Vergeet de strijd tussen AMD, Cyrix en Intel. Nieuwe lichtvoetige strijders in de mobiele telefonie zoals Texas Instruments, Nokia en Symbian dagen de huidige zwaargewichten Intel en Microsoft uit.
Het zakenblad Business Week waagde het onlangs om de dood van de PC aan te kondigen. Oorzaak: de stormachtige ontwikkeling van technologie rond nieuwe zaktelefoons en draadloze digitale hulpjes. In een reactie op het gewraakte artikel deed Microsofts Steve Ballmer alsof zijn neus bloedde. "Ik geloof er niets van, het biedt ons juist nieuwe mogelijkheden", zei hij op de Windows Hardware Engineering Conference.
Maar intussen werkt het softwarebolwerk in Seattle naarstig om de traditioneel zo gesloten vesting van telecom binnen te dringen. Als het niet lukt met de ontwikkeling van software, dan maar met acquisities. Ook Intels investeringen in netwerken, Internet en communicatietechnologie zijn bijna niet bij te houden. De overname hausse is helemaal gericht op een toekomstige wereld ‘met een miljard verbonden computers, miljoenen servers en triljoenen dollars aan elektronische handel per jaar’, zoals Intels topman Craig Barrett al bijna een jaar van elke kansel schreeuwt.
Draadloos contact
Wordt de personal computer de mainframe van toekomst? Dat lijkt kras, maar het is duidelijk dat kleine, handzame, gebruiksvriendelijke én steeds slimmere apparaten inderdaad een formidabele uitdaging gaan vormen voor de logge machines op het bureau. Want wie wil er nou geen draadloos contact met de wereld via een comfortabele verbinding van 2 megabit per seconde – de snelheid waar draadloze telefonie over pakweg vijf jaar aan toe is. Met deze snelheden is zelfs videotelefonie straks geen enkel probleem.
Praten en elkaar zien: Intel probeert dat al jarenlang te slijten op het bureau. Maar over enkele jaren wordt deze technologie zo handzaam dat het standaard in draagbare computers en telefoons kan worden meegeleverd. Halsbrekende installaties zullen overbodig zijn. Het kan niet anders of deze toekomstvisie is een schrikbeeld voor een bedrijf dat tevergeefs honderden miljoenen in videovergaderen via de PC pompte.
Maar het gaat natuurlijk niet om video, het gaat om communicatie en toegang tot informatie. In de voorspellingen waarbij draadloze apparaatjes de rol van de PC overnemen als persoonlijk reken- en communicatiecentrum speelt Internet steeds een grote rol. Voorspellers en analisten zijn vergeten dat er van de ‘webtelecomputer’ Nokia 9000 communicator van ’s werelds marktleider uit Finland slechts enkele tienduizenden werden verkocht. Alle grote spelers, van Nokia tot Motorola, Ericsson en Samsung staan nu op het punt om mobiele telefoons met Internet-toegang en e-mail te bieden. Ericssons directeur Sven-Christer Nilsson noemde ‘draadloze toegang tot e-mail’ afgelopen mei in Computable nog de killer-applicatie voor nieuwe generaties draadloze telefonie.
Energiezuinige microprocessor
Ericsson komt begin 2000 met een geavanceerde GSM op de markt voor Internet-toegang en e-mail. Deze R380 kan faxen, praat via een infrarood-koppeling met andere apparatuur en heeft een aanraak-scherm. Ja, je kan er ook door praten. Nokia is terug met de Nokia 9110, Motorola komt na de zomer met de 1000 plus – alleen voor klanten van Nextel in de VS.
Als de markt voor draadloze telefoons inderdaad die van de PC’s gaat overtreffen, dan bevinden zich tussen de deelnemers in deze race de Microsofts en Intels van de toekomst. Het is duidelijk dat dit tweetal goed wakker is geschud. Ze werken hard aan een inhaalrace.
Intel heeft al aardig wat ‘draagbare technologie’ verworven. Met de overname van DEC’s chipfabriek kreeg de chipfabrikant uit Santa Clara vorig jaar de rechten in handen van de Strong Arm, een energiezuinige microprocessor die uitstekend geschikt is voor draagbare computers. "We positioneren Strong Arm voor cellulaire telefonie en het web", zei Paul Otellini van Intel onlangs op een jaarlijkse bijeenkomst met analisten. Volgens Otellini is Intel van plan om met Strong Arm de besturingssystemen Linux, Be en het besturingssysteem Vx Works van Wind River te ondersteunen. Tegen het einde van dit jaar verwacht Intel de eerste klanten bekend te kunnen maken.
Begin dit jaar nam Intel bovendien Analog Devices in de arm om nog een andere speerpunttechnologie te gaan ontwikkelen voor de draagbare computer- en communicatieapparatuur van de toekomst. Het gaat daarbij om digitale signaalverwerking (dsv). Dit is een technologie die geschikt is voor zeer veel taken waaraan een draadloos apparaat behoefte heeft. Dsv verzorgt de krachtige compressie-technieken voor beeld en geluid, maar het komt ook van pas bij de versleuteling van berichten, spraakherkenning en als ondersteuning van snufjes als ‘global positioning system’. Met gps kunnen bellers met een nauwkeurigheid van 5 tot 20 meter zien en doorgeven waar ter wereld ze zich bevinden.
"De samenwerking tussen Intel en Analog Devices draait helemaal om de toegang tot de markt voor derde generatie telefoons", zegt Will Strauss, analist van Forward Concepts uit Tempe, Arizona. "Als er straks veel meer derde generatie (3G) telefoons worden verkocht dan pc"s en mobiele computers, dan wil Intel daar deel aan hebben."
Microsoft versus Symbian
Microsoft doet verwoede pogingen om met Windows CE een voet tussen de deur te krijgen in de mobiele wereld. Met Windows CE konden nieuwkomers als Philips, Casio en Sharp zeer snel apparaten op de markt brengen die concurreerden met de Palm Pilot van 3Com. Dit jaar voegen ook Hewlett-Packard, Compaq en IBM zich bij de concurrentie.
Het bedrijf betaalde onlangs nog 600 miljoen dollar voor een aandeel van 5 procent in het Amerikaanse bedrijf Nextel Communicatons, de grootste aanbieder van mobiele telefonie in de VS. Begin juni introduceerde Nextel zijn i1000plus Internet telefoon waarmee bellers toegang kunnen krijgen tot Microsoft Network (MSN) via Nextels internet-service. Daarnaast lanceerde Microsoft in alle haast ‘Univeral Plug and Play’, net als Suns Jini een apparaat-herkenningstechnologie.
Het anti-Microsoft kamp in mobiele computers en telefonie heet Symbian, een consortium dat vorig jaar juni werd opgericht door Psion, Ericsson, Nokia en Motorola. Symbian heeft als doel het Epoc besturingssysteem van Psion verder te ontwikkelen als standaard voor draagbaar rekenen en communiceren. Ericssons zaktelefoon R380 heeft een op Epoc gebaseerd besturingssysteem. Weliswaar stelt het marktaandeel in draagbare computers (zoals die van Psion) nog niet veel voor, maar in draadloze telefonie is Symbians slagkracht groot. Onlangs sloot ook elektronicagigant Matsushita zich als eerste Aziatische bedrijf bij het consortium aan. Samen maken de Symbian-bedrijven nu ruim 85 procent van alle wereldwijd verkochte zaktelefoons.
Sun Microsystems en Symbian besloten afgelopen maart het besturingssysteem Epoc te integreren met Java-technologie. Een van de pioniers in mobiele communicatie, het Japanse NTT Mobile Communications Network (NTT Docomo), zal Java, Jini en Java Card (een subset van Java voor chip-betaalkaarten) gaan gebruiken voor zijn internet-service voor mobiele telefoons. Daarnaast komt er een softwarebrug tussen Jini en Havi, de standaard die fabrikanten van consumentenelektronica vorig jaar overeen kwamen – dat maakt in principe naadloze netwerken tussen de huiskamer en mobiele telefoons via Internet mogelijk.
Breedband cdma
NTT Docomo is ook het bedrijf dat in de lente van 2001 het spits zal afbijten in Japan met de introductie van derde-generatie mobiele telefonie. Een jaar later volgt Europa. Docomo is bij ons niet zo bekend, maar het is ’s werelds grootste aanbieder van mobiele telefonie. Het bedrijf is zo groot als Microsoft en heeft 21 miljoen abonnees. Afgelopen mei liet Docomo weten in zee te zullen gaan met het Zweedse Ericsson voor de ontwikkeling en productie van de eerste 3G mobiele telefoons en basisstations op basis van breedband cdma (wideband code-division multiple-access). De zaktelefoons zullen Internettoegang bieden en functies voor beeld en geluid.
Net als Docomo is Ericsson een pionier in 3G-technologie. Het Zweedse bedrijf demonstreerde zijn eerste experimentele breedband-cdma systeem in 1998 in Tokio. De telefoonfabrikant kan nu samen met Docomo ervaring opdoen met de integratie van nieuwe breedbandfuncties op chips. De ontwikkeling van deze apparatuur is veeleisend. De rekenkracht van 3G-telefoons zal het dubbele bedragen van GSM-zaktelefoons, terwijl ze toch zeer zuinig met hun batterijen zullen moeten omspringen.
Vanaf het begin hebben de Japanners en de Europeanen de standaardisatie rondom derde-generatie telefonie overeenstemmend aangepakt. Nu het Europese bedrijf Ericsson en Qualcomm uit de VS hebben besloten hun patenten uit te wisselen is bovendien de wereldwijde standaardisatie rondom 3G-telefonie dichterbij gekomen. In Europa hangen de ontwikkelingen onder de paraplu Universal Mobile Telecommunication System. Umts heeft net als het Japanse mobiele systeem als doel om draadloze communicatiesnelheden te bereiken van 64 kbit/s en later 384 kbits/s en 2 Mbit/s. Docomo demonstreerde intussen de eerste technologie om videoclips naar een mobiele terminal te halen en te bekijken – leuk voor als je in de file staat.
Maar in 2001 is deze technologie nog niet te koop. Docomo start met systemen die 384 kbit/s naar zich toe kunnen halen. Deze zaktelefoons zullen ‘slechts’ over een bandbreedte van 64 kbit/s gegevens kunnen versturen. Overigens verwacht Docomo dat alleen autotelefoons in het begin de beschikking zullen krijgen over de genoemde 384 kbit/s.
Intussen maken chipfabrikanten zich ook klaar om het gat tussen GSM- en 3G-telefoons te dichten. Ook binnen GSM zijn standaarden ontwikkeld die hoge bandbreedtes mogelijk maken. De huidige GSM-telefoons delen met elkaar de tijd voor toegang tot een basisstation. Daarbij krijgt elk mobieltje één enkel tijdslot toegewezen. Nieuwe technieken kunnen tot acht tijdsloten aan één gebruiker toewijzen. Daarnaast passen er met het zogenaamde Enhanced Data for GSM Evolution (Edge) 64 kilobit/s in plaats van 9,6 of 14,4 kbit/s in een enkel tijdslot. De combinatie van deze technieken zal een communicatiesnelheid van 384 kbit/s mogelijk maken. "Kleine innovatieve bedrijven zullen nieuwe manieren vinden om gebruik te maken van GSM in auto’s of verkoopautomaten" aldus algemeen directeur Herman Beke van het Leuvense Frontier Design, een bedrijf dat ontwerptechnologie voor dit soort nieuwe chips verkoopt.
Texas Instruments
Het anti-Intelkamp in de mobiele telefonie heet Texas Instruments. Met een omzet van 1,3 miljard dollar in dsv is TI de grootste leverancier van chips voor draadloze telefoons. Samen met Symbian en Nokia – de Compaq van de mobiele-telefoonwereld – stelde Texas Instruments onlangs een nieuw ontwikkelingsplatform voor derde generatie digitale zaktelefoons voor: het Open Multimedia Application Platform (Omap). Omap is een open architectuur rondom het Epoc-besturingssysteem van Symbian, een Arm-microprocessor plus een digitale signaalprocessor van TI. De elektronica is onder meer geschikt om MP3-gecomprimeerde muziek af te spelen en Mpeg4 voor videovergaderen.
Texas Instruments wil van de draadloze telefoon een open platform maken, naar het voorbeeld van de PC. De chipfabrikant heeft aangekondigd Omap-chips en -elektronica als een bouwpakket te gaan verkopen. Fabrikanten kunnen alle onderdelen dan als het ware in elkaar klikken, net als de PC-fabrikanten tegenwoordig hun PC’s assembleren. Omap-chips zijn geoptimaliseerd voor het Symbian-besturingssysteem. De systeemkennis en programmeeromgeving worden beschikbaar gesteld aan oem’s (original equipment manufacturers) en onafhankelijke ontwikkelbedrijven. Zo kan iedereen ingebedde softwaretechnologie voor Omap ontwikkelen.
Behalve TI ontwikkelt ook Motorola een elektronicaplatform voor Symbian. Verder zijn Lucent technologies en Infineon grote spelers. Deze laatste van Siemens afgesplitste chipdivisie wil samen met NEC een nieuwe joint-venture oprichten om netwerken op basis van 3G telefonie te ontwikkelen.
Intel wordt breder
Intel is vastbesloten om ook deze nieuwe markten binnen te dringen. Intels topman Craig Barrett blijft er al bijna een jaar op hameren dat Intel een bredere speler wordt. Naast microprocessoren voor PC’s, werkstations en servers heeft het bedrijf de ogen gericht op ingebedde toepassingen, communicatie, netwerken en elektronische handel. "Onze visie is onwrikbaar", zegt Barrett keer op keer als hij erop hamert dat Intel zich klaarmaakt voor een wereld met een miljard verknoopte computers.
Dat het ’s werelds grootste chipfabrikant ernst, is lieten de jaarcijfers van 1998 zien. Deze gaven dit jaar een beter inzicht in Intels doen en laten, omdat het bedrijf als gevolg van nieuwe Amerikaanse wetgeving verschillende activiteiten in zijn jaarverslag moest opsplitsen. Intel toonde een formidabele winst van 8,4 miljard dollar met een omzet van 26,8 miljard dollar. Wat bleek? De ‘Intel Architecture Business’ groep (microprocessoren verkoopt voor PC’s, werkstations en servers) was verantwoordelijk voor een winst van 9,1 miljard dollar. Het verschil zit ‘m in de grote verliezen die de gigant neemt met het ontginnen van nieuwe territoria. De groep waaronder de chipactiviteiten voor netwerken, videovergaderen en digitale camera’s vallen boekte een verlies van 1,1 miljard dollar op een omzet van 681 miljoen dollar. De ‘Computing Enhancement’ groep, die ingebedde processoren, microcontrollers en flitsgeheugens verkoopt behaalde een omzet van 4,1 miljard dollar en een winst van 360 miljoen dollar.
Niet alleen bereidt Intel zich voor op zaktelefoons, het wil ook zijn bestaande processoren draagbaarder maken. Het bedrijf streeft ernaar om 80 procent van al zijn Pentium-processoren in 2000 geschikt te maken voor notebooks. Onlangs lekte nog een andere opmerkelijke strategie uit: ’s werelds grootste chipfabrikant wil de PC verregaand integreren.
In feite is het al lang mogelijk om zowat alle functies op een PC op één chip te zetten. Dat laat alleen al de complexiteit van de huidige microprocessoren zien. De mobiele Pentium II die het bedrijf begin juni introduceerde heeft 27 miljoen transistoren – alleen al de 256 kbyte tweede-niveau cachegeheugen gebruiken daarvan zo’n 12 miljoen transistoren. Nu blijkt dat Intel eind volgend jaar een Pentium II microprocessor, een grafische controller, 128 kbyte L2-cachegeheugen en een geheugencontroller op één chip wil zetten. Deze chip, Timna genaamd, is door Intel nog niet officieel aangekondigd en het bedrijf doet er dan ook nog geen mededelingen over.
Meer integratie
Het nieuws was afkomstig van moederbordfabrikanten. Zij zien hun rol in de pc-industrie in toenemende mate gemarginaliseerd. Integratie van onderdelen betekent immers ook het verstoppen van kennis. Intel kan deze kennis daardoor binnenshuis houden. "Timna is in feite een PC op een chip", zegt een Taiwanese moederbordfabrikant.
Peter Glasnowsky, een analist die bij Microdesign Resources de grafische markt in de gaten houdt, betwijfelt de winstgevendheid van Timna. "Het is een vreselijk slecht idee", zegt hij ronduit. Timna is duidelijk gefocust op de goedkope markt, maar door de hoge integratiegraad zal de chip groot zijn. Dat betekent ook veel uitval in de productie. Juist dát is volgens Glasnowsky in strijd met de lage marges die er straks in de markt voor basis-PC’s worden betaald.
Microdesign Resources is hiermee duidelijk in verlegenheid gebracht. Afgelopen april verkondigde Glasnowsky’s baas Michael Slater nog op de Windows Hardware Engineering Conference in Los Angeles dat er binnen vijf jaar nog geen ‘PC op een chip’ in zicht was. "De technologie is er", zei Slater toen. "Maar zal alleen nog worden toegepast in ingebedde PC’s, tv-opzetkastjes, hand- en spelcomputers en dvd-spelers. Het zal wellicht nog vijf jaar duren voor we goedkope PC’s zien waarvan de functies op een chip zitten.’
Verregaande integratie heeft echter wel zin voor draagbare computers en communicatieapparatuur. Want wat op een chip past, past ook in de handpalm. In die markt betekenen meer functies op één chip meer miniaturisatiemogelijkheden, zuinige elektronica én rekenkracht. Toch komt Slaters commentaar niet uit de lucht vallen. In de jaren tachtig probeerde Intel ook om computerfunctionaliteit verregaand te integreren. Een plan om voor de notebook-markt alles in één chip te gieten werd uiteindelijk verlaten, omdat het niet lukte om snel te voldoen aan de snel veranderende eisen van de markt. Meer integratie betekent immers ook: beter voorbereiden en langere testtijden.
Acquisities
Hoe dan ook, Intel lijkt zich op zowat alles te storten waar de komende jaren mogelijk groei in zit. En of het nu notebooks, derde-generatie mobiele telefoons of slimme communicators zijn, allemaal zullen ze gebruik maken van netwerktechnologie rondom Internet. Het is dus niet zo verwonderlijk dat Intel ook hier zijn belangen veilig stelt; met winsten van ruim 8 miljard dollar is er bovendien geld genoeg. Begin juni maakte de chipgigant bekend dat het Dialogic zou overnemen. Dit bedrijf maakt uitbreidingskaarten waarmee servers netwerkdiensten voor telecom kunnen combineren met e-mail, fax en pagerservices. De acquisitie – de op een na grootste in Intels geschiedenis – laat zien dat de chipfabrikant zich in de communicatiemarkt wil wringen.
Ook hier vindt het Texas Instruments tegenover zich. Enkele dagen nadat Intel en Dialogic een principe-akkoord sloten maakte TI bekend dat het Telogy Networks zou overnemen. Telogy maakt ingebedde software voor Internet telefonie voor basisstations en routers die gebouwd zijn met dsv-chips van TI. Telogy heeft grote klanten, waaronder Cisco. Het lijkt erop dat de grote slag om de miljardenmarkten rondom computers en communicatie heel wat spannender belooft te worden dan het inmiddels wat stoffige gevecht rondom de chips voor PC’s.
René Raaijmakers, freelance medewerker.