In circa twee maanden, tussen januari en maart 1998, was ik in de gelegenheid om in samenspraak met het Ministerie van Economische Zaken een zakelijk consortium te vormen dat de intentie onderschreef om Nederland aan te sluiten op Internet 2.
In opdracht van bovengenoemd ministerie en Verkeer & Waterstaat werkte een tweetal consultancybedrijven een goed businessplan uit, waaraan met name Surfnet en Telematica Instituut forse bijdragen leverden. De naam werd GigaPort, het nieuw geformeerde kabinet Paars-II was positief, en trok een fors bedrag uit. Het verdere verloop volg ik als kritische geest iets meer vanuit de zijlijn.
Inmiddels zijn we bijna een jaar verder, veel tijd is helaas besteed aan het opzetten van een stuurgroep. Toch moet ik toegeven – ook al kreun ik af en toe uit ongeduld iets over "ambtelijke en politieke molens" – dat er zeer veel bewustzijn is gecreëerd in de markt. Er is een positieve atmosfeer ontstaan. Dat komt niet in de laatste plaats omdat in de markt het gevoel bestaat dat het opzetten van een GigaPop-infrastructuur een belangrijk voorwaardenscheppende investering is, die hoe dan ook gedaan moet worden. Leg een snelweg aan en hij stroomt vol. Leg een multimediaal internet aan, en er zullen vanzelf applicaties verzonnen worden, die ook deze infrastructuur tot de nok toe volpompt met data. Geen probleem. Zeer interessant is dat Noord-Amerikaanse ervaringen hebben geleerd dat een GigaPop-infrastructuur geen genoegen kan nemen met ATM of Frame Relay. Internetdata kan het best direct over glasvezel getransporteerd worden, zonder extra protocol-lagen: IP over (D)WDM, Wave Division Multiplexing… Meer kleuren over een glasvezel, iedere kleur vertegenwoordigt een bepaalde bandbreedte (=capaciteit). Bijvoorbeeld: met vier kleuren werken verviervoudigt de capaciteit van een glasvezel. Dit soort netwerken bestaat nog nauwelijks in Nederland, maar GigaPort heeft het proces van investeren in GigaPop-infrastructuur behoorlijk versnelt.
Het belangrijkste GigaWerk zit echter in de applicatiekant (Dit onderdeel van GigaPort heet dan ook GigaWorks). Hier zullen de ontwikkelingen vooral in een stroomversnelling komen wanneer de breedbandinfrastructuur ruimer beschikbaar komt, inclusief snelle opritten. Wat betreft applicaties, die gebruik maken van de multimediacapaciteit, zie ik de volgende als uiterst strategisch:
- Allereerst een soort multimediale Yahoo, want ook in Internet2 zullen webgidsen een belangrijke spilfunctie vervullen. Vermoedelijk zijn het veel informatievere, en veel leukere 3D-omgevingen geworden, waarmee je als een F16-piloot door het wereldweb kunt navigeren met alle commerciële ellende van dien: "Help, een vijandelijke reclame-MIG!".
- Verder Media On Demand: het downloaden van clipjes is in de Snelnetproef in Amsterdam aardig populair. Maar er is nog zeer veel audiovisuele content in de wereld die als een Doornroosje door GigaPort wakker gekust kan worden. Veel competente mensen met een fotografische, film-, audio- of videoachtergrond halen hun neus nog op voor het huidige internet met zijn erbarmelijke kwaliteitsniveau.
- En natuurlijk audiovisuele communicatie: internet draait nu al in belangrijke mate om communiceren. Via e-mail, chat, discussiegroepen, enzovoort. De populariteit van videoconferencing zal met het toenemen van bandbreedte steeds verder groeien.
Om de vier weken schrijft prof. dr. Martijn Hoogeveen over Internet sites rond een interessant IT-onderwerp. Reageer s.v.p. via het discussieforum internet: https://www.computable.nl/discussie. Alle URL’s met verwijzingen staan in Computable Online: https://www.computable.nl/internet.