De top van het Nederlandse bedrijfsleven moet zich meer en sneller verdiepen in hedendaagse ontwikkelingen, anders zijn veel ondernemingen ten dode opgeschreven. Dit is de mening van een aantal IT-managers dat deelnam aan een besloten sessie van Ernst & Young in de Erasmus Universiteit. Bestuursleden die zich niet laten heropvoeden, moeten verdwijnen.
De automatiseringsdirecteuren die op uitnodiging van Ernst & Young bijeenkwamen, hebben het nodige aan te merken op de besturen van de bedrijven. "Ze zouden een halve dag per week met hun poten in de modder moeten staan", luidde een aanbeveling tijdens de discussie over de ontwikkelingen op ICT-gebied en de gevolgen hiervan voor organisaties en management.
De IT-directeuren klagen over het tempo waarmee veel raden van bestuur inspelen op de ontwikkelingen. In het digitale tijdperk, waarbij Internetjaren ongeveer drie maanden duren, kan een achterstand dodelijk zijn. Directeur Informatica H. Wesseling van PTT Post gaf als voorbeeld dat zijn bedrijf pas op de elektronische handel kon inspelen nadat de top was overtuigd. "En dan ben je al weer twee jaar verder."
Om een omslag te bereiken, dient er volgens de IT-managers wel het een en ander te veranderen in de directies. De Raden van Bestuur moeten bijvoorbeeld worden opgevoed. Niet iedereen geloofde dat heropvoeding helpt. "Dat is een hopeloze zaak. Als ze het nu niet kunnen, leren ze het nooit", oordeelde K. van Ierlant, interimmanager bij energiebedrijf Eneco. Volgens hem is vervanging van de bestuurders vaak een betere optie.
Marketing
De deelnemers namen het fenomeen één-op-één marketing als voorbeeld van een belangrijke nieuwe ontwikkeling. Hierbij moeten bedrijven over zo’n hoeveelheid informatie van de klanten beschikken, dat ze hen direct kunnen benaderen met een op de persoon afgestemd product. Zoals de groenteboer op de hoek de wensen van zijn klanten kent, moeten bedrijven de gegevens van hun afnemers in databases hebben opgeslagen. Hierdoor verdwijnt massamarketing in de huidige vorm. De gevolgen zijn volgens de aanwezigen enorm en bedrijven moeten zich hierop voorbereiden.
De aanwezige IT-directeuren zijn niet optimistisch over de daadkracht van de raden van bestuur en de snelheid waarmee ze zich aanpassen aan deze ontwikkeling. Veel managers komen immers aan het einde van hun carrière nog in een bestuursfunctie terecht – ‘doe jij nog maar een jaartje raad van bestuur’ – en groeien zodoende boven hun capaciteiten uit. "Dan ontstaat er een doe-maar-niet-management", aldus Jacob Verschuur, manager ICT van Ernst & Young Interimmanagement.
Nederland traag met interim IT-managers
Jacob Verschuur van Ernst & Young illustreerde de frustraties over het management met de twijfel die in het Nederlandse bedrijfsleven heerst bij het aantrekken van interim IT-managers. Terwijl ondernemingen in andere landen de besprekingen in korte tijd afronden, laten de Nederlanders maanden verstrijken. "Een organisatie gaat dan zwalken", aldus Verschuur.
Hij geeft aan dat de twijfel in het Nederlands bedrijfsleven met name de laatste weken toeneemt. Veel ondernemingen willen kennelijk de gevolgen van de millenniumproblematiek afwachten voordat ze een tijdelijke IT-manager aannemen. Dezelfde afwachtende houding, die ervoor zorgt dat sommige bedrijven niet klaar zijn voor de eeuwwisseling, houdt nu de managers automatisering buiten de deur. "Als de financiële topman uitvalt, trekt de directie meteen een vervanger aan. Voor automatisering gelden andere wetten. Het management vraagt zich dan af op welk terrein de interim IT-manager zich gaat begeven. De angst dat ze dan zelf terrein moeten prijsgeven veroorzaakt vertraging", aldus Verschuur.