In het informatica-onderwijs raken duale opleidingen, waarbij studenten leren én werken, steeds meer in zwang. Een aantal hogescholen heeft inmiddels overeenkomsten gesloten met ICT-bedrijven. Ook de universiteiten experimenteren met duaal onderwijs, een aantrekkelijk, maar ook gevaarlijk traject, zo erkennen de opleiders.
Een kleine greep uit de grote hoeveelheid samenwerkingen die het afgelopen jaar totstandkwamen tussen het informatica-onderwijs en bedrijven: Hogeschool Enschede met Holland Signaalapparaten; de Haagse Hogeschool met CMG, Iquip, Randstad Automatiseringsdiensten en Global Knowledge; Fontys Hogescholen met SAP en Commit; Baan met de Hogeschool van Utrecht. Ook de universiteit van Nijmegen en de Vrije Universiteit in Amsterdam experimenteren met duaal informatica-onderwijs.
Vorige week kwamen er nog eens twee samenwerkingsverbanden bij. Iquip start een leer/werk-traject met de Open Universiteit en Fontys Hogescholen haalde de banden aan met Randstad Automatiseringsdiensten.
Kloof
Duaal onderwijs is een van de antwoorden van het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen op de kloof die bestaat tussen de dagelijkse praktijk op de werkvloer en de theorie die de studenten op de scholen en universiteiten voorgeschoteld krijgen. Sommige specialisten plaatsen vraagtekens bij de stelling dat het onderwijs achterloopt op de ontwikkelingen in het bedrijfsleven. Ook Cor Balfoort, coördinator duale opleidingen aan de universiteit van Nijmegen, brengt nuances aan. "Bedrijven stellen ook een waslijst aan kwaliteiten waarover kandidaten moeten beschikken. Ze willen de startende werknemers meteen inzetten."
Toch leeft binnen de muren van de Nijmeegse universiteit de gedachte dat duaal onderwijs iets toevoegt aan het curriculum. Zo experimenteert de alma mater met duale opleidingen binnen de studie Informatica. Begin 2000 gaat de nieuwe opleiding van start. Het is de bedoeling dat studenten gedurende negen maanden tot één jaar vier dagen per week aan het werk gaan bij een bedrijf. De overgebleven dag is gereserveerd voor studie en begeleiding op de universiteit.
In het diepe
Patrick van Bommel, docent Informatica in Nijmegen hoeft niet lang na te denken alvorens hij de voordelen van de leer-werkcombinatie opsomt. "We hopen dat de studenten op deze manier voor het afstuderen inzicht hebben in hun eigen sterktes en zwaktes. Dit gaat duidelijk verder dan een stage. We gooien ze eigenlijk in het diepe, maar dan wel met een zwemband om." Balfoort verwacht dat de combinatie van een gedegen opleiding met praktische vaardigheden bedrijven snel profiteren van nieuwe werknemers.
Marc Mittelmeijer, hoofd opleidingen Bedrijfskundige Informatica aan de Fontys Hogescholen, voegt toe dat veel hbo’ers inhoudelijk goed op de hoogte zijn, maar na hun examen nog niet weten wat het IT-bedrijfsleven van hen verwacht. Werken tijdens de studie moet deze lacune in de kennis wegnemen.
Kritiek
Er is ook kritiek op duaal onderwijs. Met name binnen de academische wereld vrezen beschermers van de academische waarden een aantasting van het onderwijs door het bedrijfsleven. Balfoort kent de kritiek, maar vindt dat de combinatie van werken en studeren het academische aanzien van de Informatica-studie niet aantast. "We moeten deze weg wel inslaan. Anders zijn onze studenten niet goed genoeg. Bovendien is het mogelijk om op een heel creatieve manier met bedrijven samen te werken." Mittelmeijer van Fontys Hogescholen erkent het spanningsveld. "Een school moet natuurlijk niet teveel naar de belangen van de bedrijven kijken. Dat geeft wel eens spanningen tijdens de onderhandelingen."
De intensieve contacten tussen de bedrijven en de studenten brengen het gevaar met zich mee dat de ondernemingen de toekomstige werknemers voor hun afstuderen al een aanbod doen. Van Bommel zegt dat dit ook tijdens de stages gebeurt. "Het komt wel voor dat de studenten die op een dergelijk aanbod ingaan, na een jaar of vier weer terugkeren om alsnog een diploma te halen. Maar goed, sommigen zwichten voor financieel gewin. Wij gaan in de contracten met de bedrijven vastleggen dat ze de studenten niet kunnen wegkapen."
Ondanks deze dreigende gevaren, is de ontwikkeling van duaal onderwijs een feit. Onderwijsinstellingen hechten kennelijk veel aan de contacten met bedrijven en zien het als hun plicht om snel inzetbare studenten af te leveren. De ondernemingen breiden het personeelsbestand op deze manier uit. Gezien de personeelstekorten is iedere hulp bruikbaar en bovendien hebben ze de kans de studenten in te palmen voor een dienstverband. Van Bommel geeft hierbij aan dat de universiteit de studenten die deelnemen aan het duale traject goed moeten volgen. "We moeten duidelijke doelen opstellen en daarover regelmatig overleggen. Het mag niet zo zijn dat de student uitgroeit tot een laagbetaalde werknemer."