Deze week houdt de OOV-sector (openbare orde en veiligheid) een grootschalige millennium-oefening. Vorige week meldde de Algemene Rekenkamer nog dat bij de politie nog heel wat moet gebeuren, hoewel er ook al veel is gedaan.
In mei werden bijvoorbeeld bij twee politieregio’s nog lacunes geconstateerd. De Rekenkamer bekeek toen Rotterdam-Rijnmond en Gooi en Vechtstreek, en was ‘niet onverdeeld optimistisch over de tijdige oplossing van de millennium-problemen’. Zij nam aan dat het bij de andere 23 regio’s niet veel anders was. Intussen is wel vooruitgang geboekt.
Rotterdam-Rijnmond had zich vooral gericht op het veiligstellen van de handhaving van openbare orde en veiligheid, in samenwerking met organisaties als brandweer en havendiensten. Daardoor liep de aanpak op objectniveau (het 2000-bestendig maken van IT-objecten) achter. Bij Gooi en Vechtstreek was het precies andersom. De Rekenkamer stelt vast dat alleen een integrale aanpak die aan beide aspecten recht doet effectief kan zijn.
Diverse organisaties, zoals de commissaris van de koningin, hebben ten aanzien van de politie een toezichthoudende verantwoordelijkheid. De Rekenkamer stelde vast dat die organisaties weinig actieve betrokkenheid bij de 2000-kwestie tonen. Ook van afstemming tussen regiokorpsen onderling is niet altijd sprake.
Bij het Nederlands Politie Instituut bestaat het projectbureau Millennium De Nederlandse Politie, dat korpsen ondersteuning verleent en maandelijks namens hen aan de minister rapporteert. De Rekenkamer plaatst vraagtekens bij de kwaliteit van de informatie die de minister krijgt.
De Rekenkamer verbaast zich erover dat er tussen de 25 korpsen forse verschillen bestaan in de aantallen objecten, terwijl de politie overal dezelfde functie en gelijksoortige voorzieningen heeft. Het aantal objecten loopt uiteen van 149 tot 617 per korps. Voor zover de rapportages aan de minister inzicht geven in de voortgang, betreft het de objecten voor de interne bedrijfsvoering en niet de operationele handhaving. De minister loopt het risico een te rooskleurig beeld te krijgen, aldus de Rekenkamer.