amsterdam een aantrekkelijke stad is, zullen er zeker door het belastingklimaat, uit Nederland vooral mensen wegtrekken."
Beperkte behoefte
Cisco hoopt zelf te profiteren van het in het leven roepen van de opleiding, omdat het bedrijf ook moeite heeft mensen aan te trekken. De behoefte van Cisco is echter beperkt: de Nederlandse vestiging, verantwoordelijk voor verkoop en systeembouw, hee ft momenteel negentig mensen in dienst, een aantal dat het afgelopen jaar met zo’n 20 procent is gegroeid. Maar ook de partners van Cisco, waaronder zijn vijf Nederlandse distributeurs, profiteren van de beschikbaarheid van extra specialisten.
De producent stelt overigens nadrukkelijk dat de academie een algemene opleiding is, die niet slechts klaarstoomt tot specialist op Cisco-apparatuur. Bigelow noemt het dan ook vooral een maatschappelijk initiatief. Cisco levert als onderdeel van het programma iedere deelnemende school een scala aan switches en routers en stelt ook het lesmateriaal beschikbaar. Gemiddeld is die bijdrage per school volgens Bigelow zo’n dertienduizend gulden waard.
Een jaar
In Nederland zullen de eerste afgestudeerden zich tegen de komende zomer aandienen. Momenteel hebben zes Nederlandse scholen toegezegd mee te doen met het Cisco-programma. Twee starten in het najaar: de Onderwijsgroep Haaglanden in Den Haag en het Nova College in Santpoort. Twee andere instituten beginnen naar verwachting in januari; met ingang van het volgend schooljaar volgen de laatste twee.
De Cisco-opleiding richt zich op leerlingen van zestien jaar en ouder op mbo-niveau. Bigelow ambieert de in haar ogen nogal gesl oten onderwijswereld in Nederland warm te krijgen voor de Cisco-academie, om jongeren al vroeg bekend en vertrouwd te maken met het netwerkbeheer. Zodoende hoopt ze met name vrouwen te winnen voor het beroep ‘netwerkexpert’. "Jongeren moeten kunnen spelen met routers en switches, kijken of ze er lol in hebben." Maar de mensen die ze moeten helpen de eerste stappen te zetten, ontbreken vaak. "Ik heb met leraren gesproken die zeiden met angst voor de klas te staan, omdat ze wisten dat er leerlingen in zaten met meer kennis van de materie dan zijzelf."
Docenten onderwijzen
Cees van der Zwan, teamleider van de afdeling Technische Informatica van Haaglanden, zal dat niet meer overkomen. Hij volgt met enkele collega’s een opleiding op zogenaamde Cisco Academy Training Centers in het buitenland. Na afronding gaat hij docenten op andere opleidingen onderwijzen. Haaglanden wordt in de plannen van Cisco een van de regionale academies, van waaruit lokale scholen die het Cisco-programma gaan volgen, worden ondersteund.
Op Haaglanden volgden de studenten technische informatica, studierichting kantoorautomatisering, tot dusver het vak datacommunicatie. De daar gebruikte methode en lesmiddelen worden nu goeddeels vervangen door de middelen van Cisco, die volgens Van der Zwan sterk zijn qua onderwijsprogramma en vormgeving. "In de Verenigde Staten is een club van vijftien mensen bezig om die te ontwikkelen. Dat is voor ons toch onbetaalbaar."
Op Haaglanden volgen vanaf oktober tachtig tweedejaars studenten het Cisco-programma. Zij hebben volgens planning 280 uur werk hebben aan het programma, wat in de onderwijspraktijk neerkomt op inroostering in een jaar. Daarin volgen ze lessen, verwerken zelfstandig stof op de computer en praktiseren hun kennis en scherpen deze aan door te sleutelen aan netwerken. De cursus wordt afgesloten met het Cisco Certified Networking Associate-examen (Ccna). Iemand met dat diploma op zak is in staat om simple-routed lans, routed wans en switched lan-netwerken te installeren, configureren en onderhouden.
Vijfhonderd studenten
De Networking Academy van Cisco kwam in 1997 in de Verenigde Staten van de grond. Sinds de start van het vorige schooljaar biedt Cisco het programma ook in Europa aan, als eerste in Groot-Brittannië. Momenteel hebben onderwijsinstellingen in negentien Europese landen het programma overgenomen. Vijfhonderd studenten hebben de Cisco-academie ondertussen met goed gevolg doorlopen.