De belangrijkste edi-systemen (electronic data interchange) van tegenwoordig zijn specifiek toegesneden op een bepaalde branche en maken gebruik van speciale protocollen. Deze complexe systemen hanteren standaarden voor berichtformaten, berichtafhandeling en interconnectie. Beheer, doorbelasting en rapportage zijn essentieel.
De meeste edi-systemen draaien op gesloten netwerken, waarbij een centrale server zorgdraagt voor het sorteren, bufferen en routeren van berichten; daarnaast voert hij ook beheertaken uit. Behalve complex zijn de huidige edi-systemen ook weinig flexibel. Laten we hieruit bij het ontwikkelen van nieuwe edi-systemen op basis van Internet-technologie lering trekken en kiezen voor standaarden die zijn gebaseerd op flexibele protocollen. Bij edi zijn per definitie meerdere organisaties betrokken. Gemeenschappelijke standaarden zijn daarom noodzakelijk, ook als ze door de edi-leverancier worden gedicteerd.
Internet wordt al gebruikt voor e-handeltoepassingen; het gaat hierbij nog uitsluitend om interactieve ‘business-to-consumer’ applicaties. Deze toepassingen maken gebruik van standaarden als Html/Http en Java. Interne edi-standaarden worden nog niet gebruikt. Html is geschikt voor eenvoudige of experimentele systemen. Er zijn al grote applicaties voor e-handel die opnieuw ontwikkeld worden; XML neemt hierbij de plaats in van Html.
Edi heeft veel meer betrekking op ‘business-to-business’ (b2b) transacties, al is er enige overlap met ‘business-to-consumer’ (b2c) systemen. Zie bijvoorbeeld de behoefte aan online e-handel-applicaties die de leveranciersfunctie integreren met de financiële functie, voor welk doel protocollen als SET worden geïmplementeerd.
Eén manier om Internet voor b2b-systemen te gebruiken, is het creëren van een ‘virtual private network’ (vpn).
Vpn-technologie kent echter nog tal van problemen. Hoe zit het met de beveiliging? Wie is er verantwoordelijk voor het oplossen van problemen in een ‘end-to-end’ omgeving? Met de volgende generatie IP, die het begrip ‘quality of service’ kent, is dit probleem aan te pakken. Daarom is het realistisch om Internet nu reeds te gebruiken voor minder kritische applicaties. De introductie van XML is een enorme impuls, omdat alle berichten in de toekomst in XML worden opgemaakt. De service kan hierdoor verbeteren.
Er moet nog een autoriteit worden aangewezen om de dtd (‘document type definition’) te definiëren waarmee de XML-labels voor een specifieke edi-applicatie worden gespecificeerd. Verder biedt een vpn alleen netwerkdiensten; er is nog steeds een edi-server nodig, behalve voor simpele systemen waarbij de berichten tussen slechts twee partijen worden uitgewisseld (‘point-to-point’). De vraag is: wie beheert deze server?
In sommige sectoren is er een dominante partij. General Motors is zo groot dat alle deelnemers wel zijn aangesloten op GM, maar niet op elkaar; GM kan in dat geval de edi-server beheren. In het internationaal geldverkeer daarentegen is er geen dominante partij; daar is meer sprake van een ‘plat’ netwerk, waarbij een derde partij de diensten levert. Er is dus meer dan één oplossing.
Het wordt nog spannender als toeleveringsketenbeheer in beeld komt, het beheersen van de totale productie- en distributieketen. Internet speelt hierbij een belangrijke rol. Er is sprake van hiërarchie, waarbij de bovenste regionen zich in een besloten omgeving bevinden, maar de lagere regionen gebruik kunnen maken van Internet. Ook hier rijst de vraag wie er verantwoordelijk is voor het definiëren en onderhouden van XML-dtd’s; ook hier zou een dominante leverancier of afnemer deze rol op zich kunnen nemen.
De combinatie van Internet en XML biedt een prachtige kans om e-handel uit te laten stijgen boven de huidige functie, die overwegend bestaat uit het aanbieden van informatie en het plaatsen van orders. Er zullen nieuwe manieren van werken ontstaan. De dynamische inhoud van de server kan worden verbeterd, bijvoorbeeld door verschillende prijzen voor verschillende klanten aan te houden. De integratie met erp-systemen kan een stuk gemakkelijker en goedkoper. XML speelt hierbij weer een rol als plaatsvervanger van de merkeigen ‘business-API’s van de erp-pakketten. In een b2b-context zijn deze systemen zodanig uit te breiden dat koper en verkoper kunnen onderhandelen. Hieruit zullen automatisch systemen voor veilingen en het uitzetten van tenders voortvloeien.
Merk op dat er door deze ontwikkelingen steeds meer spelers aan tafel komen, met name toeleveranciers die nog niet eerder meededen. Een en ander zal zeker gevolgen hebben voor de meer gesloten systemen, waarbij een koper zaken doet met een beperkt aantal preferente toeleveranciers.
Hoe volwassener Internet-b2b wordt, des te meer convergentie zal er met andere disciplines optreden. Denk bijvoorbeeld aan het gezamenlijk ontwikkelen, ontwerpen en distribueren van documenten door verschillende organisaties. Werkstroombeheer is een concept dat op natuurlijke wijze kan worden toegepast in combinatie met basis edi-functies.
We moeten wel oppassen dat we in ons enthousiasme voor Internet-edi niet te hard van stapel lopen. Nog steeds weten we niet wie de diensten gaat leveren, wie de dtd’s gaat definiëren en wie de Internet-vpn’s gaat beheren. De boodschap is dus: kalm aan, dan breekt het lijntje niet. Maar negeer deze ontwikkelingen vooral niet.