Telecommunicatie ondergaat zo langzamerhand – met dank aan zaken als Internet en mobiele telefonie – dezelfde drastische veranderingen als de computer in de afgelopen twintig jaar. In het gehele ICT-spectrum is het dan ook de telecommunicatie, tezamen met ‘e-business’, die de komende jaren de grootste ontwikkelingen zullen doormaken, zo verwachten deskundigen van PricewaterhouseCoopers.
Wie weet nog hoe de computer er pakweg twintig jaar geleden uitzag? Welke functie en plaats het ding toentertijd had? Wie vandaag de dag de centrale rol van de informatie-technologie in het algemeen en die van de computer in het bijzonder beschouwt, kan maar moeilijk begrijpen dat twintig jaar geleden de computer in feite een onding was, dat weinig kon, veel ruimte in beslag nam en desondanks een dikke portemonnee vergde. In de afgelopen twintig jaar is dat dramatisch veranderd: kracht en opslagcapaciteit namen toe, terwijl de prijs daalde. Er kwamen nieuwe spelers met nieuwe toepassingen, er kwam meer concurrentie.
Waar de computer al geruime tijd mee bezig is, dat krijgt nu – eindelijk – ook zijn beslag in de telecommunicatie. De komende jaren staan we voor een fundamentele telecom-revolutie. En dat zal via dezelfde patronen verlopen als de computer-revolutie. Dankzij de verdergaande liberalisering van de telecommunicatiemarkt, dankzij ontwikkelingen als Internet en mobiele telefonie, en dankzij de komst van nieuwe spelers die nieuwe mogelijkheden bieden. Ergens dit jaar zal er – voor het eerst – meer data dan geluid over de telefoonlijn verstuurd worden. Het traditionele telefoonnetwerk is langzaam bezig te verdwijnen, te veranderen in een intelligent en flexibel netwerk, waarover informatie in allerlei vormen en onder allerlei omstandigheden verstuurd wordt. En dat zal zijn weerslag hebben op de gebruikers en op de aanbieders. Tegen het jaar 2002 zijn er nog maar vier tot vijf mondiale super-telecombedrijven over, aangevuld met zo’n vierduizend spelers die landelijk of regionaal opereren, of die een nichemarkt hebben aangeboord.
Mainframe als hoeksteen
De groei van de ICT-industrie vlakt niet af, zoals velen voorspellen. Het aantal nieuwe trends en ontwikkelingen is weer groter dan vorig jaar.
Om met de hardware te beginnen: het mainframe blijft ook het komend jaar de hoeksteen van de bedrijfsautomatisering. Mainframes zijn nog altijd superieur waar het transactie-intensieve applicaties betreft met grote data-volumes. Een groot aantal bedrijven dat zich de afgelopen jaren van het mainframe heeft afgekeerd, is recentelijk op zijn schreden teruggekeerd, simpelweg vanwege de veel betere schaalbaarheid en betrouwbaarheid. De blijvende populariteit is ook te danken aan het feit dat het vermogen van de processor elke achttien maanden verdubbelt, terwijl de prijs gelijk blijft.
Wat betreft andere platformen valt het vooral op dat palmtops, ‘personal digital assistents’ (pda’s), handheld-PC’s en andere ‘non-PC’s’ veel nieuwe gebruikers trekken. Met name pda’s zullen het ’t komend jaar erg goed doen. Doordat er enerzijds steeds meer functies aan worden toegevoegd en anderzijds de (beperkte en aantrekkelijke) grootte gehandhaafd blijft, krijgt de klant keuze uit steeds meer modellen en opties. Aantrekkelijk is bovendien de mogelijkheid mobiel met deze apparaten te communiceren – al of niet via Internet en in toenemende mate via het mobiele net. Wij zien een convergentie van mobiele telefoons en pda’s als een belangrijke trend.
Bij software en applicaties valt de toename op van klantgerichte, bedrijfsbrede oplossingen. Extern gericht dus, met overduidelijke relaties naar e-business. De ‘customer relationship management’-systemen zijn sterk in opmars. In de eerste plaats is er een sterke toename in het gebruik van systemen voor marketing en verkoop. Ook zullen callcenters steeds vaker verschillende kanalen gebruiken om contact met de klant te krijgen. Niet alleen via telefoon, maar ook via e-mail, fax en de website.
Bandbreedte
Nog belangrijker dan de ontwikkelingen op hardware- en softwaregebied is, als gezegd, de explosieve groei van de telecommunicatiemarkt. Niet voor niets besteedt dit rapport extra aandacht aan telecom. Trefwoorden daarbij zijn bandbreedte en mobiele communicatie.
De ontwikkelingen zijn vijf jaar geleden ingezet door de komst en de snelle groei van het ‘world wide web’ (nog altijd verdubbelt de hoeveelheid data die via Internet wordt verstuurd elke honderd dagen). Modemgebruikers begonnen de telefoonlijn te gebruiken voor IT-doeleinden – het verbinden van hun PC aan het Internet. De kansen daarvan zijn toch nog redelijk snel ingezien door de Europese telecombedrijven, die van oudsher conservatief zijn en in het begin maar moeilijk konden begrijpen dat er bijvoorbeeld lange-afstandstelefonie mogelijk zou zijn via Internet.
Het feit dat dit jaar voor het eerst meer data dan geluid via die telefoonlijnen verstuurd wordt, betekent een fundamentele verandering van het traditionele telefoonnetwerk. Het wordt een netwerk dat meer gedaantes krijgt. Om aan die nieuwe vraag te voldoen, was er de afgelopen maanden een enorme golf van fusies en overnames in telecomland: MCI, Sprint, AT&T – allemaal waren ze bezig met het veroveren van die nieuwe markt. En die ontwikkeling zal nog wel even doorgaan. De grote maatschappijen moeten concurreren met de flexibele aanbieders van Internet-diensten – en willen daar behoorlijk ver in gaan. Zo maakte British Telecom bekend dat het zijn netwerk voor de zakelijke klant openstelt om zelf diensten aan te bieden.
Het ziet er inderdaad naar uit dat binnen een paar jaar vier tot vijf ‘supercarriers’ wereldwijd de dienst zullen uitmaken. Dat zijn waarschijnlijk allianties van de grote telefoon-maatschappijen van nu, aangevuld met partijen uit de IT-industrie. De eerste tekenen daarvan zijn al te zien: British Telecom dat met Microsoft gaat samenwerken op het gebied van draadloze Internet-diensten. De BT-MS-alliantie is een antwoord op Symbian – waarin Nokia, Ericsson en Motorola samenwerken. Symbian heeft tot doel een standaard te bouwen voor het besturingssysteem Epoc van Psion voor draadloze informatie-apparatuur. En dat is weer van belang in hun strijd met Windows, dat zijn CE heeft ontwikkeld voor ‘handhelds’ en ‘palmcomputers’.
ADSL en kabel
Als het om bandbreedte gaat, is er één ontwikkeling die naar het zich laat aanzien dit jaar een vlucht zal nemen, en dat is Adsl (asymmetric digital subscriber line). Het is feitelijk de logische opvolger van Isdn (integrated services digital network), dat in de Verenigde Staten eigenlijk nooit een succes is geworden, met name vanwege de hoge aansluitkosten in de VS. In Nederland is dat anders: zowel het bedrijfsleven als een grote groep particulieren heeft de analoge telefoonlijn ingeruild voor een digitale Isdn-lijn, waarmee tot een snelheid van 128 Kbits per seconde informatie kan worden verstuurd en ontvangen. Isdn werd in Europa ontwikkeld (al in 1987) en heeft op redelijke schaal navolging gekregen in landen als Australië en Japan.
Maar de klant – zakelijk en particulier – heeft hogere snelheden nodig. En dus wordt er nu hard gewerkt aan Adsl, dat tot tien keer sneller is dan Isdn. Met Adsl is het, in de meest gebruikelijke variant, mogelijk maximaal twee Mbits per seconde binnen te halen – en 128 Kbits te versturen (asymmetrisch inderdaad). Het maximum is zelfs 8 Mbps/1 Mbps. Adsl werd voornamelijk ontwikkeld om toepassingen als ‘video-on-demand’ mogelijk te maken. Net als Isdn werkt ook Adsl via bestaande lijnen. Dat is overigens ook nog een trend: bandbreedte via bestaande lijnen, meer dan via glasvezel of kabel. In het kort werkt Adsl als volgt: de data wordt op een hoge frequentie verstuurd, die niet voor geluid wordt gebruikt. Daardoor kan over dezelfde standaard telefoonlijn zowel permanent hoge-snelheidsdataverkeer plaatsvinden als incidentele gewone telefoongesprekken. Er is wel een ‘highspeed’-modem nodig om deze signalen te kunnen versturen.
Wat Adsl betreft lopen de Verenigde Staten voor op Europa (en dus op Nederland). Weliswaar deed KPN een pilot met het systeem in Amsterdam, een publieke annoncering van een landelijke uitrol van Adsl is nog niet gedaan. Achter de schermen lijkt er wel degelijk aan gewerkt te worden, maar het zal nog wel een aantal jaren duren voordat Adsl in Nederland beschikbaar komt. Dat haalt het niet bij de VS. PC-leveranciers leveren al PC’s waarin een Adsl-modem is ingebouwd. In vergelijking met de crime van het installeren van een Isdn-aansluiting is dat een wonder van zelfredzaamheid: geen gedoe in de meterkast, gewoon aansluiten op de telefoonlijn. En vervolgens wachten op de telecom-providers, want die moeten de standaard vanzelfsprekend wel ondersteunen. We geloven dat Adsl de komende jaren – ook in Europa – zal doorbreken en dat de Internet-providers ook overstag zullen gaan. Het is op dit moment in ieder geval het overwegen waard te wachten op de Adsl-toepassing in plaats van te investeren in een nieuw Isdn-netwerk.
Data over de kabel versturen zou in Nederland, met zijn bekabeling van ruim 90 procent van alle huishoudens, in principe een snel en goed alternatief kunnen vormen voor de analoge lijn (en zelfs voor Isdn). Er is al een tijd interesse van de kabelmaatschappijen, maar de invoering gaat beduidend langzamer dan de consumenten zouden wensen. Er wordt op verschillende plaatsen in Nederland intussen Internet via de kabel aangeboden, maar dat is nog lang niet tot tevredenheid van de deelnemende partijen. Of de abonnementskosten per maand zijn te hoog, of de snelheid van de aansluiting laat nogal te wensen over. Er zijn gevallen bekend dat de data langzamer binnenkomt dan via een normaal analoog modem.
Mobiele communicatie
En dan de draadloze communicatie. Jarenlang werden draadloze technieken gebruikt voor radio- en televisie-uitzendingen en voor gespecialiseerde communicatie. In dit mobiele tijdperk wordt de draadloze techniek in toenemende mate gebruikt voor telecommunicatie-mogelijkheden. En ook hier maken nieuwe digitale technologieën een veel beter gebruik van de beschikbare bandbreedte.
Het begon in Europa, in Scandinavië om precies te zijn, met de komst van de gsm-telefonie. Dat was al in het begin van de jaren tachtig, toen het zogeheten Global System voor Mobile Communications werd ontwikkeld (al stond gsm in eerste instantie voor Groupe Système Mobile). Begin jaren negentig, toen de mobiele telefoons echt mobiel genoemd mochten worden, werd er voor de gsm de sim (subscriber identity module) ontwikkeld, een module waar ook de pincode van de gebruiker op staat. Dat maakte het mogelijk eenvoudig van telefoon te veranderen zonder alle persoonlijke gegevens te hoeven aanpassen.
Mobiel telefoneren werd echt populair toen de telecommunicatiemarkt geliberaliseerd werd en er nieuwe spelers zich aandienden. Dat leidde tot de normale economische wetmatigheden: Het aanbod nam toe, de prijs ging dramatisch omlaag. Op dit moment telt Nederland alleen al vijf aanbieders van mobiele telefonie. Als gevolg daarvan is mobiel bellen in sommige omstandigheden goedkoper dan bellen op een vaste telefoon. Die trend zal de komende maanden doorzetten. De prijzen zullen nog verder omlaag gaan, terwijl het aantal diensten en toepassingen zal toenemen.
De populariteit van mobiel bellen en van Internet zal ook leiden tot geslaagde huwelijken en samenlevingsverbanden tussen beide. Dat blijkt uit de genoemde samenwerking tussen BT en Microsoft, maar ook uit de aangekondigde samenwerking tussen Nextel Communications en Netscape. Vanaf 2003 zullen de eerste huishoudens een antenne op het dak van hun huis hebben waarmee via satelliet tot 64 (vier-en-zestig) Mbps verstuurd kan worden. Er zijn verschillende satellietsystemen – bijvoorbeeld Irridium en Globalstar – die eind dit jaar actief zullen worden. Het satelliet-netwerk van Teledesic (dat rond 2003 van start moet gaan) biedt straks wereldwijd mobiele telefonie en Internet-diensten met dergelijke ongekende snelheden.
E-Business
We verwachten het komend jaar ook heel veel van e-business, het elektronisch zakendoen via Internet. Het zakelijke net groeit explosief – de toevoeging van een URL op een visitekaartje of in een advertentie is zo langzamerhand al net zo gewoon als de vermelding van een telefoon- of faxnummer. Onderzoeken wijzen uit dat de handel via Internet het afgelopen jaar in Nederland alleen al 725 miljoen gulden opleverde, dit jaar zo’n 2,4 miljard gulden zal bedragen en in het jaar 2002 rond de 25 miljard gulden. Dat zijn ongekende groeicijfers. Duidelijk is dat wie niet meedoet, uiteindelijk achter zal blijven. En dat achterblijven kan aanzienlijk schadelijker zijn dan veel bedrijven op dit moment nog waarschijnlijk achten. De traditionele bedrijfskolom, het is al vaker gezegd, gaat dankzij e-commerce op de helling. Wee het bedrijf dat zich daar niet terdege op voorbereidt.
Het zijn overigens vooral de business-to-business-toepassingen die e-commerce in eerste instantie voor het bedrijfsleven aantrekkelijk maken. Er is veel eenvoudiger, sneller en beter contact mogelijk met bijvoorbeeld toeleverancier of klant. 1999 Lijkt vooral het jaar te worden van de doorbraak van e-procurement, elektronische inkoop, met pakketten als Ariba en Commerce One. Er loopt nu reeds een aantal grootschalige implementaties van deze pakketten in Nederland.
Ook de web-opties die erp-pakketten (enterprise resource planning) in toenemende mate bieden, zorgen voor een versnelling van het elektronisch zakendoen. Betalingen door consumenten zullen ook het komend jaar voor een belangrijk deel geschieden met creditcards. Tegen het einde van dit jaar zal duidelijk zijn of betalingsalternatieven zoals de smartcard door de verschillende Internet-gebruikers geaccepteerd zijn.
Het Internet-tijdperk
Sneller, krachtiger, zwaarder. Ook het komend jaar zal de ICT-industrie zijn principes niet verloochenen. Neem bijvoorbeeld Intel, dat een processor heeft aangekondigd met een kloksnelheid van duizend megahertz. Maar op allerlei terreinen zullen de ontwikkelingen weer duizelingwekkend zijn, of het nu gaat om microprocessoren, opslagcapaciteit of de snelheid waarmee nieuwe releases op de markt worden gebracht. We leven in het IT-tijdperk en we bewegen ons in rap tempo naar het Internet-tijdperk. Internet zal in toenemende mate zijn invloed op het bedrijfsleven versterken. Het zal leiden tot nieuwe business-modellen, het eerst in branches als de financiële dienstverlening, media en entertainment en de retail. Ook de andere sectoren zullen vroeg of laat echter ‘om moeten’ – ze kunnen niet anders.
Uiteindelijk is de vraag of een bedrijf geld kan verdienen aan Internet, net zo zinloos als te vragen of er bedrijven zijn die geld verdienen door de telefoon te gebruiken. Beide zullen vanzelfsprekende vormen van communicatie zijn. Deze toekomst komt er met digitale snelheid aan. Veel sneller dan de meeste ondernemingen op dit moment denken.
In dit proces staan sommige ICT-managers volledig aan de zijlijn. De Internet-technologie overkomt ze, en vormt een bedreiging in plaats van dat ze het zien als een uitdaging en een nieuwe kans. Zo snel mogelijk kennis opbouwen over de mogelijkheden van e-business is nu vereist.
Jan van Rongen, director Technology Solutions en
Ben Bruggeman, principal E-business
Technology Forecast 1999
Het jaarlijks terugkerende rapport ‘Technology Forecast 1999′ – ruim zevenhonderd pagina’s dik – signaleert trends variërend van computerplatforms en data-opslag tot ‘electronic business’ en Internet. PricewaterhouseCoopers (PwC) brengt de Forecast inmiddels voor de tiende achtereenvolgende keer uit.
Aanvankelijk was het een intern document om iedereen op de hoogte te houden van de relevante ontwikkelingen. Dit jaar verschijnt het in een oplage van meer dan 80.000 exemplaren, die wereldwijd verspreid worden onder klanten van PwC, analisten en andere geïnteresseerden. De Technology Forecast is gebaseerd op de ervaringen en voorspellingen van een groot aantal deskundigen van PwC en daarbuiten. Ook dit jaar wordt per ICT-deelgebied inzichtelijk gemaakt wat er de afgelopen twaalf maanden is gebeurd en wat ons de komende een tot drie jaar te wachten staat. Het is goed om te kunnen constateren dat de groei van de ICT-industrie niet afvlakt, zoals door velen werd voorspeld. Het aantal nieuwe trends en ontwikkelingen is weer groter dan vorig jaar. Oftewel: het gaat maar door.